De gegevensverbinding van uw telefoon delen via een USB-kabel
1
Deactiveer alle USB-kabelverbindingen met uw telefoon.
2
Gebruik de USB-kabel die bij uw telefoon is geleverd om uw telefoon op een
computer aan te sluiten.
3
Tik op het Startscherm op
4
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Tethering.
5
Schakel het selectievakje USB-tethering in. De telefoon begint zijn
gegevensverbinding via het mobiele netwerk met de computer te delen via de
USB-verbinding. Een actieve melding verschijnt in de statusbalk en het
meldingsvenster.
6
Vink het selectievakje USB-tethering uit of koppel de USB-kabel los om te
stoppen met het delen van uw gegevensverbinding.
U kunt de gegevensverbinding van uw telefoon niet tegelijkertijd met een SD-kaart via een
USB-kabel delen. Zie Uw telefoon aansluiten op een computer op pagina 110 voor meer
informatie.
U moet uw computer mogelijk voorbereiden op het tot stand brengen van een
netwerkverbinding via een USB-kabel. Ga naar android.com/tether voor de meest actuele
informatie.
De gegevensverbinding van uw telefoon delen als een draagbare Wi-Fi®-hotspot
1
Tik op het Startscherm op
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Tethering.
2
3
Tik op Instellingen voor draagbare Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot
configureren.
4
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in. Tik op het veld Beveiliging om
een beveiligingstype te selecteren.
5
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
Tik op Opslaan.
6
7
Schakel het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot in. De telefoon begint zijn Wi-
Fi®-netwerknaam (SSID) uit te zenden. U kunt dit netwerk nu verbinden met
maximaal 8 computers of andere apparaten.
8
Vink het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot uit wanneer u wilt stoppen met het
delen van uw gegevensverbinding via Wi-Fi®.
Uw draagbare hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Tethering.
3
Controleer of het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot is ingeschakeld.
4
Tik op Instellingen voor draagbare Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot
configureren.
5
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in.
6
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
7
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
8
Tik op Opslaan.
VPN's (Virtual Private Network)
Gebruik uw telefoon om verbinding te maken met VPN's, waarmee u van buitenaf
toegang kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen
worden bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor
gebruikers die toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze
zich buiten het interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die
op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een
beveiligingscertificaat overbrengen naar uw telefoon om het daar te installeren. Zie Uw
telefoon aansluiten op een computer op pagina 110 voor meer informatie over het
overbrengen van content naar uw telefoon. Als u meer gedetailleerde informatie wilt
hebben over het tot stand brengen van een verbinding met uw VPN, neemt u contact op
met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
.
75