Schoorsteenbrand
Bij brand in de schoorsteen, mogelijk
veroorzaakt door een verkeerde bedi-
ening of langdurig stoken met vochtig
hout, dienen de kacheldeur en de
primaire en secundaire luchtventielen
geheel te worden gesloten, waardoor
het vuur zal worden gesmoord. Bel
hierna de brandweer.
Regelen van de luchttoevoer
De kachel wordt van secundaire lucht
voorzien met behulp van de hendel
boven de glazen deur.
De luchttoevoer is helemaal open als
de hendel naar rechts staat, en geslo-
ten als hij helemaal naar links geduwd
wordt.
Gesloten
Fig. 1
Startlucht
Open de startlucht voor de kachel
door de handgreep op de startinstalla-
tie zo ver mogelijk naar de linkerkant
van de kachel te trekken. Zie fig. 2.
Sluit de slartlucht door de handgreep
zo ver mogelijk naar de rechterkant
van de kachel te trekken.
Open
Gesloten
Fig. 2
Open
Secondaire lucht
Startinstallatie
Aanmaken
Om de kachel aan te maken legt u
aanmaakblokjes, paraffinebuideltjes of
aanmaakhoutjes op het bodemrooster
van de kachel. Bovenop het aanmaak-
materiaal plaatst u vervolgens grotere
stukken hout, haaks op de stookope-
ning. Open de secundaire luchttoevoer
geheel en zet de deur van de kachel
op een kier van ca. 1 cm. Als het vuur
goed brandt en de schoorsteen warm
is (na ca. 10 min.) sluit u de kacheldeur.
Het is aan te bevelen de eerste hoeveel-
heid hout te laten opbranden met de
secundaire luchttoevoer geheel open,
om de kachel en de schoorsteen gron-
dig warm te stoken.
Bijvullen
Normaal bijvullen dient te gebeuren
terwijl er nog een flinke gloeilaag ligt.
Verdeel de gloeilaag over de bodem
van de kachel en plaats er houtblokken
(max. 2,5 kg.) op, haaks op de kachel-
deur. Sluit de deur van de kachel.
Het hout zal binnen korte tijd vlam
vatten (1/2 - 1 minuut). Als het hout
regelmatig brandt regelt u de secun-
daire lucht tot het gewenste niveau.
Nominaal stoken (5 kW) komt over-
een met een secundaire luchttoevoer
van 100 %. Zorg er bij het bijvullen
voor dat het hout niet te dicht opéén
gepakt wordt, daar dit een slechte
verbranding zal geven, en daardoor
minder rendement. NB: de startlucht-
toevoer moet tijdens het normaal
stoken van de kachel gesloten zijn, om
oververhitting te voorkomen. Gebruik
de functie alleen totdat het vuur regel-
matig brandt.
De startinstallatie mag tijdens normaal
gebruik van de kachel niet open zijn,
omdat anders het risico van overver-
hitting kan ontstaan. Gebruik deze
voorziening alleen totdat het vuur
regelmatig brandt.
9