Reiniging en onderhoud
Fijnfilters reinigen
De aanvullende fijnfilters vangen fijnere
pluisjes, haartjes en wasmiddelresten
op die door de zeefvlakken zijn geko-
men.
De aanvullende fijnfilters hoeven
niet na ieder programma worden
gereinigd.
– De fijnfilters in de pluizenzeef in de
toesteldeur en in de opening van
de deur dienen na 10 droogbeurten
te worden gereinigd.
– De fijnfilter van de
warmtewisselaareenheid hoeft al-
leen te worden gereinigd wanneer
het controlelampje Filter reinigen
brandt.
,
De fijnfilters moeten onder stro-
mend water worden uitgewassen.
Ze mogen niet druipnat zijn bij het
terugmonteren. Druk de fijnfilter
krachtig droog.
Als de zeefvlakken van de pluizen-
zeef nat gereinigd moeten worden,
dan moeten deze afgedroogd wor-
den.
Anders kan er bij het drogen een
storing optreden!
,
Vervang de fijnfilters (met toe-
slag verkrijgbaar toebehoren) altijd
wanneer ze beschadigd zijn.
25
1. Fijnfilters in de pluizenzeef in de
toesteldeur
Losse onderdelen van de pluizenzeef in
de toesteldeur
1 Pluizenzeef
2 Greep van de fijnfilterbehuizing
3 Fijnfilterbehuizing
4 Fijnfilter
^ Trek de pluizenzeef uit de toestel-
deur.
^ Verwijder de fijnfilter (4) zoals op de
volgende pagina beschreven.