Wi-Fi®-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi®-netwerk of wanneer er Wi-Fi®-netwerken
beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze WLAN-netwerken bekijken.
U kunt op uw apparaat instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open Wi-
Fi®-netwerk wordt gedetecteerd.
Als u niet bent verbonden met een Wi-Fi®-netwerk, wordt op uw apparaat een mobiele
gegevensverbinding gebruikt voor internettoegang (indien u een mobiele
gegevensverbinding hebt ingesteld en ingeschakeld op uw apparaat). Door een Wi-Fi®-
slaapstandbeleid toe te voegen, kunt u kiezen wanneer u wilt overschakelen van Wi-Fi®
naar mobiele gegevens.
Meldingen van het Wi-Fi®-netwerk inschakelen
1
Schakel Wi-Fi® in als dat nog niet het geval was.
2
Tik op het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
4
Druk op .
5
Tik op Geavanceerd.
6
Schakel het selectievakje Netwerkmelding in.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi®-netwerk weergeven
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi®-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt
gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Een Wi-Fi®-slaapbeleid toevoegen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Druk op .
4
Tik op Geavanceerd.
5
Tik op Wi-Fi behouden in slaapstand.
6
Selecteer een optie.
WPS
WPS (Wi-Fi® Protected Setup) is een gegevensverwerkingsstandaard waarmee u veilige
draadloze netwerkverbindingen tot stand kunt brengen. Als u weinig achtergrondkennis
hebt van draadloze beveiliging maakt WPS het eenvoudig voor u om Wi-Fi Protected
Access (WPA) encryptie in te stellen om uw netwerk te beveiligen. U kunt ook nieuwe
apparaten toevoegen aan een bestaand netwerk zonder lange wachtwoorden in te
voeren.
Gebruik een van deze methoden om WPS in te schakelen:
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
.
29