Samenvatting van Inhoud voor Assa Abloy NEMEF RADARIS EVOLUTION
Pagina 1
Installatiehandleiding voor de RF Deurcontroller Versie: 2.0 Revisie: 20130311 De producten van ASSA ABLOY zijn onderhevig aan veranderingen welke zonder voorafgaande aankondiging kunnen worden doorgevoerd. Aan deze handleiding of de inhoud daarvan kan geen enkel recht worden ontleend. ...
1. Inleiding De Radaris Evolution productlijn bestaat uit een aantal volledig op elkaar afgestemde toegangscontrole producten. De opzet van deze productlijn is zodanig dat deze in vrijwel elk marktsegment inzetbaar is en daarbij, naast comfort ook de noodzakelijke veiligheid en betrouwbaarheid biedt. De Radaris Evolution RF Deurcontroller is bedoeld als een oplossing voor alle deuren waarop een Radaris Evolution garnituur niet toegepast kan worden. Enkele voorbeelden van dergelijke deuren zijn draaideuren, schuifdeuren, tourniquets, slagbomen en speedgates. De RF Deurcontroller is een controller voor maximaal één deur welke enkelzijdig of dubbelzijdig gecontroleerd moet worden. Daarvoor kunnen op de RF Deurcontroller één of twee wandlezers worden aangesloten. Voor het aansturen van deuren of de daarin aanwezige sloten beschikt de RF Deurcontroller over een relaisuitgang. De RF Deurcontroller gedraagt zich functioneel vrijwel gelijk aan een Radaris Evolution deurgarnituur en beschikt in combinatie met de Radaris Evolution MiProx AES wandlezers over de volgende eigenschappen: Inzetbaar voor alle functionele modi (Stand‐alone, Offline en Draadloos Online) Volledig compatible met Zend Unit, RF Module en RF Module USB. Geheugen tot 2.000 badges. Ingang voor een deurstandsensor. Ingang voor een deuropen‐drukknop. Ingang voor schakelen van conditioneel status. Aansluiting voor maximaal twee wandlezers. Geschikt voor Radaris Evolution MiProx AES wandlezers met en zonder pinpad. Relaisuitgang met NO en NC contact zodat zowel arbeidsstroom als ruststroomsloten ondersteund worden. LET OP De leeskopinstellingen van de Radaris Evolution wandlezerswelke op de RF deurcontroller worden aangesloten, zijn niet via TiSM of via het open protocol aan te passen. De wandlezers ...
2. Toepassingsvoorwaarden 2.1. Ondersteunde wandlezers De Radaris Evolution RF Deurcontroller is primair bedoeld om te werken in combinatie met de volgende wandlezers: Radaris Evolution MiProx AES 7303/01, een inbouw wandlezer zonder toetsentableau. Radaris Evolution MiProx AES 7303/02, een opbouw wandlezer zonder toetsentableau. Radaris Evolution MiProx AES 7303/03, een opbouw wandlezer met toetsentableau. 2.2. Voeding De RF Deurcontroller dient voor de juiste werking te worden gevoed via een 9VDC … 12VDC voeding. Deze voeding wordt niet meegeleverd met de RF Deurcontroller. (AA Art.nr.9566100000) De specificaties voor de te gebruiken voeding zijn: Voedingspanning: 9VDC (max. ‐5%) tot 12VDC (max. +10%) Rimpel: max. 50mV Uitgangsvermogen: min. 3,6W Stroom: min. 300mA bij 12VDC. INFO De wandlezers worden gevoed via de RF Deurcontroller en hebben dus geen eigen voeding meer nodig. LET OP Om de kans op storingen reduceren wordt er geadviseerd om een eventueel slot dat met de RF Deurcontroller aangestuurd wordt niet te voeden vanuit dezelfde voeding als die van de controller en wandlezers. Een uitzondering hierop vormen de NEMEF sloten welke voorzien zijn ...
2.3.2. Overige bekabeling Voor de bekabeling tussen de RF Deurcontroller en de deurautomaat of het slot dient voor het doel geschikte zwakstroomkabels te worden gebruikt. Voor de bekabeling naar de ingangen van de RF Deurcontroller dient voor het doel geschikte zwakstroomkabels te worden gebruikt. Daarbij wordt geadviseerd om een getwiste aderpaar te gebruiken voor iedere afzonderlijke ingang en de GND, dus een getwist aderpaar naar iedere knop of sensor. Voor de bekabeling van de voeding (PSU) naar de RF Deurcontroller dient voor het doel geschikte zwakstroomkabel te worden gebruikt. Daarbij wordt geadviseerd om een getwiste aderpaar te gebruiken. LET OP Ook voor de overige bekabeling zal standaard UTP bekabeling over het algemeen goed voldoen. Bij langere lengtes kan in verband met het stroomverbruik en het daarmee samengaande spanningsverlies over de kabel, een dikkere aderdoorsnede noodzakelijk zijn. 2.4. Locatie De RF Deurcontroller is uitsluitend bedoeld voor montage in een gebouw op een droge plaats. Installatiehandleiding ten behoeve van de Radaris Evolution RF Deurcontroller Versie 1.0, release 20130311 Pagina 5 van 16 ...
3. Opbouw van de RF Deurcontroller De RF Deurcontroller bestaat uit een PCB welke is ondergebracht in een kunststof behuizing. De PCB bevat de volgende belangrijke onderdelen: Een microcontroller die op basis van de aangeboden configuratie bepaald met welke badge en op welk moment een deur geopend mag worden. De microcontroller stuurt en communiceert verder met de lezer(s), ingangen, uitgangsrelais, tranceiver, enz. Een tranceiver om met Radaris Evolution afstandsbedieningen, RF Modules, Programmeerapparaten en Access Points te communiceren. Aansluitklemmen voor de ingangen, voeding, uitgangsrelais en lezers. DIP‐switches voor instellingen. 3.1. De RF Deurcontroller PCB Onderstaand is de PCB van de RF Deurcontroller weergegeven. Daarbij zijn alle relevante onderdelen aangegeven en benoemd. Connector voor deur I/O en voeding RS485 aansluiting voor de lezers DIP-Switches ...
3.1.1. Connector voor deur I/O en voeding Nr. Naam Functie 1 +12V Aansluiting van de voedingspanning: 9‐12VDC 300mA gestabiliseerd. 2 GND Massa 3 IN1 Ingang voor deurstandsensor. Laag actief (schakelen naar massa). 4 IN2 Ingang voor schakelaar waarmee de deur geopend kan worden (‘Deur openen’‐schakelaar). Laag actief (schakelen naar massa). 5 IN3 ‘Conditional Access’ ingang. Laag actief (schakelen naar massa). 6 GND Massa, bedoeld voor ingangen. 7 NC Relais aansluiting, verbreekcontact 0‐24V AC/DC max. 0,8A 8 COM Gemeenschappelijke relais contact 0‐24V AC/DC max. 0,8A 9 NO Relais aansluiting, maakcontact 0‐24V AC/DC max. 0,8A LET OP De relaiscontacten mogen maximaal 24V AC/DC, 0,8A schakelen. Indien inductieve belastingen ...
3.1.3. DIP-Switches Op de PCB is een 8‐voudige DIP‐switch aanwezig. Met deze DIP‐switches is het mogelijk een aantal instellingen voor de RF Deurcontroller te maken. In onderstaande tabel is de functie van iedere switch opgenomen. Switch OFF ON 1 IN1 standaard werking (laag actief) IN1 wordt geïnverteerd 2 IN2 standaard werking (laag actief) IN2 wordt geïnverteerd 3 IN3 standaard werking (laag actief) IN3 wordt geïnverteerd 4 Functie IN2 is deuropener + TiSM ingang 2 Functie IN2 is TISM ingang 2 5 Functie IN3 is ‘Conditioneelstatus’ Functie IN3 is TISM ingang 2 6 Standaard Speciale slot aansturing 7 Interne AB ontvanger AAN Interne AB ontvanger UIT 8 Standaard RESET bij opstart Standaard staan alle switches op OFF De switches 1,2 en 3 bepalen hoe de controller op de ingangen reageert. De ingangen zijn hardwarematig laag actief en zijn intern voorzien van een pull‐up weerstand. Een ‘open’ (niet aangesloten) ingang is dus inactief. Standaard wordt door de ingang naar massa te schakelen deze actief gemaakt. Met de switches 1,2 en 3 is het gedrag van de bijbehorende ingangen te ...
4. Installatie 4.1. Voorbereiding Na installatie van de RF Deurcontroller zal deze geconfigureerd moeten worden. Afhankelijk van de situatie zal op een bepaald moment het RF MAC van iedere RF Deurcontroller nodig zijn. Daarom is het noodzakelijk dat tijdens de installatie en montage een lijst wordt bijgehouden waarop de volgende informatie beschikbaar is: De locatie waar de RF Deurcontroller is geïnstalleerd. Het RF MAC van de RF Deurcontroller. De locatie van de aangesloten wandlezers. Onderstaand is een voorbeeld van een in te vullen lijst gegeven. Locatie RF DC‐01 RF MAC van RF DC‐01 Locatie 1 wandlezer Locatie 2 wandlezer 4.2. Invloed van de omgeving op werking van de communicatie De omgeving waarin de RF Deurcontroller wordt geïnstalleerd bepaald in een sterke mate de juiste ...
4.3. Behuizing De RF Deurcontroller is ondergebracht in een kunststof behuizing welke aan de onderzijde is voorzien van een kabeldoorvoer. De behuizing bestaat uit een zwarte bodemplaat en een rookglas kleur kap. De kap wordt met vier meegeleverde schroeven op de bodemplaat gemonteerd. In de kap is aan de onderzijde een uitsparing aanwezig voor de doorvoer van kabels. Zie figuur 2 voor aanvullende informatie. Schroeven voor de kap van de behuizing (4x) NEMEF Radaris Evolution RF Deurcontroller Kabeldoorvoer figuur 2: Behuizing RF Deurcontroller De bodemplaat is voorzien van 4 montage gaten ten behoeve van bolkopschroeven met een diameter van 4 mm. Op de bodemplaat is de PCB gemonteerd. Aan de onderzijde van de bodemplaat is ruimte om de kabels naar buiten te voeren. De kabels kunnen op hun plaats worden gehouden met de bijgeleverde kabelklem. Deze kabelklem moet worden gemonteerd met de meegeleverde schroeven. Gaten voor montage van de behuizing(4x) Kabelklem Schroeven voor kabelklem (4x) figuur 3: Bodemplaat met PCB ...
4.4. Montage Houdt bij de montage rekening met onderstaande aanwijzingen: Voer zo mogelijk voor montage van de module alle benodigde configuratie handelingen uit. Monteer de RF Deurcontroller met vier bolkopschroeven met een diameter van 4 mm op een vlakke ondergrond. LET OP Hoewel de constructie van de bodemplaat enige bescherming voor de PCB biedt, dient de montage van de bodemplaat met PCB met de nodige zorg te gebeuren. Door bijvoorbeeld een uitschietende schroevendraaier of schroefmachine kan de PCB onherstelbaar beschadigd raken. LET OP Voor onderhoudsdoeleinden kan het nodig zijn dat de RF Deurcontroller spanningsloos wordt gemaakt, of dat fysieke toegang tot de controller PCB mogelijk is. Hier dient bij de montage rekening mee gehouden te worden. Na montage van de bodemplaat met PCB kunnen alle kabels worden aangesloten. Gebruik hiervoor een geschikte platte schroevendraaier (0,4x2,5mm). Maak gebruik van voor de toepassing geschikte zwakstroomkabels. Zie paragraaf 2.3. TIP Strip de kabels zodanig dat de buitenmantel van de kabel 8 tot 10 mm onder de kabelklem doorsteekt en alleen de geïsoleerde aders van de kabel in de behuizing naar de connectoren worden gevoerd. Houd twistingen in kabels tot aan de connector in stand. Plaats de meegeleverde kabelklem met de daarvoor meegeleverde schroeven over de kabels. Bij gebruik van kabels met een diameter kleiner dan 7 mm kan de klem volledig tegen de onderliggende bus worden geschroefd. Voer indien dat voor de montage nog niet is gebeurd alle configuratie handelingen uit. Test de werking van de RF Deurcontroller. ...
5. Testen van de RF Deurcontroller Desgewenst kan de werking van de RF Deurcontroller, de daarop aangesloten wandlezers en aangesloten slot, direct na installatie en het inschakelen van de voedingsspanning worden getest, zonder dat daarvoor eerst een badge moet worden ingeleerd. OPMERKING Onderstaande procedure werkt alleen indien er nog geen programmeerbadges bij de RF Deurcontroller zijn ingeleerd. Deze situatie is te herkennen aan de periodiek kort oplichtende rode LED op de wandlezers. LET OP Zorg er eerst voor dat alles (elektro)mechanisch goed werkt en de deur goed is afgesteld al vorens de elektronische werking te controleren. Voor deze test is een testbadge ’Installatietest’ noodzakelijk. Het testen van de RF Deurcontroller, de wandlezers en het slot gaat als volgt: 1. Sluit de deur welke door de RF Deurcontroller wordt gecontroleerd en aangestuurd. 2. Controleer of het slot is vergrendeld. 3. Bied de testbadge ‘Installatietest’ aan. 4. De groene LED op de wandlezer(s) gaat langzaam knipperen. 5. Bied ter bevestiging van de testbadge ‘Installatietest’ voor de tweede keer aan. 6. Het slot wordt gedurende enkele seconden ontgrendeld. Daarbij brandt de groene LED op de wandlezer(s) gedurende de tijd dat het slot ontgrendeld is. 7. Controleer of het slot tijdens het branden van de groene LED is ontgrendeld. 8. Sluit de deur opnieuw. ...
6. Reset In situaties waarbij de RF Deurcontroller een ongedefinieerde status heeft, kan het nodig zijn dat deze wordt gereset. Tijdens het resetten wordt alles in het geheugen van de RF Deurcontroller gewist. Eventuele licenties blijven na een reset behouden. Een reset wordt als volgt uitgevoerd: 1. Schakel de voedingsspanning uit. 2. Zet DIP‐switch 8 op de PCB van de RF Deurcontroller op ‘ON’ 3. Schakel de voedingsspanning weer in. 4. De groen LED op de PCB van de RF Deurcontroller knippert enkele keren ten teken van het opstarten van de RF Deurcontroller (Bootmodus). 5. De LED op de PCB van de RF Deurcontroller dooft gedurende een korte periode waarna deze weer oplicht en blijft branden, ten teken dat het reset proces is uitgevoerd. 6. Schakel de voedingsspanning uit. 7. Zet DIP‐switch 8 op de PCB van de RF Deurcontroller weer op ‘OFF’ 8. Schakel de voedingsspanning weer in. LET OP Indien een programmeerapparaat of Access Point met een nieuwe firmware in de buurt van de RF Deurcontroller actief aanwezig is, dan zal na stap 4 een firmware update worden uitgevoerd! Installatiehandleiding ten behoeve van de Radaris Evolution RF Deurcontroller Versie 1.0, release 20130311 Pagina 13 van 16 ...
7. Aansluitvoorbeelden 7.1. RF Deurcontroller met één wandlezer PSU voor slot +12..24VDC Blusdiode ! Slot of kleefmagneet Deur-open schakelaar Deurstandsensor +12VDC GND PSU voor RF Deurcontroller en wandlezer(s) PSU voor RF Deurcontroller Deze voeding voedt de RF Deurcontroller en de bijbehorende wandlezers. Deze PSU mag niet voor het slot gebruikt worden! 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ...
7.2. RF Deurcontroller met twee wandlezers Blusdiode ! Slot of kleefmagneet Deur-open schakelaar Deurstandsensor PSU voor RF Deurcontroller Deze voeding voedt de RF Deurcontroller en de bijbehorende wandlezers. Deze PSU mag niet voor het slot gebruikt worden! Deur open schakelaar Wanneer deze schakelaar wordt ingedrukt stuurt de RF Deurcontroller de deur open. Deurstandsensor Aan de stand van de sensor kan de RF Deurcontroller detecteren of de deur open of gesloten is. Het gebruik van deze sensor is alleen zinvol bij een ‘Online TiSM’ systeem of in combinatie met een RF Module. ...