3
x
Montage en installatie
Voor de gezamenlijke aansluiting van meerdere DAIKIN EKHWP
300/500B zijn ook de boileruitbreidingsset CON SX en
FlowGuards verkrijgbaar. Voor bestelinformatie zie
hoofdstuk 2.3.5.
De montage en bediening van deze extra toebehoren wordt
uitgebreid beschreven in de betreffende bedienings- en monta-
gehandleidingen.
3.2.5 Aansluiting Booster-Heater (toebehoren)
WAARSCHUWING!
Als niet-vuurbestendige elektrische voedingskabels
rechtstreeks op de boiler worden bevestigd, kunnen
deze bij oververhitting van de elektrische bekabeling
vuur vatten.
● Stroomvoedingskabel niet rechtstreeks op het
warmwatervat leggen of bevestigen
of
● Vuurbestendige stroomvoedingskabel (volgens
IEC 60332.1) gebruiken.
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensge-
vaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
● Alvorens werkzaamheden aan onder stroom
staande onderdelen te beginnen deze loskop-
pelen van de stroomtoevoer (zekering en hoofd-
schakelaar uitschakelen) en tegen onbedoeld
opnieuw inschakelen beveiligen.
● Uitsluitend elektrotechnisch gekwalificeerde
vakmensen mogen de aansluitingen op het
elektriciteitsnet realiseren en werkzaamheden aan
elektrotechnische onderdelen uitvoeren onder het
in acht nemen van de toepasselijke normen en
richtlijnen, evenals van de aanwijzingen van het
elektriciteitsdistributiebedrijf.
● Voor iedere vast aangesloten netaansluiting een
aparte onderbreker volgens EN 60335-1 om alle
polen af te sluiten van het stroomnet en een
foutstroombeveiligingschakelaar RCD (FI)
inbouwen, in overeenkomst met de geldende
nationale voorschriften.
● Breng toestelkappen en onderhoudluiken na
voltooiing van de werkzaamheden onmiddellijk
weer aan.
Onbevoegde ingrepen in de elektrische installatie zijn gevaarlijk
en niet toegestaan. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk
voor eventuele schade.
Omstandigheden
– Voor elektrische aansluitingen en elektrische verbruiksmate-
rialen (kabels, isolatie enz.) de geldige nationale voorschrif-
ten in acht nemen.
– De bedrading mag alleen op de daarvoor bedoelde klemmen-
strips worden aangesloten. Er mogen geen andere klemmen-
strips worden gebruikt.
– Zorg voor voldoende trekontlasting van alle elektrische leidin-
gen (
zie hoofdstuk 7.3).
– De afstand tussen de thermistorkabel en de netkabel moet
altijd ten minste 25 mm bedragen, zodat de thermistorkabel
niet aan elektromagnetische interferenties wordt blootge-
steld.
Installatie- en onderhoudshandleiding
14
EKBH3S
De aansluiting van de elektrische verwarmingsstaaf (Booster-
Heater) is alleen samen met een DAIKIN-warmtepomp mogelijk.
De inbouw moet in overeenstemming met de bijhorende instal-
latie- en bedieningshandleidingen van de DAIKIN warmte-
pompen en de betreffende boileraansluitingsset (E-PAC) worden
uitgevoerd.
3.2.6 Warmwater-warmtewisselaar vullen
1. Koudwaterkraan openen.
2. Aftapplaatsen voor warm water openen, zodat een zo groot
mogelijke aftaphoeveelheid kan worden ingesteld.
3. Nadat water bij de aftapplaatsen naar buiten stroomt, de
koudwatertoevoer nog niet onderbreken, zodat de
warmtewisselaar volledig wordt ontlucht en eventuele
verontreinigingen of resten kunnen worden afgevoerd.
3.2.7 Buffervat vullen
Zonder geïnstalleerd zonne-energiesysteem
1. Vulslang aansluiten.
a) Vulslang met anti-retourklep (1/2") op de aansluiting
"DrainBack Solar - aanvoer" (zie afb. 3-4, pos. 11)
aansluiten.
2. Opslagvat van de DAIKIN EKHWP 300/500B vullen tot het
water aan de aansluiting van de veiligheidsoverloop
(zie afb. 3-4, pos. 14) overloopt.
Met geïnstalleerd zonne-energiesysteem
1. KFE-kraan (aan bouwzijde) op het optionele
schroefdraadstuk (1" IG, 1¼" AG) van de regel- en
pompeenheid van de zonne-energie-installatie (EKSRPS3)
monteren.
2. Vulslang met anti-retourklep (1/2") op de eerder
geïnstalleerde KFE-kraan aansluiten.
3. Opslagvat van de DAIKIN EKHWP 300/500B vullen tot het
water aan de aansluiting van de veiligheidsoverloop
(zie afb. 3-4, pos. 14) overloopt.
3.2.8 Collectorcircuit vullen
● Collectorkring volgens de installatiehandleiding van de
regelings- en pompeenheid vullen en ontluchten.
3.2.9 CV en boilercircuit vullen
● Verwarmingsinstallatie en boilervulkring volgens de installa-
tiehandleiding van de betreffende verwarmingsinstallatie
vullen (max. 3 bar) en ontluchten.
● Na het ontluchten, de installatiedruk opnieuw controleren en
evt. instellen (max. 3 bar).
EKHWP 300/500B
Krachtige warmwaterboiler
008.1618732_00 – 02/2013