Gebruik van het apparaat
Als de geselecteerde optie niet verenigbaar is met
het
ingestelde
programma,
onverenigbaarheid gesignaleerd door een zoemer en gaat het
bijbehorende controlelampje knipperen.
Indien de geselecteerde optie onverenigbaar is met
een andere eerder ingestelde optie, blijft alleen de
meest recente selectie actief.
5. Wasmiddel toevoegen
Trek de wasmiddeldispenser uit en voeg
wasmiddel (en additieven/verzachter) toe in de
desbetreffende compartimenten zoals hieronder
beschreven.
het niveau "MAX" niet overschrijden.
Neem de doseeraanbevelingen op de verpakking
van het wasmiddel in acht.
De juiste dosering van detergentia/additieven is
belangrijk, omdat:
· Het optimaliseert het reinigingsresultaat.
· Het voorkomt irritante resten van overtollig
wasmiddel in uw wasgoed.
· Het bespaart geld door verspilling van overtollig
wasmiddel te voorkomen.
· Het beschermt de wasmachine door verkalking
van de onderdelen te voorkomen.
· Het respecteert het milieu door onnodige
milieubelasting te vermijden.
! Gebruik geen handwasmiddelen omdat deze te
wordt
de
Compartiment 1:
Waspoeder
Compartiment 2:
Vloeibaar wasmiddel
Het vloeibare
wasmiddel mag het
niveau "MAX" niet
overschrijden.
Compartiment 3:
De wasverzachter mag
op temperaturen boven de 60℃.
! Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel.
6. Het einde van een programma uitstellen
· Om een programma op een later tijdstip te laten
eindigen, zie de paragraaf "Bedieningspaneel /
DELAY END".
7. Start programma
· Druk op de knop START/PAUZE.
controlelampje gaat branden, de deur wordt
vergrendeld en het controlelampje DOOR LOCK
gaat
branden.
· Open het wasmiddelbakje niet meer tijdens een
lopend programma om overlopen te voorkomen.
· De resterende programmaduur kan variëren.
Factoren als onbalans in de waslading of
schuimvorming kunnen
.
beïnvloeden
8. De instellingen van een lopend programma
wijzigen, indien nodig
U kunt de instellingen nog wijzigen terwijl een
programma loopt.
toegepast, mits de betreffende programmafase
nog niet is afgelopen.
Om de instellingen van een lopend programma te
wijzigen:
· Druk op de toets START/PAUSE
lopende programma op pauze te zetten.
· Verander je instellingen.
· Druk nogmaals op de toets START/PAUSE
het programma voort te zetten.
Als u het programma hebt gewijzigd, voeg dan
geen
wasmiddel
programma.
Om te voorkomen dat een lopend programma
per ongeluk wordt gewijzigd (bijvoorbeeld door
kinderen),
gebruikt
Kinderslot
(zie hoofdstuk "Bedieningspaneel
/ SPEED").
Nederland
Het relatieve
de programmaduur
De
wijzigingen
worden
om het
toe
voor
het
nieuwe
u
de
functie
om