Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
8.2 Startconfiguratie (met flankdetectie)
Externe resetknop (Afb. 3)
• De externe resetknop wordt in serie in de terugkoppeling opgenomen.
• De veiligheidsmodule wordt door het drukken van de resetknop
geactiveerd.
Automatische start (zie Afb. 4)
• De automatische start wordt geprogrammeerd door het aansluiten van
de terugkoppeling op de klemmen X1-X3. Als de terugkoppeling niet
nodig is, moet hier een overbrugging gemaakt worden.
• Opgelet: Niet toegelaten zonder bijkomende maatregelen indien
het risico bestaat dat men over de beschermvoorziening heen kan
stappen!
• Bij gebruik van de veiligheidsmodule AES 1337 met de bedrijfsmodus
"automatische start" moet een automatische herstart na het stilzetten
in geval van nood volgens EN 60204-1 paragraaf 9.2.5.4.2 door de
hogergelegen module verhinderd worden.
Vanwege het werkingsprincipe van de elektronische
zekering moet de gebruiker controleren of er bij circuits
zonder resetknop (automatische reset) geen kans op een
onverwachte start ontstaat.
X1
J
K
A
S
K
B
X2
Afb. 3
8.3 Sensorconfiguratie
Tweekanalige noodstopschakeling met bedienorganen volgens
DIN EN ISO 13850 (EN 418) en EN 60947-5-5 (Afb. 5)
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden herkend.
• Cat. 4 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk.
Tweekanalige veiligheidsdeurbewaking met
vergrendelvoorziening volgens ISO 14119 (Afb. 6)
• Met minstens een gedwongen verbrekende positieschakelaar.
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden herkend.
• Cat. 4 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk.
Tweekanalige aansturing van veiligheidsmagneetschakelaars
volgens EN 60947-5-3 (Afb. 7)
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden herkend.
• Cat. 4 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk.
S21
S13
S21
S22
S14
S22
Afb. 5
Afb. 6
X1
K
A
K
B
X3
Afb. 4
S13
S21 S13
S14
S22 S14
Afb. 7
Het aansluiten van veiligheidsmagneetschakelaars aan de
veiligheidsmodule AES 1337 is uitsluitend toegelaten als de
vereisten van de norm EN 60947-5-3 vervuld zijn.
De volgende technische vereisten moeten minstens vervuld zijn:
– Schakelvermogen: min. 240 mW
– Schakelspanning: min. 24 VDC
– Schakelstroom: min. 10 m A
De volgende veiligheidssensoren voldoen bijvoorbeeld aan
de vereisten:
– BNS33-11z, BNS33-11z-2063,
BNS33-11zG, BNS33-11zG-2237
– BNS250-11z, BNS250-11zG
– BNS120-11z
– BNS180-11z
– BNS303-11z, BNS303-11zG
– BNS260-11z, BNS260-11zG
Als sensoren met LED in het besturingscircuit
(veiligheidscircuit) aangesloten worden, moet de volgende
nominale bedrijfsspanning verplicht aangehouden worden:
– 24 VDC met een max. tolerantie van –5 %/+20 %
– 24 VAC met een max. tolerantie van –5 %/+10 %
Zoniet kunnen er problemen met de beschikbaarheid
optreden. Vooral bij serieschakelingen van sensoren
waarbij de LED's bijvoorbeeld een spanningsval in het
besturingscircuit veroorzaken.
8.4 Actorconfiguratie
Eenkanalige aansturing (Afb. 8
• Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging via
externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten.
• Als de terugkoppeling niet nodig is, moet hier een overbrugging
gemaakt worden.
•
= Terugkoppeling
S
Tweekanalige aansturing met terugkoppeling (Afb. 9)
• Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging via
externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten.
• Als de terugkoppeling niet nodig is, moet hier een overbrugging
gemaakt worden.
•
= Terugkoppeling
S
L1
K
S
A
X1
X3
13
14
K
A
N
Afb. 8
NL
AES 1337
L1
K
K
S
A
B
X1
X3
13
K
A
14
K
K
A
B
N
Afb. 9
K
B
K
A
5