7 Werking
7
Werking
7.1
Cascaderegeling
Afb.118 Cascadenummering
A
Afb.119 Traditioneel beheer van de casca
deregeling
4
+3K
-3K
3
2
1
0
4
8
Afb.120 Parallel beheer van de cascadere
geling
2
+3K
-3K
1
0
4
8
24
Met de HMI T-control gemonteerd in de hoofdketel is het mogelijk om
maximaal 7 ketels in cascade te beheren die zijn uitgerust met de HMI S-
control. De systeemsensor is aangesloten op de hoofdketel. Alle ketels
van de cascade zijn verbonden via een S-BUS-kabel. De ketels worden
automatisch genummerd:
B
C
Er zijn twee opties voor het beheer van de cascaderegeling:
Achtereenvolgens toevoegen van extra ketels (traditionele regeling).
Gelijktijdig toevoegen van extra ketels (parallelle regeling).
AD-3000964-01
5
6
x
4
8
AD-3000960-01
3
4
Cascadealgoritme temperatuurtype, het naar de werkende ketel verzon
den richtpunt is :
Vermogen; gevraagd door de zones.
x
4
8
Temperatuur; uitvoerrichtpunt gevraagd door de zones + foutbereke
AD-3000961-01
ning.
Cascadealgoritme vermogenstype, het naar de werkende ketel verzonden
richtpunt is :
Vermogen; volgens PI-algoritmes.
Temperatuur; -90 °C
A De hoofdketel is nummer 1.
B De eerste volgketel is nummer 3 (nummer 2 bestaat niet).
C De tweede volgketel is nummer 4; en zo voort.
1 De eerste ketel begint te werken als de systeemtemperatuur 3°C
onder de richttemperatuur is.
2 Na 4 minuten begint de tweede ketel te werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C onder het richtpunt
is.
3 Na 8 minuten begint de derde ketel te werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C onder het richtpunt
is.
4 De eerste ketel stopt met werken als de systeemtemperatuur 3°C
boven de richttemperatuur is.
5 Na 4 minuten stopt de tweede ketel met werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C boven het richtpunt
is.
6 Na 8 minuten stopt de derde ketel met werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C boven het richtpunt
is.
1 Alle ketels in cascade beginnen te werken als de systeemtempera
tuur 3°C onder de richttemperatuur is.
2 De eerste ketel stopt met werken als de systeemtemperatuur 3°C
boven de richttemperatuur is.
3 Na 4 minuten stopt de tweede ketel met werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C boven het richtpunt
is.
4 Na 8 minuten stopt de derde ketel met werken als ΔT< 6K en de
systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C boven het richtpunt
is.
7657178 - v.03 - 05032018