5. Informatie over de opstelling
Waarschuwing!
•
Verwijder transportmateriaal en even-
tuele transportbeveiligingen.
•
Controleer apparaat en toebehoren op
volledigheid en intactheid.
•
Controleer het apparaat op transport-
schade. Eventuele schade meteen mel-
den aan de transportonderneming die
de compressor heeft geleverd.
•
De compressor moet worden opgesteld
in de buurt van de verbruiker.
•
Lange luchtleidingen en lange toe-
voerleidingen (verlengkabels) moeten
worden vermeden.
•
Ervoor zorgen dat de aanzuiglucht
droog en stofvrij is.
•
De compressor niet in een vochtige of
natte ruimte opstellen.
•
De compressor mag alleen in geschikte
ruimtes (goed geventileerd, omge-
vingstemperatuur +5°C tot 40°C) wor-
den ingezet. In de ruimte mogen geen
stof, geen zuren, dampen of explosieve
of ontvlambare gassen aanwezig zijn.
•
De compressor is geschikt de inzet in
droge ruimtes. In een vochtige omge-
ving mag hij niet worden ingezet.
•
Zet het apparaat alleen in op een sta-
biele, vlakke ondergrond.
D_K_241_50_EX_NL_SPK7.indb 14
D_K_241_50_EX_NL_SPK7.indb 14
N
6. Montage en bedrijf
Vóór de inbedrijfstelling het apparaat
zeker volledig monteren!
6.1 Montage van de standvoet (4)
De meegeleverde standvoeten moeten
worden gemonteerd zoals getoond in af-
beelding 4.
6.2 Montage van de wielen (3)
De meegeleverde wielen moeten worden
gemonteerd zoals getoond in afbeelding 5
en afbeelding 6.
6.2.1 Montage van de wielkap (A)
Druk de wielkap (A) zoals getoond in af-
beelding 7 op het wiel (3), tot deze hoorbar
inklikt.
6.3 Netaansluiting
Alvorens het apparaat in bedrijf te nemen
moet u controleren of de netspanning over-
eenkomt met de bedrijfsspanning vermeld
op het vermogensplaatje van de machine.
Lange leidingen en verlengkabels, kabel-
trommels enz. leiden tot spanningsverlies
en kunnen het starten van de motor verhin-
deren. Bij lage temperaturen onder +5°C
start de motor eventueel moeilijk als gevolg
van stroefheid.
14
02.05.2017 11:31:01
02.05.2017 11:31:01