4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
2
uitgevoerd worden.
De voeding moet worden beschermd tegen permanente overspanning. Daarom moeten gestabiliseerde voedingen
volgens EN 60204-1 gebruikt worden.
De vereiste elektrische kabelbescherming moet in de installatie worden voorzien.
De veiligheidsuitgangen kunnen rechtstreeks opgenomen worden in het veiligheidscircuit van de besturing.
Eisen voor de navolgend geschakelde veiligheidsmodule:
Tweekanalige veiligheidsingang, geschikt voor 2 p-schakelende halfgeleideruitgangen
Configuratie veiligheidsbesturing
F
Bij aansluiting van de veiligheidsschakelcomponent aan elektronische veiligheidsmodules raden wij aan, een
tijdsvertraging van minstens 100 ms in te stellen. De veiligheidsingangen van de veiligheidsmodule moeten een testimpuls
van ca.1 ms kunnen maskeren. De veiligheidsmodule moet niet met een dwarssluitdetectie uitgerust zijn; een eventueel
aanwezige dwarssluitdetectie moet uitgeschakeld worden.
Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online
F
catalogus: products.schmersal.com.
Als het component op een relais of niet-veilige besturingscomponenten aangesloten wordt, is een nieuwe
risicoanalyse vereist.
kabel
De kabelinvoer gebeurt via een metrische wartel M 20. Deze moet door de gebruiker passend voor de gebruikte
kabel gedimensioneerd worden. De gebruikte kabelwartels moeten over een trekontlasting en een geschikte IP
beschermgraad beschikken.
Lengte x van de kabel
aan schroefklemmen (SK): 8 mm
aan veeraansluitklemmen (CC) van het type s, r of f: 7,5 mm
4.2 Seriële diagnose -SD
De gemonteerde brug 24V, X1, X2 is inbegrepen in de levering van ...-1P2PW en ...-SD2P.
F
13-23