Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

INTERLOCK SYSTEMEN
TC-MS
191019
MAASLAND ADVANCED INTERLOCK SYSTEM
INSTALLATIE- EN SERVICEHANDLEIDING
t +31 88 500 2800
01
info@maaslandgroep.nl
www.maaslandgroep.nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor MAASLAND ADVANCED INTERLOCK SYSTEM

  • Pagina 1 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 MAASLAND ADVANCED INTERLOCK SYSTEM INSTALLATIE- EN SERVICEHANDLEIDING t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Inhoudsopgave Inleiding De modulaire opbouw Leveringsomvang Montage Gebruikte begrippen en definities De controller nader bekeken De aansluitingen op de controller .............................6 6.1.1 Deur 1 sectie..............................7 6.1.2 Deur 2 sectie..............................9 6.1.3 Voeding sectie ..............................11 6.1.4 De Comm(unicatie) sectie ..........................11 De LED’s op de controller ...............................12 De schakelaars en USB aansluiting op de controller ......................13 Configuratie...
  • Pagina 3 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Sluis met personendetector 10.1 Minimale additioneel benodigde producten ........................34 10.2 Optionele additionele benodigde producten ........................34 10.3 Aansluiten ..................................34 10.4 Werking...................................35 10.5 Configuratie via de DIP-switches ............................36 10.6 Aansluitschema ................................37 Sluis met personendetector en privacy schakeling 11.1 Minimale additioneel benodigde producten ........................38 11.2 Optionele additionele benodigde producten ........................38 11.3...
  • Pagina 4: Inleiding

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Inleiding Het veelzijdige en modulair opgebouwde Maasland interlock systeem is geschikt voor sluissystemen van 2 tot 50 deuren. Naast een uitgebreide set aan functies, waarmee zowel eenvoudige als de meest uiteenlopende sluisoplossingen gerealiseerd kunnen worden, voorziet dit systeem in eenvoudige installatie- en beheermogelijkheden. Het systeem wordt opgebouwd op basis van Maasland interlock controllers. Iedere controller is geschikt voor maximaal 2 deuren. Er kunnen tot maximaal 25 controllers eenvoudig aan elkaar gekoppeld worden tot één systeem. Op deze manier kan de installatie perfect en efficiënt worden afgestemd op de omvang van de gewenste sluisoplossing en zijn latere uitbreidingen eenvoudig te realiseren. De controllers zijn standaard voorzien van aansluitingen voor toegangsdisplays, handmelders, elektrische vergrendelingen, deurstandsignaleringen, drukknoppen, personendetector en overbruggingsschakelingen en/of blokkeer- schakelingen. Deze componenten zijn allemaal aan te sluiten op installatie- en servicevriendelijke, losneembare connectoren. Teneinde op een adequate manier onderhoud aan het systeem uit te kunnen voeren, houdt het Maasland interlock systeem exact bij hoe vaak iedere deur in het systeem is aangestuurd. De deurstatus van iedere deur in het systeem, alsmede de firmware versies en voedingsspanningen van ieder afzonderlijke controller kunnen eenvoudig en snel in één overzicht via de bijbehorende software worden opgevraagd. Beheer en configuratie van het gehele systeem gebeurd via aan laptop met software, welke is aangesloten op één willekeurig welke controller in het systeem. Een update van de firmware of een aanpassing van de configuratie gebeurt dus centraal. Voor eenvoudige configuraties van kleine systemen is een laptop niet eens noodzakelijk. Via DIP-switches zijn de meest voorkomende configuraties snel en eenvoudig in te stellen. Het Maasland interlock systeem maakt niet alleen de meest uiteenlopende sluisfuncties mogelijk, waarbij desgewenst zelfs meerdere sluizen met elkaar kunnen samenwerken, het maakt ook wijzigingen achteraf zeer eenvoudig. Het Maasland interlock systeem houdt in de eerste plaats rekening met de wensen van de gebruiker, daarbij zijn echter de adviseur, de installateur en de onderhoudsmonteur niet vergeten. In deze handleiding zijn veel aansluitvoorbeelden gegeven, waarbij voor de randapparatuur zoals elektromagneten, elektrische sloten, toegangsdisplays, magneetcontacten, personendetectoren en handmelders, zoveel mogelijk gebruik is gemaakt van standaard bij Maasland verkrijgbare producten. Dit houdt echter niet in dat de controller niet kan werken met andere producten. De modulaire opbouw Het Maasland interlock systeem is een modulair systeem. Dit houdt in dat er vrijwel altijd een systeem gerealiseerd kan worden welke past bij de omvang van het project. Van eenvoudige sluizen met 2 deuren tot geavanceerde samenwerkende sluissystemen met maximaal 50 deuren, kunnen vrijwel altijd gerealiseerd worden zonder of met minimale overhead. Daarnaast biedt de modulaire opbouw de mogelijkheid om eenmaal gerealiseerde systemen eenvoudig uit te breiden.
  • Pagina 5: Montage

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Montage De controller wordt in één van de gespecificeerde Maasland netvoedingen gemonteerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van 8 kunststof plakvoeten. Mocht de klant dit zelf willen verzorgen dient hij als volgt te werken: 1. L eg de netvoedingskast (of ander soort kast) geopend op tafel. 2. O ntvet de bodem van de kast. 3. P laats de ‘interlock plakmal’ op de bodem van de kast en schuif deze zover mogelijk naar onderen. 4. P lak, in ieder van de 8 gaten in de mal, een kunststof plakvoet op de bodem van de kast en druk deze goed aan. 5. V erwijder de ‘interlock plakmal’. 6. D ruk de 8 plakvoeten nogmaals goed aan. 7. P laats de controller met de 8 montagegaten op de 8 plakvoeten en druk het paneel gelijkmatig aan, zodat deze op alle 8 plakvoeten vastklikt. 8. S luit het de controller aan op de voeding (2 draden).
  • Pagina 6: De Controller Nader Bekeken

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 De controller nader bekeken De aansluitingen op de controller Teneinde de controller in te kunnen zetten voor de meest uiteenlopende sluisconfiguratie en om het aansluiten van alle daarvoor benodigde randapparatuur zo eenvoudig mogelijk en servicevriendelijk aan te sluiten, is de controller voorzien van een groot aantal aansluitingen. Al deze aansluitingen zijn uitgevoerd als steekbare schroefconnectoren. Daarbij zijn de aansluitingen, daar waar mogelijk, op een logische wijze gegroepeerd, zodanig dat een randapparaat veelal op één connector aangesloten kan worden. Tekening 1 De connectoren op de controller Tekening 1 De connectoren op de controller toont de controller onderverdeeld in de volgende secties: • Deur 1, met de connectoren P1…P4 • Deur 2, met de connectoren P5…P8 • Voeding, met de connector P9 • Comm(unicatie), met de connector P10 In de volgende paragrafen worden de aansluitingen op de connectoren per sectie toegelicht. Alle aansluitingen op de connectoren P1…P9 welke voorzien zijn van de aanduiding ‘-‘, zijn elektrisch met elkaar doorverbonden! t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 7: Deur 1 Sectie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 6.1.1 Deur 1 sectie De connectoren P1 en P2 zijn bedoeld voor de toegangsdisplays, al dan niet voorzien van een drukknop, voor deur 1. Door de toegangsdisplays ieder een eigen set aansluitingen te geven kan de controller de toegangsdisplays onafhankelijk van elkaar aansturen en de drukknoppen onafhankelijk van elkaar detecteren. In de configuratiesoftware wordt onderscheid gemaakt tussen de beide zijden van de deur. De ene zijde wordt aangeduid met ‘A-zijde’, de andere met ‘B-zijde’. Connector P1 correspondeert met de ‘A-zijde’ van de deur, connector P2 met de ‘B-zijde’. De aansluitingen van P1 en P2 zijn als volgt: Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De Open Collector uitgang voor de GROENE indicator. De Open Collector uitgang voor de RODE indicator. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De ingang voor een eventuele drukknop. De - aansluiting van de voedingsaansluiting voor de potentiaal vrije drukknop. Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De Open Collector uitgang voor de GROENE indicator. De Open Collector uitgang voor de RODE indicator. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De ingang voor een eventuele drukknop. De - aansluiting van de voedingsaansluiting voor de potentiaal vrije drukknop. Op connector P3 zijn 3 ingangen aanwezig welke gebruikt kunnen worden voor onder andere de volgende sensoren, drukknoppen of randapparatuur: • Blokkeerschakelaar of blokkeerschakeling • Overbruggingsschakelaar of overbruggingsschakeling • Magneetcontact (DMC) •...
  • Pagina 8 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Connector P4 is bedoeld voor het aansluiten van een elektrisch slot, elektromagneet of andere elektrisch bedienbare grendel. Daarnaast biedt de connector ruimte voor het aansluiten van een nooddrukker of handmelder. Op de connector is naast een potentiaal vrij relaiswisselcontact tevens een voedingsuitgang voor het slot of grendel aanwezig. Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het slot of de grendel. Het NC (Normaly Closed) contact van het relaiswisselcontact. Het NO (Normaly Opened) contact van het relaiswisselcontact. 1COM De COM (Common) aansluiting van het relaiswisselcontact. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het slot of de grendel. Indien gebruik gemaakt wordt van de voedingsaansluiting op de connector is een draadbrug, tussen aansluiting ‘VS’ en ‘1COM’, voldoende om de noodzakelijke bedrading te realiseren. Het slot of de grendel kan dan aangesloten worden op aansluiting ‘-‘ en ‘1NC’ of ‘1NO’. Een eventuele nooddrukker of handmelder kan worden aangesloten in plaats van de bovengenoemde draadbrug. Op deze manier is ook de bedrading van deze producten eenvoudig en op hun eigen aansluitingen te realiseren. De aangesloten nooddrukker of handmelder werkt in dit geval uitsluitend voor deur 1! Er wordt met de controller standaard een korte draad meegeleverd welke als draadbrug gebruikt kan worden. t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 9: Deur 2 Sectie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 6.1.2 Deur 2 sectie De connectoren P5 en P6 zijn bedoeld voor de toegangsdisplays, al dan niet voorzien van een drukknop, voor deur 2. Door de toegangsdisplays ieder een eigen set aansluitingen te geven kan de controller de toegangsdisplays onafhankelijk van elkaar aansturen en de drukknoppen onafhankelijk van elkaar detecteren. In de configuratiesoftware wordt onderscheid gemaakt tussen de beide zijden van de deur. De ene zijde wordt aangeduid met ‘A-zijde’, de andere met ‘B-zijde’. Connector P5 correspondeert met de ‘A-zijde’ van de deur, connector P6 met de ‘B-zijde’. De aansluitingen van P5 en P5 zijn als volgt: Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De Open Collector uitgang voor de GROENE indicator. De Open Collector uitgang voor de RODE indicator. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De ingang voor een eventuele drukknop. De - aansluiting van de voedingsaansluiting voor de potentiaal vrije drukknop. Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De Open Collector uitgang voor de GROENE indicator. De Open Collector uitgang voor de RODE indicator. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het display. De ingang voor een eventuele drukknop. De - aansluiting van de voedingsaansluiting voor de potentiaal vrije drukknop. Op connector P7 zijn 3 ingangen aanwezig welke gebruikt kunnen worden voor onder andere de volgende sensoren, drukknoppen of randapparatuur: • Blokkeerschakelaar of blokkeerschakeling • Overbruggingsschakelaar of overbruggingsschakeling • Magneetcontact (DMC) • Slotstandsensor • Personendetector (PIR en/of radar) • Signalering van bijvoorbeeld handmelders Connector...
  • Pagina 10 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Connector P8 is bedoeld voor het aansluiten van een elektrisch slot, elektromagneet of andere elektrisch bedienbare grendel. Daarnaast biedt de connector ruimte voor het aansluiten van een nooddrukker of handmelder. Op de connector is naast een potentiaal vrij relaiswisselcontact tevens een voedingsuitgang voor het slot of grendel aanwezig. Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsuitgang voor het slot of de grendel. Het NC (Normaly Closed) contact van het relaiswisselcontact. Het NO (Normaly Opened) contact van het relaiswisselcontact. 2COM De COM (Common) aansluiting van het relaiswisselcontact. De + aansluiting van de voedingsuitgang voor het slot of de grendel. Indien gebruik gemaakt wordt van de voedingsaansluiting op de connector is een draadbrug, tussen aansluiting ‘VS’ en ‘2COM’, voldoende om de noodzakelijke bedrading te realiseren. Het slot of de grendel kan dan aangesloten worden op aansluiting ‘-‘ en ‘2NC’ of ‘2NO’. Een eventuele nooddrukker of handmelder kan worden aangesloten in plaats van de bovengenoemde draadbrug. Op deze manier is ook de bedrading van deze producten eenvoudig en op hun eigen aansluitingen te realiseren. De aangesloten nooddrukker of handmelder werkt in dit geval uitsluitend voor deur 2! Er wordt met de controller standaard een korte draad meegeleverd welke als draadbrug gebruikt kan worden. t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 11: Voeding Sectie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 6.1.3 Voeding sectie Op connector P9 moet de voeding voor de controller en eventueel de voeding voor de sloten of grendels worden aangesloten. Connector Omschrijving De - aansluiting van de voedingsingang voor de sloten of de grendels. De + aansluiting van de voedingsingang voor de sloten of de grendels. +12/24V De + aansluiting van de voedingsingang welke desgewenst doorverbonden kan worden naar aansluiting VS. +12/24V De + aansluiting van de voedingsingang. De - aansluiting van de voedingsingang. ‘AARDE’ De ‘AARDE’ aansluiting welke doorverbonden moet worden met het metaal van de kast. Zie hoofdstuk 14 voor meer informatie over het aansluiten van de voeding. 6.1.3 De Comm(unicatie) sectie Connector P10 is bedoeld om meerdere controllers met elkaar te verbinden. De aansluitingen op P10 zijn als volgt: Connector Omschrijving ‘AARDE’ Aansluiting voor een eventuele kabelafscherming. De GND aansluiting van de communicatiebus. De D- aansluiting van de communicatiebus. De D+ aansluiting van de communicatiebus. In hoofdstuk 12 wordt volop aandacht besteed aan de communicatiebus aan hoe deze aangesloten moet worden. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 12: De Led's Op De Controller

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 De LED’s op de controller Voor een snelle en eenvoudige controle of diagnose is de controller voorzien van een groot aantal LED’s. In tekening 2 zijn alle LED’s op het paneel rood omcirkeld. Tekening 2 De LED’s op de controller De LED’s op het paneel hebben de volgende functies: 1. A lle in- en uitgangen zijn voorzien van een LED’s die de status van de in- of uitgang aangeeft. De LED bij een in- of uitgang brandt indien de in- of uitgang actief is. De uitgangen voor een GROENE indicator hebben een groene LED, de uitgangen voor een RODE indicator hebben een rode LED en alle overige in- en uitgangen hebben een gele LED. 2. D eze LED geeft de status van het relais voor deur 1 aan. Indien de LED uit is, zijn de aansluitingen ‘1COM’ en ‘1NC’ met elkaar verbonden, indien de LED brandt zijn de aansluitingen ‘1COM’ en ‘1NO’ met elkaar verbonden. 3. D eze LED geeft de status van het relais voor deur 2 aan. Indien de LED uit is, zijn de aansluitingen ‘2COM’ en ‘2NC’ met elkaar verbonden, indien de LED brandt zijn de aansluitingen ‘2COM’ en ‘2NO’ met elkaar verbonden. 4. D e status van de controller wordt weergegeven met de LED’s ‘STAT’, ‘COM’ en ‘ERR’. Deze LED’s hebben de volgende standaard functies: • ‘ STAT’ geeft een zogenaamde hartbeat weer. Het rustig knipperen van deze LED is een teken dat het programma in de controller nog steeds wordt afgewerkt.
  • Pagina 13: De Schakelaars En Usb Aansluiting Op De Controller

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 De schakelaars en USB aansluiting op de controller De controller is voorzien van een aantal schakelaars, een drukknop en een USB connector, allemaal bedoeld voor het maken van de juiste instellingen van het de controller. In tekening 3 zijn deze elementen rood omcirkelt. Tekening 3 De schakelaars en USB connector op de controller De elementen hebben de volgende functies: 1. De achtvoudige DIP-switch heeft twee functies. Deze functies zijn: • I nstellen van het adres van de controller, wat nodig is indien er meerdere controllers gekoppeld moeten worden. • I nstellen van eenvoudige configuraties. Eenvoudige configuraties tot 4 deuren kunnen zonder PC via de DIP-switches ingesteld worden. 2. De drukknop is bedoeld voor het resetten van de controller. Zie hoofdstukken 16 tot en met 19 voor meer informatie. 3. Deze schakelaar is bedoeld voor het in- of uitschakelen van de afsluitweerstand voor de communicatiebus. 4. D e USB connector is bedoeld voor het aansluiten van het paneel op een geschikte computer. Via de computer met configuratiesoftware kan: • de controller, of alle controllers binnen het systeem, zo nodig van nieuwe firmware worden voorzien. • de status van de controller, of de status van alle controllers binnen het systeem, worden uitgelezen.
  • Pagina 14: Configuratie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Configuratie Het interlock systeem is op de volgende manieren te configureren: • v ia DIP-switches. Deze configuratiemethode is bedoeld voor snelle configuratie zonder dat de installateur daarbij een computer nodig heeft. Deze configuratiemethode is beperkt tot interlocksystemen met maximaal 4 deuren en een set voorgedefinieerde sluistypes of deurfuncties. • v ia een geschikte PC of laptop. Via deze configuratiemethode kunnen alle mogelijkheden van het interlocksysteem worden geconfigureerd. Deze methode is geschikt voor zowel kleine systemen welke uit slechts één controller bestaan als omvangrijke systemen tot 50 deuren. 7.1 Configuratie met DIP-switches Eenvoudige configuraties kunnen via de DIP-switches op de controller worden gemaakt, daarvoor mogen de DIP-switches op spanningsloze controllers en op controllers welke in bedrijf zijn worden omgezet. Op systemen bestaande uit één controller (2 deuren) wordt de functionaliteit volledig bepaald door de DIP-switch instellingen op die ene controller. In systemen met twee controllers (3 of 4 deuren) wordt de configuratie bepaald door de instellingen van de DIP-switches op beide controllers. Daarbij wordt met de DIP-switches op de eerste controller de functionaliteit bepaald en met de DIP-switches op de tweede controoler wordt ingesteld welke deuren met elkaar samen moeten werken. In een correct functionerend systeem nemen de controllers de nieuwe DIP-switch instellingen direct over. Het is dus niet nodig de controller of de controllers opnieuw op te starten. Indien bij opstart geen tweede controller is aangesloten of de communicatie tussen beide controllers niet werkt, dan vormen deur 1 en 2 op de eerste controllers samen een sluis welke werkt conform de instellingen op controller 1. De werking van de deuren op controller 2 zijn onbekend omdat de controller geen instellingen van controller 1 kan ontvangen. Voor de juiste werking van beide controllers is na herstel van de communicatie een nieuwe opstart van het systeem noodzakelijk! 7.1.1 DIP-switches op de eerste controller Met DIP-Switches S1-1 en S1-2 wordt de configuratiemethode bepaald. De volgende instellingen zijn mogelijk: Configuratiemethode S1-1...
  • Pagina 15 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.1.1.1 Standaard sluizen Met DIP-switches S1-3, S1-4 en S1-5 wordt het type installatie ingesteld. Daarbij dienen de in deze handleiding gegeven voorbeelden als referentie. De volgende instellingen zijn mogelijk: Type installatie (conform deze handleiding) S1-3 S1-4 S1-5 Sluis – deuren standaard ontgrendeld. Sluis – deuren standaard ontgrendeld, met deurstand- en slotstandsensor. Sluis – deuren standaard vergrendeld. Sluis – deuren standaard vergrendeld, met deurstand- en slotstandsensor. Tabel 2 Instellen van type installatie Met DIP-switches S1-6, S1-7 en S1-8 kunnen een aantal opties binnen het type installatie worden gekozen. Voor de eerste vier installatietypes (S1-3 op OFF) zijn de volgende opties mogelijk: DIP-switch S1-6 bepaald de ontgrendeltijd van het elektrische slot bij standaard vergrendelde deuren. De mogelijkheden zijn als volgt: Ontgrendeltijd S1-6 Ontgrendeltijd is 5 seconden. Ontgrendeltijd is 30 seconden. Tabel 3 Instellen van ontgrendeltijd DIP-switches S1-7 en S1-8 bepalen de functionaliteit van de ingangen 1G en 2G op de controller. De volgende optie zijn beschikbaar: Functie van ingangen 1G en 2G...
  • Pagina 16: Dip-Switches Op De Tweede Controller

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.1.2 DIP-switches op de tweede controller Indien een systeem met drie of vier deuren geconfigureerd moet worden, moeten de DIP-switches op de tweede controller worden gebruikt om aan te geven welke deuren afhankelijk van elkaar zijn. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden: DIP-Switch Functie S1-1 Altijd op ON S1-2 Altijd op OFF S1-3 Op ON indien deur 1 en 2 niet samen open mogen. S1-4 Op ON indien deur 1 en 3 niet samen open mogen. S1-5 Op ON indien deur 1 en 4 niet samen open mogen.
  • Pagina 17: Configuratie Via De Pc Of Laptop

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2 Configuratie via de PC of laptop Voor de configuratie met de PC is een PC of laptop met een vrije USB poort en voorzien van Windows 7, 8.1 of 10 noodzakelijk. Via de configuratiesoftware kan onder andere het volgende worden uitgevoerd: • Een firmware upgrade van een enkele controller of van alle controllers binnen een systeem. • Een statusoverzicht van een enkele controller of van een compleet systeem opvragen. • De configuratie van een controller of van een compleet systeem maken of aanpassen. • De configuratie van een controller of systeem uitlezen. Via de configuratiesoftware zijn alle mogelijkheden van het systeem toegankelijk en kunnen op een eenvoudige manier geavanceerde en complexe interlock systemen tot 50 deuren gebouwd worden. De configuratiesoftware is zodanig opgezet dat deze voor een technicus eenvoudig te begrijpen is. Ondanks dat deze handleiding niet is bedoeld voor de uitleg van de configuratiesoftware, is in de volgende paragrafen wel een kleine toelichting op de software gegeven. Dit is mede bedoeld om de mogelijkheden van het systeem aan te geven. Uitleg over de geavanceerde functies van het systeem en hoe deze via de configuratiesoftware geconfigureerd kan worden wordt gegeven tijdens de daarvoor bedoelde training welke door Maasland Groep wordt verzorgd. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 18: Dip-Switch Instellingen

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2.1 DIP-switch instellingen Voor de configuratie van het systeem via de computer en voor de communicatie tussen de controllers onderling, moet ieder paneel van een uniek adres hebben. Het adres van een controller wordt ingesteld met de DIP-switches S1-4 … S1- 8. Omdat de deurnummering afhankelijk is van het adres dient er altijd met adres 1 te worden begonnen, op de volgende controllers dient iedere keer een adres hoger ingesteld te worden. In tabel 11 is een overzicht gegeven van alle adressen en bijbehorende DIP-switch instellingen. Adres 1e deur op 2e deur op S1-1 S1-2 S1-3 S1-4 S1-5 S1-6 S1-7 S1-8 controller controller Altijd op OFF voor Deurnummering Adres instelling configuratie via PC Tabel 11 Adres instellen met DIP-Switches t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 19: Installatie Van De Software

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2.2 Installatie van de software De configuratiesoftware wordt geleverd als één installatiebestand genaamd “Interlock_Installer.exe”. Het opstarten van dit bestand zal de software en de bijbehorende USB driver installeren. Sluit geen controllers aan op de computer voordat de software en driver zijn geïnstalleerd. Indien u dit wel doet, zal Windows de hardware toevoegen met verkeerde drivers en zal de communicatie met de controllers niet mogelijk zijn! 7.2.3 Configuratie met behulp van ruimtes Om complexe sluisoplossingen mogelijk te maken, is de configuratie van een deur opgedeeld in twee zijden. Iedere zijde van een deur kan een eigen configuratie krijgen en de zijden van de deur kunnen onderdeel uitmaken van verschillende sluizen. Voor het vereenvoudigen van de configuratie kunnen binnen de software ruimtes worden gedefinieerd (Menu ‘Configuratie’, optie ‘Ruimtes’). Voor elke zijde kan worden aangegeven in welke ruimte de deur zich bevindt. Hierdoor zal de software het aantal beschikbare deuren waarmee een sluis gevormd kan worden automatisch reduceren. Naast de vrij te definiëren ruimtes zijn er twee standaard ruimtes gedefinieerd: • ‘ Alle deuren’, selecteer deze ruimte indien ook een afhankelijkheid van deurzijden buiten de ruimte waarin de te configureren deurzijde zich bevind geselecteerd moet worden. • ‘Geen enkele deur’, selecteer deze ruimte voor deurzijden die geen onderdeel van een sluis vormen. 7.2.4 De functie die per deur ingesteld kunnen worden In afbeelding 1 en afbeelding 2 zijn de instellingen per deur te zien. De hoofdgroepen van deze instellingen zijn kort toegelicht. De instellingen spreken min of meer voor zich zelf.
  • Pagina 20: Slotsturing

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Afbeelding 1 Instellingen voor een deur 7.2.4.1 Slotsturing Onder ‘Slotsturing’ kan ingesteld worden of het elektrische slot standaard ontgrendeld of vergrendeld moet worden. Daarnaast kan worden aangegeven op welke ingangen de deurstandsensor en slotstandsenor zijn aangesloten. 7.2.4.2 Sluis vormen met Onder ‘Sluis vormen met’ kan worden geselecteerd met welke deurzijden de betreffende deurzijde een sluisfunctie moet vormen. Om dit proces eenvoudig te maken kan via het ruimtefilter worden gekozen in welke ruimte betreffende deurzijde zich bevind. Hierdoor wordt de keuze beperkt tot de overige deurzijden in de geselecteerde ruimte. De standaard instelling is de standaard aanwezige groep ‘geen enkele deur’. t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 21: Drukknop [Ingang C] En/Of Drukknop [Ingang F]

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2.4.3 Gedrag Onder ‘Gedrag’ wordt ingesteld wat de blokkeertijd voor de deuren binnen de sluis is. Daarnaast kan worden ingesteld hoe een defecte deur moet worden geïnterpreteerd. Indien een defecte deur als ‘Geopend’ wordt ingesteld, zal het systeem de overige deuren binnen de sluis blokkeren op het moment dat betreffende deur als defect wordt gezien. Een deur wordt door een controller als defect beschouwd indien het paneel geen statusinformatie meer over betreffende deur ontvangt. De oorzaak hiervan kan een defecte, verkeerd aangesloten of verkeerd ingestelde communicatiebus zijn. 7.2.4.4 Drukknop [ingang C] en/of Drukknop [ingang F] Onder ‘Drukknop [ingang C]’ voor deurzijde A en/of ‘Drukknop [ingang F]’ voor deurzijde B, indien beide zijden apart configureert, wordt de functie van de drukknoppen op de toegangsdisplays ingesteld. • ‘ Deur tijdelijk ontgrendelen’: maakt van de aangesloten knop een ‘Openen’ knop welke de deur voor de ingestelde tijd ontgrendeld. • ‘ Privacy andere zijde negeren’: maakt van de aangesloten knop een knop om een privacy functie die met de knop aan de andere zijde van de deur is ingesteld te overbruggen of te negeren. • ‘Privacy functie’: maakt van de aangesloten knop een knop om een privacy functie te activeren of deactiveren. • ‘ Privacy signaal gekoppelde deur(en) gebruiken’: zet de privacy functie van de deur aan indien de privacy functie bij één of meer van de gekoppelde deuren is geactiveerd. Deze functie heeft niet direct iets met de aangesloten drukknop , maar is meer een optie bij de privacy functie. • ‘...
  • Pagina 22: Configuratievolgorde

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Afbeelding 2 Instellingen voor een deur (vervolg) 7.2.4.7 Persoonsdetectoringang Onder ‘Persoonsdetectoringang’ wordt optioneel ingesteld welke ingang als persoonsdetectoringang wordt gebruikt, daarbij is het ook mogelijk om persoonsdetectoringangen van gekoppelde deuren te gebruiken. Indien de overbruggingsingang actief is, wordt de blokkering van de overige deuren van de sluis verlengt met de ingestelde tijd. Deze optie wordt onder andere voor badkamers gebruikt. 7.2.4.8 Signaleringsingang Onder ‘Signaleringsingang’ wordt optioneel ingesteld welke ingang als signaleringsingang wordt gebruikt, daarbij is het ook mogelijk om signaleringsingangen van gekoppelde deuren te gebruiken. Indien de signaleringsingang actief is, wordt een ingestelde (afwijkende) signalering op de toegangsdisplay(s) van betreffende deur weergegeven. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt om een geactiveerde handmelder te signaleren. 7.2.5 Configuratievolgorde Om de configuratie van een systeem zo eenvoudig mogelijk te laten verlopen wordt de volgende configuratievolgorde geadviseerd: • S tel de DIP-switches op alle controllers in, zodanig dat ze allemaal een uniek opeenvolgend adres hebben. • V erbind de controllers via de communicatiebus met elkaar. • S chakel de voedingsspanning van de controllers in. • V erbind de computer via een USB-kabel met één van de controllers. • S tart de configuratiesoftware en kies voor de optie ‘Nieuwe configuratie maken …’.
  • Pagina 23: Statusinformatie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2.6 Statusinformatie Voor het controleren van het systeem, het zoeken van fouten of het opvragen van service-informatie kan via de configuratiesoftware eenvoudig een statusoverzicht van het gehele systeem (alle panelen) worden opgevraagd. Een voorbeeld is gegeven in afbeelding 3. Het opvragen van deze informatie gaat als volgt: • Z org voor een actieve verbinding tussen de computer een één van de controllers binnen het systeem. • S electeer in menu ‘Info’ de optie ‘Status overzicht’. • D e computer zal een overzicht van het gehele systeem geven. Een deel van de data wordt eens per 15 seconden ververst, de deurstatus wordt echter realtime weergegeven. Afbeelding 3 Status overzicht In het overzicht wordt de volgende informatie weergegeven: • D e serienummers van de aangesloten controllers. • D e namen van de deuren. • D e status van de deuren. • E en teller voor het aantal schakelingen dat ieder relais op de controller heeft gemaakt. • E en uren teller voor de tijd dat de controller in bedrijf is geweest.
  • Pagina 24: Overdracht Van Firmware En Configuratiedata

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 7.2.7 Overdracht van firmware en configuratiedata 7.2.7.1 Van de computer naar het systeem Een eenmaal gemaakte configuratie kan eenvoudig van de computer naar het gehele systeem (alle controllers) worden overgedragen. Dit gaat als volgt: • Z org voor een actieve verbinding tussen de computer een één van de controllers binnen het systeem. • S electeer in menu ‘Configuratie’ de optie ‘Configuratie upload’, of gebruik de ‘Upload’ knop. • D e configuratie zal naar alle controllers worden overgedragen en direct actief worden gemaakt. Op een zelfde manier kan eenvoudig de firmware van alle controllers worden ge-update. Gebruik in dat geval in menu ‘Configuratie’ de optie ‘Firmware upload’. Indien de configuratie of firmware wordt overgedragen naar het systeem, wordt feitelijk de configuratie of firmware overgedragen aan de controller waarop de computer is aangesloten. Indien het systeem uit meerdere controllers bestaat, zal het systeem zelf zorgdragen voor de verspreiding van de configuratie of firmware naar de overige controllers. 7.2.7.2 Van het systeem naar de computer Voor servicedoeleinden kan de actuele configuratie van een systeem via de configuratiesoftware worden uitgelezen.
  • Pagina 25: Sluis - Deuren Standaard Ontgrendeld

    TC-MS 191019 Sluis – deuren standaard ontgrendeld De sluis waarvan de deuren standaard zijn ontgrendeld is de meest eenvoudige sluis. Deze sluis biedt enerzijds optimaal comfort, doordat er voor het openen van een deur niet op een knop gedrukt hoeft te worden. Anderzijds wordt, door dat comfort, ingeleverd op de betrouwbaarheid in de zin dat er nooit twee deuren gelijktijdig geopend mogen worden. Bij dit type sluis bestaat een zeer kleine kans dat meerdere standaard ontgrendelde deuren exact gelijktijdig worden geopend. Minimale additioneel benodigde producten Voor het realiseren van een sluis met standaard ontgrendelde deuren zijn naast één of meer controllers de volgende producten noodzakelijk: • I edere deur is aan beide zijden voorzien van een Maasland GL1 deurdisplay of Maasland contactloze schakelaar KC50/ KC100. Op deze displays of LED ring wordt aangegeven of een deur al dan niet vergrendeld en geblokkeerd is. • I edere deur wordt voorzien van een elektromagneet waarmee de deur wordt vergrendeld zodra een andere deur binnen de sluis wordt geopend. • I edere deur wordt voorzien van een deurstandsensor of magneetcontact (DMC) om het openen van de deur te detecteren. Eventueel kunnen deurstandsensor en elektromagneet worden gecombineerd, e.e.a. zoals in het aansluitvoorbeeld conform tekening 4 en 5 is gegeven. • I edere deur wordt voorzien van een deurdranger om de deur na openen weer netjes dicht te drukken, zodat deze zo nodig door de elektromagneet vergrendeld kan worden. De Maasland elektromagneten van het type 17SSMDT met geïntegreerde deurstandsensor hebben tevens een geïntegreerde timer welke de werking van een sluis met standaard ontgrendelde deuren verstoord.
  • Pagina 26: Aansluiten

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Aansluiten Sluit voor iedere deur de toegangsdisplay/contactloze schakelaar, elektromagneet en deurstandsensor aan zoals aangegeven in tekening 4 en 5 in paragraaf 8.6. De optionele handmelders kunnen worden aangesloten op de plaatsen van de drie draadbruggen *A, *B en/of *C. Eventueel kan op ingang G (*D) van iedere deur een extra signaleringscontact van de handmelder worden aangesloten, zodat een ingedrukte handmelder op de GL1 toegangsdisplays of KC50/KC100 contactloze schakelaars bij de deur(en) wordt gesignaleerd. Een optionele spoelsignaleringscontact kan op ingang H (*E) worden aangesloten. Werking Standaard zijn alle deuren van de sluis ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Zodra een deur wordt geopend wordt dit via de deurstandsensor gedetecteerd en zal de controller de overige deuren vergrendelen (groene LED uit, rode LED aan). Zodra de deur weer wordt gesloten worden de overige deuren direct of vertraagd weer ontgrendeld. 8.5 Configuratie via de DIP-switches Indien het systeem niet via de computer maar via de DIP-switches wordt geconfigureerd moeten de DIP-switches op controller 1 als volgt worden ingesteld: Configuratiemethode S1-1 S1-2 Via DIP-switches Tabel 12 Instellen van configuratiemethode Afhankelijk van of er al dan niet een spoelsignaleringscontact (slotstandsensor) van de elektromagneet is aangesloten wordt voor het type installatie één van onderstaande types ingesteld. Type installatie (conform deze handleiding) S1-3 S1-4 S1-5 Sluis – deuren standaard ontgrendeld. Sluis – deuren standaard ontgrendeld, met deurstand- en slotstandsensor.
  • Pagina 27: Aansluitschema

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Aansluitschema In tekening 4 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. Tekening 4 Sluis - Deuren standaard ontgrendeld Een tweede deur op dezelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2. • M eer informatie over het aansluiten van handmelders is te vinden in hoofdstuk 13. • I n hoofdstuk 14 is informatie over het aansluiten van een separate slotvoeding gegeven. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 28 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 In tekening 5 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. *D*E aarde voeding 12..24V DC Maasland 17SSMDT elektromagneet Maasland KC50 / KC80 / KC100 contactloze schakelaars zwart geel LED groen LED rood rood Tekening 5 Sluis - Deuren standaard ontgrendeld Een tweede deur op dezelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2.
  • Pagina 29: Sluis - Deuren Standaard Vergrendeld

    Sluis – deuren standaard vergrendeld De sluis waarvan de deuren standaard zijn vergrendeld is de meest betrouwbare sluis. Dit type sluis is de juiste keuze indien de kans op gelijktijdig openen van meerder deuren volledig uitgesloten moet zijn. Deze hoge betrouwbaarheid heeft als nadeel dat er ingeleverd wordt op comfort. Indien men een deur wenst te openen moet daarvoor eerst een knop worden ingedrukt. Minimale additioneel benodigde producten Voor het realiseren van een sluis met standaard ontgrendelde deuren zijn naast één of meer controllerpanelen de volgende producten noodzakelijk: • I edere deur is aan beide zijden voorzien van een Maasland GL2 toegangsdisplay of Maasland contactloze schakelaar KC50/KC100. Op deze toegangsdisplays of LED ring wordt aangegeven of een deur al dan niet vergrendeld of geblokkeerd is. • I edere deur wordt voorzien van een elektromagneet waarmee de deur standaard wordt vergrendeld. • I edere elektromagneet moet zijn voorzien van een spoelsignaleringscontact om de vergrendeling van de deur te kunnen controleren. • I edere deur wordt voorzien van een deurdranger om de deur na openen weer netjes dicht te drukken, zodat deze weer door de elektromagneet vergrendeld kan worden. Optionele additionele benodigde producten Optioneel kan de sluisschakeling worden uitgebreid met: • E en handmelder per deur en/of per controller, zodat de deur(en) bij nood, direct ontgrendeld kunnen worden.
  • Pagina 30: Aansluiten

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Aansluiten Sluit voor iedere deur de toegangsdisplays met knop of contactloze schakelaar, elektromagneet en spoelsignaleringscontact aan zoals aangegeven in tekening 6 en 7 in paragraaf 9.6. De optionele handmelders kunnen worden aangesloten op de plaatsen van de drie draadbruggen *A, *B en/of *C. Eventueel kan op ingang G (*D) van iedere deur een extra signaleringscontact van de handmelder worden aangesloten, zodat een ingedrukte handmelder op de GL2 toegangsdisplays of KC50/KC100 contactloze schakelaars bij de deur(en) wordt gesignaleerd. Een optionele deurstandsensor kan op ingang J (*E) worden aangesloten. Werking 9.4.1 Standaard werking Indien er geen deurstandsensoren zijn aangesloten is de werking als volgt: Standaard zijn alle deuren van de sluis vergrendeld (groene LED uit, rode LED uit). Voor het ontgrendelen van een deur wordt op de knop van één van de GL2 toegangsdisplays of contactloze schakelaars bij betreffende deur gedrukt. Indien alle andere deuren van de sluis gesloten en vergrendeld zijn, worden deze deuren allemaal direct geblokkeerd (groene LED uit, rode LED aan), daarna wordt de gewenste deur ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Na een korte tijd of zodra de deur weer wordt gesloten, worden alle deuren weer vergrendeld (groene LED uit) en wordt de blokkering direct of vertraagd opgeheven (rode LED uit). 9.4.2 Alternatieve werking Indien er deurstandsensoren zijn aangesloten is de werking als volgt: Standaard zijn alle deuren van de sluis vergrendeld (groene LED uit, rode LED uit). Voor het ontgrendelen van een deur wordt op de knop van één van de GL2 toegangsdisplays of contactloze schakelaars bij betreffende deur gedrukt. Indien alle andere deuren van de sluis gesloten en vergrendeld zijn, wordt de gewenste deur ontgrendeld (groene LED aan). Zodra deze deur wordt geopend, worden alle andere deuren direct geblokkeerd (rode LED’s aan). Na zodra de deur weer wordt gesloten worden alle deuren weer vergrendeld (groene LED uit) en wordt de blokkering direct of vertraagd opgeheven (rode LED’s uit). Indien de deur niet wordt geopend en er wordt bij een andere deur op de knop van één van de bij die deur behorende GL2 toegangsdisplays of contactloze schakelaars gedrukt, dan zal de eerste deur weer vergrendelen (groene LED uit) en wordt de ander deur ontgrendeld (groene LED aan). Deze alternatieve werking biedt de mogelijkheid om langere ontgrendeltijden te gebruiken, zonder dat dat vervelend voor de gebruikers van de ander deuren hoeft te zijn.
  • Pagina 31: Configuratie Via De Dip-Switches

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 9.5 Configuratie via de DIP-switches Indien het systeem niet via de computer maar via de DIP-switches wordt geconfigureerd moeten de DIP-switches op controller 1 als volgt worden ingesteld: Configuratiemethode S1-1 S1-2 Via DIP-switches Tabel 16 Instellen van configuratiemethode Afhankelijk van of er al dan niet een deurstandsensor is aangesloten wordt voor het type installatie één van onderstaande types ingesteld. Type installatie (conform deze handleiding) S1-3 S1-4 S1-5 Sluis – deuren standaard vergrendeld. Sluis – deuren standaard vergrendeld, met deurstand- en slotstandsensor. Tabel 17 Instellen van type installatie Stel de gewenste ontgrendeltijd in met S1-6 Ontgrendeltijd S1-6 Ontgrendeltijd is 5 seconden. Ontgrendeltijd is 30 seconden.
  • Pagina 32: Aansluitschema

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Aansluitschema In tekening 6 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. Tekening 6 Sluis - Deuren standaard vergrendeld Een tweede deur op hetzelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2. • M eer informatie over het aansluiten van handmelders is te vinden in hoofdstuk 13. • I n hoofdstuk 14 is informatie over het aansluiten van een separate slotvoeding gegeven. t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 33 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 In tekening 7 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. *D*E aarde voeding 12..24V DC Maasland 17SSMDT elektromagneet Maasland KC50 / KC80 / KC100 contactloze schakelaars zwart geel LED groen LED rood rood blauw groen Tekening 7 Sluis - Deuren standaard vergrendeld Een tweede deur op hetzelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2.
  • Pagina 34: Sluis Met Personendetector

    191019 Sluis met personendetector De sluis met personen detector is een sluis waarvan de deuren standaard ontgrendeld zijn. Indien een deur wordt geopend blijft de blokkering van de overige deuren actief zolang er zich personen in de sluis bevinden. Dit type sluis wordt veelal toegepast voor gedeelde ruimtes. Een voorbeeld is een gedeelde badkamer in een hotel, motel, verpleeg- of verzorgingshuis. 10.1 Minimale additioneel benodigde producten Voor het realiseren van een sluis met standaard ontgrendelde deuren zijn naast één of meer controllers de volgende producten noodzakelijk: • I edere deur is aan de buitenzijde van de sluis voorzien van een Maasland GL1 toegangsdisplay. Op deze toegangsdisplays wordt aangegeven of een deur al dan niet vergrendeld en geblokkeerd is. • I edere deur wordt voorzien van een elektromagneet waarmee de deur wordt vergrendeld zodra een andere deur binnen de sluis wordt geopend. • I edere deur wordt voorzien van een deurstandsensor of magneetcontact (DMC) om het openen van de deur te detecteren. • I edere deur wordt voorzien van een deurdranger of ander sluitmechanisme om de deur na openen weer netjes dicht te drukken, zodat deze zo nodig door de elektromagneet vergrendeld kan worden. 10.2 Optionele additionele benodigde producten Optioneel kan de sluisschakeling worden uitgebreid met: • E en handmelder per deur en/of per controller, zodat vergrendelde deur(en) bij nood, direct ontgrendeld kunnen worden.
  • Pagina 35: Werking

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 10.4 Werking Standaard zijn alle deuren van de sluis ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Zodra een deur wordt geopend wordt dit via de deurstandsensor gedetecteerd en zal de controller de overige deuren vergrendelen (groene LED uit) en blokkeren (rode LED aan). Zolang de deur geopend blijft of indien de personendetector aanwezigheid detecteert, blijven de andere deuren vergrendeld (groene LED uit) en geblokkeerd (rode LED aan). Zodra de deur wordt gesloten en de personendetector aanwezigheid heeft gedetecteerd, zal er standaard een timer van 10 minuten worden gestart. Gedurende deze tijd blijven de andere deuren vergrendeld en geblokkeerd. Iedere keer dat de detector opnieuw aanwezigheid detecteert wordt de timer opnieuw gestart. De timer wordt direct beëindigd zodra de deur wordt geopend. Indien de deur wordt gesloten en de personendetector geen aanwezigheid meer detecteert, worden alle deuren weer ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Indien na die tijd onverhoopt toch nog aanwezigheid wordt gedetecteerd, zullen alle deuren, met uitzondering van de laatst geopende deur, direct opnieuw worden vergrendeld en geblokkeerd (groen LED uit, rode LED aan). De personendetector wordt pas 2 seconden nadat de deur is gesloten ingeschakeld. Dit is om te voor- komen dat bij het openen en direct weer sluiten van een deur, zonder dat er iemand de ruimte binnen treed, de ruimte voor 10 minuten geblokkeerd blijft. Indien de configuratie via de DIP-switches is uitgevoerd, zullen zodra een deur wordt geopend, alle andere deuren direct voor standaard 10 seconden geblokkeerd worden. Dit om de personendetector de tijd te geven om eventuele aanwezigheid te detecteren. De timers zijn bij configuratie via de computer vrij instelbaar en dienen zelf op bijvoorbeeld 600 sec. (timer bij ‘Personendetectoringang’) en 10 sec. (timer bij ‘Gedrag’) worden ingesteld. Bij configuratie via de DIP-switches hebben de timers de aangegeven standaard waardes en kan de 10 sec. blokkeertimer desgewenst met een DIP-switch op 30 sec. worden ingesteld. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 36: 10.5 Configuratie Via De Dip-Switches

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 10.5 Configuratie via de DIP-switches Indien het systeem niet via de computer maar via de DIP-switches wordt geconfigureerd moeten de DIP-switches op controller 1 als volgt worden ingesteld: Configuratiemethode S1-1 S1-2 Via DIP-switches Tabel 20 Instellen van configuratiemethode Stel het type installatie in op ‘Sluis met personendetector (en privacyschakeling). Type installatie (conform deze handleiding) S1-3 S1-4 S1-5 Sluis met personendetector (en privacy schakeling). Tabel 21 Instellen van type installatie Stel de gewenste blokkeertijd in: Blokkeertijd S1-6 S1-7 S1-8 Blokkeertijd is 10 seconden. Blokkeertijd is 30 seconden. Tabel 22 Instellen van de blokkeertijd Stel bij systemen met 3 of 4 deuren de DIP-switches op het tweede paneel in conform paragraaf .
  • Pagina 37: Aansluitschema

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 10.6 Aansluitschema In tekening 8 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. Tekening 8 Sluis met personendetector Een tweede deur op dezelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2 . • M eer informatie over het aansluiten van handmelders is te vinden in hoofdstuk 13. • I n hoofdstuk 14 is informatie over het aansluiten van een separate slotvoeding gegeven. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 38: Sluis Met Personendetector En Privacy Schakeling

    TC-MS 191019 Sluis met personendetector en privacy schakeling De sluis met personen detector en privacy schakeling is een uitbreiding van de sluis met personendetector. Dit type sluis wordt veelal toegepast voor gedeelde ruimtes indien er meer comfort en/of functionaliteit geboden moet worden. Een voorbeeld is een gedeelde badkamer in een hotel, motel of verpleeg- of verzorgingshuis. 11.1 Minimale additioneel benodigde producten Voor het realiseren van een sluis met standaard ontgrendelde deuren zijn naast één of meer controllers de volgende producten noodzakelijk: • I edere deur is aan de buitenzijde van de sluis voorzien van een Maasland GL1 toegangsdisplay en aan de binnenzijde van de sluis van een Maasland GL2 toegangsdisplay met knop. Op deze toegangsdisplays wordt aangegeven of een deur al dan niet vergrendeld en geblokkeerd is en kan desgewenst de privacy functie aan en uit worden geschakeld. • I edere deur wordt voorzien van een elektromagneet waarmee de deur wordt vergrendeld zodra een andere deur binnen de sluis wordt geopend. • I edere deur wordt voorzien van een deurstandsensor of deurmagneetcontact (DMC) om het openen van de deur te detecteren. • I edere deur wordt voorzien van een deurdranger of ander sluitmechanisme om de deur na openen weer netjes dicht te drukken, zodat deze zo nodig door de elektromagneet vergrendeld kan worden. 11.2...
  • Pagina 39: Werking

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 11.4 Werking Standaard zijn alle deuren van de sluis ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Zodra een deur wordt geopend wordt dit via de deurstandsensor gedetecteerd en zal de controller de overige deuren vergrendelen (groene LED uit) en blokkeren (rode LED aan). Zolang de deur geopend blijft of indien de personendetector aanwezigheid detecteert, blijven de andere deuren vergrendeld (groene LED uit) en geblokkeerd (rode LED aan). Zodra de deur wordt gesloten en de personendetector aanwezigheid heeft gedetecteerd detecteert, zal er standaard een timer van 10 minuten worden gestart. Gedurende deze tijd blijven de andere deuren vergrendeld en geblokkeerd. Iedere keer dat de detector opnieuw aanwezigheid detecteert wordt de timer opnieuw gestart. De timer wordt direct beëindigd zodra de deur wordt geopend. Indien de deur wordt gesloten en er wordt op de knop van de bij de deur behorende GL2 toegangsdisplay gedrukt, dan wordt de privacy functie ingeschakeld, waarbij ook deze deur wordt vergrendeld en geblokkeerd. Het nogmaals indrukken van de knop heft de privacy functie weer op. Op deze manier wordt een elektronische vrij-bezet schakeling gerealiseerd zoals bekend van reguliere badkamer- en toiletdeuren. Wordt er ook aan de buitenzijde van de deur een GL2 toegangsdisplay geplaatst, dan kan zo nodig met de knop aan de buitenzijde de privacy functie worden overbrugd of genegeerd. Indien de deur wordt gesloten en de personendetector geen aanwezigheid meer detecteert, worden alle deuren weer ontgrendeld (groene LED aan, rode LED uit). Indien na die tijd onverhoopt toch nog aanwezigheid wordt gedetecteerd, zullen alle deuren, met uitzondering van de laatst geopende deur, direct opnieuw worden vergrendeld en geblokkeerd (groen LED uit, rode LED aan). De personendetector wordt pas 2 seconden nadat de deur is gesloten ingeschakeld. Dit is om te voor- komen dat bij het openen en direct weer sluiten van een deur, zonder dat er iemand de ruimte binnen treed, de ruimte voor 10 minuten geblokkeerd blijft. Indien de configuratie via de DIP-switches is uitgevoerd, zullen zodra een deur wordt geopend, alle andere deuren direct voor standaard 10 seconden geblokkeerd worden. Dit om de personendetector de tijd te geven om eventuele aanwezigheid te detecteren. De timers zijn bij configuratie via de computer vrij instelbaar en dienen zelf op bijvoorbeeld 600 sec. (timer bij ‘Personendetectoringang’) en 10 sec. (timer bij ‘Gedrag’) worden ingesteld. Bij configuratie via de DIP-switches hebben de timers de aangegeven standaard waardes en kan de 10 sec. blokkeertimer desgewenst met een DIP-switch op 30 sec. worden ingesteld.
  • Pagina 40: Configuratie Via De Dip-Switches

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 11.5 Configuratie via de DIP-switches Indien het systeem niet via de computer maar via de DIP-switches wordt geconfigureerd moeten de DIP-switches op paneel 1 als volgt worden ingesteld: Configuratiemethode S1-1 S1-2 Via DIP-switches Tabel 23 Instellen van configuratiemethode Stel het type installatie in op ‘Sluis met personendetector (en privacyschakeling). Type installatie (conform deze handleiding) S1-3 S1-4 S1-5 Sluis met personendetector (en privacy schakeling). Tabel 24 Instellen van type installatie Stel de gewenste blokkeertijd in: Blokkeertijd S1-6 S1-7 S1-8 Blokkeertijd is 10 seconden. Blokkeertijd is 30 seconden. Tabel 25 Instellen van de blokkeertijd Stel bij systemen met 3 of 4 deuren de DIP-switches op het tweede controller in conform paragraaf .
  • Pagina 41: Aansluitschema

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 11.6 Aansluitschema In tekening 9 is het bij de sluis behorende aansluitschema gegeven. Tekening 9 Sluis met personendetector en privacy schakeling Een tweede deur op dezelfde controller wordt op exact dezelfde manier aangesloten. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 42: Communicatiebus

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 • V oor sluizen met meer dan twee deuren raadpleegt u hoofdstuk 2. • M eer informatie over het aansluiten van handmelders is te vinden in hoofdstuk 13. • I n hoofdstuk 14 is informatie over het aansluiten van een separate slotvoeding gegeven. Communicatiebus Er kunnen tot maximaal 25 controllers via een bus aan elkaar worden gekoppeld. Op deze manier kunnen interlocksystemen worden gebouwd waarbij tot 50 deuren kunnen samenwerken in één of meerdere sluizen. De communicatiebus waarop de controllers worden aangesloten is een RS485 bus welke geoptimaliseerd is voor het gebruik van UTP of FTP kabel. Er hoeft dus geen gebruik te worden gemaakt van dure 120 ohm RS485 buskabel. De communicatiebus heeft een maximale lengte van 100 meter. De maximale lengte zal korter zijn in situaties waar veel stoorsignalen zijn die de communicatie negatief beïnvloeden of indien er geen correcte kabel wordt gebruikt, of de kabel niet correct wordt aangesloten. 12.1 Kabel keuze In veel situaties zal het gebruik van UTP kabel voor de communicatiebus toereikend zijn. In die situaties waarbij de buskabel erg lang is of door een omgeving met veel stoorsignalen wordt aangelegd, wordt geadviseerd gebruik te maken van FTP kabel. 12.2 Afsluitweerstanden Het begin en het einde van de communicatiebus moet karakteristiek worden afgesloten. Zet hiervoor op de eerste en laatste controller schakelaar S3 (rechts op het paneel) op ON. Op alle andere controllers moet deze schakelaar op OFF staan! t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 43: Adres Instellingen

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 12.3 Adres instellingen Iedere controller op de bus moet een uniek adres krijgen. Het adres van een controller wordt ingesteld met de DIP- switches S1-4 … S1-8. Omdat de deurnummering afhankelijk is van het adres dient er altijd met adres 1 te worden begonnen, ieder volgende controller dient een adres hoger ingesteld te worden. In tabel 26 is een overzicht gegeven van alle adressen en bijbehorende DIP-switch instellingen. 1e deur op 2e deur op Adres S1-1 S1-2 S1-3 S1-4 S1-5 S1-6 S1-7 S1-8 controller controller Altijd op OFF voor Deurnummering configuratie via PC Adres instelling Tabel 26 Adres instellen met DIP-Switches t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 44: Communicatiebus, Uitgevoerd Met Utp Kabel

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 12.4 Communicatiebus, uitgevoerd met UTP kabel De communicatiebus op basis van UTP kabel dient conform tekening 10 opgebouwd te worden. Voor het datapaar D- / D+ dient een getwist aderpaar gebruikt te worden. Voor de GND verbinding tussen de controllerpanelen wordt geadviseerd de twee aders van een tweede aderpaar te gebruiken. Zet de schakelaar voor de afsluitweerstanden (rechts op het controller) voor de eerste en laatste controller op de bus op ON en voor de overige controllers op OFF. Tekening 10 Communicatiebus, uitgevoerd met UTP kabel t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 45: Communicatiebus, Uitgevoerd Met Ftp Kabel

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 12.5 Communicatiebus, uitgevoerd met FTP kabel De communicatiebus op basis van FTP kabel dient conform tekening 11 opgebouwd te worden. Voor het datapaar D- / D+ dient een getwist aderpaar gebruikt te worden. Voor de GND verbinding tussen de controllers wordt geadviseerd de twee aders van een tweede aderpaar te gebruiken. Teneinde aardlussen en andere aardfouten te voorkomen dient de afscherming van de FTP kabel slechts aan één zijde op een controller aangesloten te worden. Gebruik hiervoor de AARDE aansluiting van de connector voor de communicatiebus. Zet de schakelaar voor de afsluitweerstanden (rechts op het controller) voor de eerste en laatste controller op de bus op ON en voor de overige controllers op OFF. Tekening 11 Communicatiebus, uitgevoerd met FTP kabel t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 46: Handmelders

    In de voorbeelden wordt er onderscheid gemaakt tussen: • H andmelders die uitsluitend voor een bepaalde deur werken en nooddrukkers die voor beide deuren op een controller werken. • Handmelders zonder eigen signalering en handmelders met een eigen signalering en om die reden een voedingsspanning nodig hebben. • H andmelders zonder signalering op de toegangsdisplays en handmelders waarvan de status op de toegangsdisplays wordt gemeld. Er zijn voorbeelden gegeven met zowel de Maasland 2002SG als de Maasland 2003SGL handmelders. Met andere handmelders of nooddrukkers zullen over het algemeen vergelijkbare oplossingen gerealiseerd kunnen worden. In de volgende paragrafen zijn een groot aantal voorbeelden gegeven. t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 47: Handmelder Per Deur

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 13.1 Handmelder per deur Indien één of meerder handmelders per deur toegepast moeten worden kunnen deze conform tekening 12 worden aan- gesloten. Het verbreekcontact van de handmelder wordt aangesloten tussen ‘VS’ en ‘xCOM’. Op deze plaats dient een draadbrug aanwezig te zijn indien er geen handmelders worden gebruikt. Handmelders met een eigen signalering hebben voeding nodig. Om die reden dient de ‘-‘ voor het elektrische slot of grendel ook op de handmelder aangesloten te worden. Zie voorbeeld bij deur 2. Indien er meerdere handmelders per deur aanwezig moeten zijn, dienen deze in serie te worden aangesloten conform het voorbeeld in paragraaf 13.4. In het voorbeeld wordt het elektrisch slot of de grendel in beide gevallen aangesloten tussen ‘-‘ en ‘xNC’. Tekening 12 Een handmelder per deur t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 48: Handmelder Per Controller

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 13.2 Handmelder per controller Indien één of meerder handmelders voor de hele controller aanwezig moeten zijn, kunnen deze conform tekening 13 of tekening 14 worden aangesloten. Het verbreekcontact van de handmelder wordt aangesloten tussen ‘VS’ en ‘+12/24V’. Op deze plaats dient een draadbrug aanwezig te zijn indien er geen handmelders worden gebruikt. Handmelders met een eigen signalering hebben voeding nodig. Om die reden dient de ‘-‘ voor het elektrische slot of grendel ook op de handmelder aangesloten te worden. Zie tekening 14. Indien er meerdere handmelders per deur aanwezig moeten zijn, dienen deze in serie te worden aangesloten conform het voorbeeld in paragraaf 13.4. Tekening 13 Een handmelder (zonder signalering) per controller t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 49 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Tekening 14 Een handmelder (met eigen signalering) per controller t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 50: Handmelders Met Signalering Op De Toegangsdisplays

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 13.3 Handmelders met signalering op de toegangsdisplays Een geactiveerde handmelder kan indien gewenst op de toegangsdisplays worden gesignaleerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een tweede maak- of verbreekcontact van de handmelder, welke wordt aangesloten op ingang ‘G’. Voorbeelden zijn gegeven in tekening 15, tekening 16 en tekening 17. Indien de configuratiemethode via DIP-switches wordt gebruikt, moet ingang ‘G’ via het tweede maakcontact van de handmelders worden aangesloten! Indien er meerdere handmelders per deur aanwezig moeten zijn, dienen deze in serie te worden aangesloten conform het voorbeeld in paragraaf 13.4. Tekening 15 Handmelders per deur, met signalering op deurdisplays t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 51 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Als de handmelder(s) per controller worden aangesloten moet de signaleringsingang ‘G’ van deur 1 of deur 2 worden gebruikt. Indien er meerdere handmelders per deur aanwezig moeten zijn, dienen deze in serie te worden aangesloten conform het voorbeeld in paragraaf 13.4 . Tekening 16 Handmelder per controller, met signalering op toegangsdisplays t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 52 INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Mocht er een combinatie van handmelder(s) per deur en per controller worden gebruikt en er tevens signalering op de toegangsdisplays gewenst is, dan dient het signaleringscontact van de algemene handmelder in serie gezet te worden met het signaleringscontact van deur 1 of deur 2. Tekening 17 Handmelders per deur en per controller, met signalering op toegangsdisplays t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 53: Handmelders In Serie

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 13.4 Handmelders in serie Daar waar meerdere handmelders per deur of per controller gewenst of noodzakelijk zijn, dienen de meldercontacten en de eventuele signaleringscontacten in serie te worden gezet. Bij handmelders met een eigen signalering dienen de voedingsaansluitingen parallel geschakeld te worden. In tekening 18 is voor beide situaties een aansluitvoorbeeld gegeven. Tekening 18 Handmelders in serie aansluiten t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 54: Voeding

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Voeding 14.1 Dezelfde voeding voor de controller, randapparatuur en sloten Indien dezelfde voeding voor de controller, de aangesloten randapparatuur en de sloten gebruikt wordt, dient de voeding conform tekening 19 aangesloten te worden. Met het draadbruggetje tussen ‘VS’ en ‘+12/24V’ wordt bereikt dat de spanning van de aangesloten voeding ook op de aansluitingen ‘VS’ van de connectoren P4 en P8 aanwezig is. Via de draadbruggetjes op P4 en P8 wordt bereikt dat de sloten eenvoudig tussen de ‘-‘ aansluiting en ‘NC’ of ‘NO’ van betreffende connectoren aangesloten kunnen worden. Tekening 19 Dezelfde voeding voor de controller, randapparatuur en sloten (standaard) Er wordt met de controller standaard een drietal korte draden meegeleverd welke als de aangegeven draadbruggen gebruikt kunnen worden t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...
  • Pagina 55: Een Separate Slotvoeding

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 14.2 Een separate slotvoeding In situaties waar een separate slotvoeding noodzakelijk is, dienen de voedingen conform tekening 20 op de controller aangesloten te worden. Op de aansluitingen ‘VS’ van de connectoren P4 en P8 is de spanning van de slotvoeding aanwezig. Via de draadbruggetjes op P4 en P8 wordt bereikt dat de sloten eenvoudig tussen de ‘-‘ aansluiting en ‘NC’ van betreffende connectoren aangesloten kunnen worden. Tekening 20 Een separate slotvoeding Er wordt met de controller standaard een drietal korte draden meegeleverd welke als de aangegeven draadbruggen gebruikt kunnen worden. t +31 88 500 2800 info@maaslandgroep.nl www.maaslandgroep.nl...
  • Pagina 56: Firmware Upgrades

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Firmware upgrades Firmware upgrades zijn eenvoudig via de configuratiesoftware uit te voeren. Zie paragraaf 7.2.7. Tijdens het overdragen van de firmware van de computer naar het systeem, blijft het systeem gewoon operationeel. Zodra de firmware-overdracht naar alle controllers gestopt is, zal het systeem automatisch opnieuw worden opgestart. Firmware upgrades naar losse (niet ingebouwde) controllers zijn zeer eenvoudig en snel uit te voeren door dat de voorde firmware upgrade noodzakelijke componenten op de controller ook via de USB kabel gevoed kunnen worden. Het aansluiten van een andere voeding is voor het upgraden van de firmware op een losse controller dus niet nodig. Firmware upgrades voor controllers die worden gebruikt ter vervanging van een controller in een bestaand systeem of ter uitbreiding van een bestaand systeem zijn in veel gevallen zelfs zonder computer uit te voeren. Zie hoofdstukken 0 en 19. Reset van een controller De configuratie van een controller kan op de volgende manier eenvoudig worden gewist: • O ntkoppel de controller volledig van de communicatiebus. • Druk de drukknop S2 in en houdt deze ingedrukt. • N a een seconde zal de rode ‘ERR’ LED gaan branden, een seconde later de gele ‘COM’ LED en nog een seconde later zal ook de groene ‘STAT’ LED gaan branden.
  • Pagina 57: Terugzetten Van Een Controller Naar Fabrieksinstellingen

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Terugzetten van een controller naar fabrieksinstellingen Een controller kan naar fabrieksinstellingen worden teruggezet. Daarbij wordt het volgende uitgevoerd: • D e firmware wordt terug gezet naar de versie die deze van fabriekswege heeft meegekregen. • D e configuratie wordt volledig gewist. De urentellers en relaistellers worden nooit gewist! Op deze manier is altijd terug te zien hoelang een controller in bedrijf is geweest en hoe vaak de relais hebben geschakeld. Een controller kan als volgt naar fabrieksinstellingen worden teruggezet: • O ntkoppel de controller volledig van de computer en communicatiebus. • S chakel de voeding van de controller uit. • Druk de drukknop S2 in en houdt deze ingedrukt. • S chakel de voeding van de controller weer in.
  • Pagina 58: Toevoegen Van Een Controller Aan Een Werkend Systeem

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Toevoegen van een controller aan een werkend systeem Indien u een werkend systeem wilt uitbreiden met één of meer extra controllers, hanteer dan de volgende werkvolgorde: • S luit de computer aan op het systeem en lees de configuratie van het systeem uit. • S la de bestaande configuratie op. • R eset de toe te voegen controllers alvorens deze via de communicatiebus op het systeem aan te sluiten. • S tel met de DIP-switches op de nieuwe controllers, de juiste unieke en opeenvolgende adressen in. Begin daarbij 1 adres hoger dan het laatste/hoogste adres van de reeds aanwezige controllers. • S luit de nieuwe controllers aan op de communicatiebus en zorg ervoor dat uitsluitend op de controllers aan het begin en einde van de bus de schakelaar voor de afsluitweerstanden op ‘ON’ zijn gezet. • V oorzie de nieuwe controllers van de bij het systeem behorende firmware via één van onderstaande methodes: – Methode 1: Voer een firmware up/downgrade via de computer uit. Indien u niet over de in de in het systeem aanwezige firmware-versie beschikt kunnen alle controllers van de laatst beschikbare firmware worden voorzien, mits deze een hogere versie heeft dan de firmware die in het systeem aanwezig is.
  • Pagina 59: Vervangen Van Een Controller Binnen Een Systeem

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Vervangen van een controller binnen een systeem Indien u een controller binnen een werkend systeem wilt vervangen, hanteer dan de volgende werkvolgorde: • R eset de nieuwe controller alvorens deze via de communicatiebus op het systeem aan te sluiten. • S tel de DIP-switches en S3 (afsluitweerstand) op de nieuwe controller in zoals ze op de te vervangen controller zijn ingesteld. • K oppel alle connectoren van de te vervangen controller los, te beginnen met de communicatiebus (P10), gevolgd door de voedingsconnector (P9) en daarna de rest van de connectoren (P8 …P1). • S luit de nieuw controller aan, te beginnen met de connectoren P1…P8, daarna de communicatiebus (P10) en als laatste de voedingsconnector (P9). • D ruk de drukknop S2 van de nieuwe controller in en houdt deze ingedrukt. • N a een seconde zal de rode ‘ERR’ LED gaan branden, een seconde later de gele ‘COM’ LED en nog een seconde later zal ook de groene ‘STAT’ LED gaan branden. • L aat de drukknop S2 weer los zodra ook de groene ‘STAT’ LED brand.
  • Pagina 60: Specificaties

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Specificaties Controller Capaciteit Ieder controller kan tot 2 deuren (sloten) besturen. Maximaal 25 controllers kunnen samenwerking als een interlock systeem. De maximale capaciteit is 50 deuren (sloten) per interlock systeem. Voeding Voeding De controller is ontworpen voor de volgende Maasland netvoedingen: 1203EXL, 1205EXL, 2401EXL, 2402EXL, 2403EXL en 2405EXL. Voedingsingang voor 12..24V +/- 15%, gestabiliseerd, absolute max. spanning is 30VDC. controller en randapparatuur Max. totale stroom voor het paneel is 5A, max. stroom per sectie is 2,5A. Voedingsingang voor 12..24V +/- 15%, absolute max. spanning is 30VDC. Max. stroom per deur (slot) is elektische sloten 2,5A. Voedingssecties De controller heeft 3 voedingssecties. Iedere sectie is voorzien van een 2,5A polyfuse. De verschillende secties zijn: Voeding voor de controller en de randapparatuur. Voeding voor het elektrische slot of de vergrendeling van deur 1. Voeding voor het elektrische slot of de vergrendeling van deur 2. Max. stroomverbruik door de controller: 500mA. Max. totale stroomverbruik door de randapparatuur: 2A, max. 1A per power pin. In- en uitgangen Connector voor Er zijn 4 connectoren voor toegangsdisplays per controller (2 per deur).
  • Pagina 61 Bus lengte Max. 100m, afhankelijk van omgeving en gebruikte kabel. Configuratie-interface Interface USB interface met een Micro-USB female connector op de controller. Gebruik Het interlock systeem kan worden geconfigureerd met behulp van een geschikte computer, met de configuratiesoftware, welke is aangesloten op één van de controllers in het systeem worden . Geheugen Firmware bestanden 1x Back-up firmware om terug te kunnen keren naar de oorspronkelijke firmware. 1x Actuele firmware (waarmee de controller werkt). 1x Nieuwe firmware ten behoeve van firmware upgrades. Configuratie Iedere controller is voorzien van de complete configuratie van het hele interlocksysteem. Omgeving Installatie en werkomgeving De controller is ontworpen voor montage in een behuizing van de Maasland voedingen: 1203EXL, 1205EXL, 2401EXL, 2402EXL, 2403EXL of 2405EXL. Het complete product is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis. Werktemperatuur 0…+40 °C Werkluchtvochtigheid 5…90%, niet condenserend Te vermijden atmosferen Niet geschikt voor corosieve atmosferen (chloor, ammoniak, kalkwater, enz.) Testen en certificering NEN EN 300330-02, NEN EN 301489-03 Configuratie DIP-switches Eenvoudige een snelle configuratie, zonder PC, met behulp van DIP-switches. Deze configuratiemethode is beperkt tot 4 deuren en een beperkte set van standaard configuraties. Configuratie software Voor eenvoudige configuratie en het opvragen van service informatie, met volledige controle over alle functies van het systeem. Voor de benodigde software is nodig: PC of laptop met Windows 7, 8.1 of 10 en een USB interface.
  • Pagina 62: Afmetingen

    INTERLOCK SYSTEMEN TC-MS 191019 Afmetingen Tekening 21 Afmetingen Model MS1203 Model MS2403 t +31 88 500 2800 www.maaslandgroep.nl info@maaslandgroep.nl...

Inhoudsopgave