Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruikersgids; Gebruik Van De Ketel; Beveiliging Van De Brander; Branderbeveiliging - ACV N-Mini Handboek Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKERSGIDS

GEBRUIK VAN DE KETEL

Om de goede werking van uw installatie te verzekeren
dient u ze jaarlijks vóór het stookseizoen door een
gekwalificeerd technicus te laten onderhouden.
Starten van de brander:
In normale omstandigheden start de brander automa-
tisch wanneer de temperatuur van de ketel onder de
opgegeven waarde zakt.
Vóór elke interventie aan de ketel moet de stroom-
voorziening van de ketel worden onderbroken met de
schakelaar van de externe kast.
Ook de hoofdschakelaar van het bedieningsbord moet
in de stand "OFF" worden geplaatst.
Indeling van het bedieningsbord
De gebruiker heeft geen toegang tot de inwendige
onderdelen van het bedieningsbord.
1. Regelthermostaat
Als de ketel uitsluitend wordt gebruikt voor verwarming, dan mag de
temperatuur van de ketel worden ingesteld tussen 60 en 90 °C. Als
de ketel zowel voor de productie van sanitair warm water als voor
verwarming wordt gebruikt, dan wordt de regelthermostaat van de
ketel doorgaans op 80 °C gezet om een optimale werking van de
ketel te verzekeren.
2. Hoofdschakelaar
Met deze schakelaar kan de ketel worden gestart en stilgelegd.
3. Zomer-winterschakelaar
Met deze schakelaar kan de verwarmingscirculator worden in- en
uitgeschakeld.
4. Thermo-manometer
Deze meter geeft de temperatuur van de ketel en de druk in de
primaire kring aan. De temperatuur mag niet hoger oplopen dan
90 °C. Als deze waarde wordt overschreden, moet de ketel worden
stilgelegd en moet de instelling van de thermostaat worden gecon-
troleerd. Als het probleem aanhoudt, belt u best een technicus. De
druk mag niet onder 1 bar dalen. Als dit toch gebeurt, lees dan
de alinea "Manometerdruk verwarmingsinstallatie" verderop in dit
hoofdstuk.
5. Veiligheidsthermostaat met manuele herinschakeling
Als de temperatuur van de ketel oploopt tot meer dan 103 °C, dan
wordt deze veiligheidsinrichting geactiveerd. Om de ketel opnieuw
te starten moet de temperatuur dalen tot minder dan 60 °C.
Schroef de kap los, druk de herstartknop in met een balpen of een
gelijkaardig puntig voorwerp en plaats de kap terug. Als het
probleem aanhoudt, legt u de ketel stil en roept u er een technicus
bij.
2
3
fig. 1 : Bedieningsbord
664Y1000.C
(fig. 1)
60
90
4
1
5
3
fig. 2 : Bedieningsbord N-Mini
Werking van de circulator:
De circulator wordt gecontroleerd door de maximaalthermostaat aan
de achterkant van de ketel. Deze is standaard afgesteld op 45 °C,
zodat de circulator van de ketel tijdens het starten van de brander
later wordt ingeschakeld, om elk risico op roestvorming in de
verbrandingskamer te voorkomen.
Manometerdruk verwarmingsinstallatie
Uw installatie moet uitgerust zijn met een veiligheidsklep, afgesteld
op 3 bar.
Vergewis u ervan dat de installatie altijd onder waterdruk staat. Koud
en na de ontluchting van de installatie moet de manometer altijd een
druk aangeven tussen 0,5 en 1,5 bar, afhankelijk van de hoogte van
het gebouw.
Water bijvullen:
(fig. 10 pagina 8)
• Vulkraan opendraaien (5).
• Kraan na het vullen goed dichtdraaien.
• Installatie ontluchten om een nauwkeurige aflezing van de druk
van de verwarmingskring mogelijk te maken.
Veiligheidsventielen
Als er water uit een van de veiligheidskranen loopt, moet u de ketel
stilleggen en uw installateur contacteren.
Een maandelijkse controle is aanbevolen: De hendel van de
leegloopinrichting enkele seconden oplichten om de goede werking
van het veiligheidsventiel te controleren.
Als u bij deze korte test een onregelmatigheid
vaststelt, gelieve dan uw installateur te contacteren.
Het water dat uit de veiligheidsklep loopt,
G E V A A R
kan erg heet zijn en ernstige brandwonden
veroorzaken.
HEET

BRANDERBEVEILIGING

Als de brander niet werkt:
1. het verklikkerlampje van de brander licht op.
2. druk op de herinschakelingsknop van de brander
de brander. Schakel de ketel dan enkele seconden uit met de
hoofdschakelaar en start hem vervolgens opnieuw.
3. als de brander dan nog steeds niet werkt, heractiveert u de
veiligheidsthermostaat op het bedieningsbord
4. bij aanhoudende problemen neemt u best contact op met uw
installateur.
fig. 3
NL • 4
45
°C
(verwarmingskring)
.
(fig. 4)
fig. 4
1
op
(fig. 3)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

N 1N 2N 3

Inhoudsopgave