7
Snel voorwaarts, snel achterwaarts
Houd de 4 of ¢ toets tijdens weergave ingedrukt.
÷ Houd de ¢ toets tijdens weergave ingedrukt om
voorwaarts te gaan.
÷ Houd de 4 toets tijdens weergave ingedrukt om versneld achter-
waarts te gaan.
÷ De normale weergave wordt voortgezet zodra u de toets loslaat.
Vergrendeling van toetsen (HOLD)
Schuif de HOLD schakelaar in de richting van de pijl om de toetsvergrendeling
in te schakelen.
÷ De toetsen van het hoofdtoestel werken niet wanneer de HOLD schakelaar
van het toestel naar aan, is gedrukt.
÷ De toetsen van het Afstandsbediening werken niet wanneer de HOLD
schakelaar van het Afstandsbediening naar aan, is gedrukt.
Versterken van de lage tonen
De lage tonen (oftewel lage frequenties) kunnen voor weergave via de
hoofdtelefoon worden versterkt.
Zet de DBBS schakelaar op de gewenste instelling:
DBBS aan stand:
De lage tonen worden extra versterkt.
DBBS uit stand:
Uitgeschakeld
÷ Als resultaat kan het geluid vervormd raken wanneer het volume te hoog
staat en er een gedeelte met veel bas wordt weergegeven. Zet in een
dergelijk geval de DBBS functie uit, of verlaag het volume.
Selecteren van de weergavefunctie 6
MODE
Druk op de MODE toets om de volgende selecties te maken: (Druk op deze
toets tijdens weergave of stop.)
1 Herhalen van één fragment ("
Het spelende fragment of het gekozen fragment wordt herhaald
weergegeven.
÷ Druk op de 4 of ¢ toets om het volgende fragment te laten
herhalen.
2 Herhalen van alle fragmenten ("
Alle fragmenten van de CD worden herhaald weergegeven.
3 Intro-weergave ("INTRO" Licht op)
De eerste 10 seconden van alle fragmenten op de disc zullen worden
weergegeven in de volgorde waarin ze zijn opgenomen.
4 Willekeurige weergave ("RAND" Licht op)
Alle fragmenten van de CD worden in een willekeurige volgorde weergege-
ven.
5 Normale weergave
÷ Als Intro-weergave of willekeurige weergave wordt geselecteerd
tijdens weergave, zal de geselecteerde weergavefunctie in wer-
king treden wanneer het spelende fragment is afgelopen.
÷ Wanneer Intro-weergave of willekeurige weergave geselecteerd
wordt terwijl het toestel gestopt is, zal de shuttle weergave begin-
nen zodra de 38-toets ingedrukt wordt.
÷ Een geprogrammeerde reeks fragmenten kan ook worden gebruikt
bij herhaalde of Intro-weergave.
38
MODE
PROG
VOL
1 " Licht op)
ALL Licht op)
Weergave programmeren 7
versneld
U kunt maximaal 20 fragmenten in een bepaalde volgorde voor weergave
programmeren.
1 Druk op de PROG toets terwijl het toestel gestopt is.
÷ Druk tijdens weer-gave eerst op de 7 toets om de stop-functie te
activeren.
2 Gebruik de 4 of ¢ toets om de fragment te selecteren en druk
vervolgens op de PROG toets.
PROG
Fragmentnummer
÷ Herhaal stap 2 om andere fragment te selecteren in de volgorde waarin u
ze wilt programmeren.
÷ U kunt maximaal 20 fragmenten in dit toestel programmeren.
3 Druk op de 38 toets .
7
Wissen van het programma
Druk op de 7 toets .
÷ De "PROG" indicator gaat uit wanneer het programma gewist wordt. De
geprogrammeerde inhoud blijft echter bewaard.
÷ De programmafunctie kan worden geannuleerd wanneer de 7 toets
wordt ingedrukt of wanneer de stop-functie wordt geactiveerd terwijl de
bovenklep open staat. De geprogrammeerde inhoud wordt gewist.
38/7
MODE
PROG
VOL
PROG
ASP
Geprogrammeerde volgorde