Veiligheidsaanwijzingen
Installatie
De installatie en het onderhoud
moeten uitgevoerd worden door
medewerkers die over de
benodigde kwalificaties
beschikken.
De airconditioning moet
geïnstalleerd worden
overeenkomstig de landelijke
elektrotechnische normen,
verordeningen en voorschriften.
Maak gebruik van een
afzonderlijk toevoercircuit met
een eigen zekeringautomaat met
de juiste parameters conform de
van toepassing zijnde
veiligheidsvoorschriften.
Alle geleiders van de interne en
de externe unit moeten
aangesloten worden door een
deskundige.
Koppel vóórdat een aanvang
gemaakt wordt met willekeurig
welke werkzaamheden aan de
elektroinstallatie de
stroomtoevoer los.
Controleer of de toevoer voldoet
aan de vereisten van de
airconditioning.
Instabiele stroomtoevoer en
onjuiste aansluiting kunnen tot
verwondingen door elektrische
stroom, brand of defecten leiden.
Breng voor het gebruik van de
WAARSCHUWINGEN
airconditioning geschikte
toevoerkabels aan.
De aardingsweerstand moet
voldoen aan de geldende
elektrotechnische
veiligheidsnormen.
De airconditioning moet naar
behoren geaard zijn. Onjuiste
aarding kan tot verwondingen
door elektrische stroom leiden.
Sluit de stroomtoevoer niet aan
voordat de installatie voltooid is.
Installeer een zekeringautomaat.
Anders kan de airconditioning
beschadigd raken.
Wanneer er een vaste aansluiting
op het elektriciteitsnetwerk
gecreëerd wordt, moet voor het
uitschakelen van de unit gebruik
gemaakt worden van een
schakelaar die alle polen
loskoppelt, waarbij de
contactpunten in uitgeschakelde
toestand minstens 3 mm van
elkaar verwijderd zijn.
De zekeringautomaat moet
beschermen tegen kortsluiting en
overbelasting.