Instellingen Wijzigen 4; Instellingen Wijzigen Door Gebruiker 4.2; Instellingen Wijzigen Door Installateur 4.2 - Brink Renovent HR Medium Installatievoorschriften
Verberg thumbnails
Zie ook voor Renovent HR Medium:
- Installatievoorschriften (42 pagina's) ,
- Installatievoorschriften (39 pagina's) ,
- Installatievoorschriften (42 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen
Uitlezing
Stapnr.
(voorbeeld)
nr.0
nr.1
nr.2
nr.3
nr.4
nr.5
nr.6
P1.6.2
nr.7
P2.5.2
nr.8
nr.9
nr.10
nr.11
nr.12
nr.13
nr.14
nr.15
4.2 Instellingen wijzigen
Om het toestel aan te passen aan de opstel-
lingssituatie, kunnen er een aantal instellin-
gen worden gewijzigd. Ook hier is onder-
scheid gemaakt in instellingen die door de
gebruiker en door de installateur gewijzigd
kunnen worden.
4.2.1 Instellingen wijzigen door gebruiker
De gebruiker kan een beperkt aantal instel-
lingen wijzigen namelijk U1 t/m U7 (zie tabel
§ 4.2.3); hoe deze instellingen zijn te wijzigen
wordt weergegeven in het diagram van de
menustructuur § 3.2.1 en wordt tevens uitge-
breid beschreven in § 6.2 van het installatie-
voorschrift Renovent HR Medium/Large.
Renovent HR Medium/Large met optieprint - 4e druk oktober 2006
2.200
Actuele stand afvoervolume
C 0
Meldcode bedrijfssituatie
Status bypass
bP. 1
(alleen indien bypass is gemonteerd)
tP. 9
Temperatuur van buiten
tS.21
Temperatuur van binnen
In. 1
Toestel geïnitialiseerd?
Voltage op proportionele ingang 1
Voltage op proportionele ingang 2
u
.186
Actueel toevoervolume
.186
Actueel afvoervolume
u
t.180
Actuele druk toevoerventilator
A.180
Actuele druk afvoerventilator
u0. 0
Status vorstregeling
St. 9
Temperatuur naar buiten
(voeler standaard niet aangesloten)
Temperatuur naar binnen
Pt.18
(voeler standaard niet aangesloten)
tn.25
Temperatuur naverwarmer
Omschrijving
[m³/h]
[m³/h]
[m³/h]
4.2.2 Instellingen wijzigen door installa-
teur
De installateur kan meer instellingen wijzigen.
Bij onjuiste instelling van de parameters kan
het toestel niet meer op een juiste manier
functioneren dus let op dat er geen verkeerde
parameters worden gewijzigd. Zie ook dia-
gram menustructuur § 3.2.1. Voor het wijzi-
gen van de instellingen vanuit de bedrijfssitu-
atie moeten de volgende handelingen worden
verricht:
(Als voorbeeld wordt hier de parameter I8
gewijzigd van 1 naar 2.)
Hoofdstuk 4
Opmerking
C0 = Geen melding
C3 = Toevoerventilator draait in constant druk
C6 = Afvoerventilator draait in constant druk
C7 = Correctie maximale luchtvolume
C12 = Calamiteitenstand is gemaakt
0= bypassklep dicht
1= bypassklep open
2 = toevoer minimaal
[°C] Bij negatieve temperatuur (lager 0
°C) dan uitlezing tP. 9.
[°C]
In = 0 nee / In = 1 ja
Ingang P1 met een spanning van
[V]
6,2 Volt
Ingang P2 met een spanning van
[V]
5,2 Volt
[Pa]
[Pa]
0 = niet actief
1 t/m 4 = onbalans
5 = toevoerventilator uit
[°C]
Niet aanwezig = St.80
[°C]
Niet aanwezig = Pt.80
0 = 0°C (niet actief)
6
Advertenties
Inhoudsopgave
