Verwervingsinterface
3–8
OVERZICHT BEELDVERWERKINGSSOFTWARE
10 LED voor modus Gereed (Ready):
•
Groen geeft aan dat het apparaat gereed is voor verwerving.
•
Zwart geeft aan dat het apparaat niet gereed is voor verwerving.
11 Emissie-indicator voor röntgenstraling: Geel geeft de status van de röntgenstralingemissie
aan.
12 Knop Exit (Afsluiten): Sluit de verwervingsinterface.
13 Bevestigingsknop: Bevestigt het geselecteerde betreffende gebied.
14 Annuleringsknop: Annuleert het geselecteerde betreffende gebied.
15 Keuzeknop: Selecteert verschillende instellingenopties voor verwerving.
•
Klik op Programma om opties voor het type onderzoek te selecteren.
•
Klik op Patiënt om parameters voor het type patiënt te selecteren.
•
Klik op Parameters om opties voor belichtingsparameters te selecteren.
Met de Selectieknop kunt u naar de volgende 3 deelvensters gaan:
•
Programmavenster: Opties voor onderzoektypes
•
Patiëntenvenster: Patiënttype parameteropties
•
Parametervenster: Opties voor belichtingsparameters