Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Bedieningshandleiding
Bediensleutel en paniekontgrendeling
Bediensleutel en paniekontgrendeling
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelgegevens
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
AZ/AZM 415-B30-
➀
Nr.
Optie
Beschrijving
01
Montage binnenkant, met paniekgreep,
➀
deuraanslag rechts
02
Montage binnenkant, met paniekgreep,
deuraanslag links
03
Montage binnenkant, zonder paniekgreep,
deuraanslag rechts
04
Montage binnenkant, zonder paniekgreep,
deuraanslag links
05
Montage buitenkant, met paniekgreep,
deuraanslag rechts
06
Montage buitenkant, met paniekgreep,
deuraanslag links
07
Montage buitenkant, zonder paniekgreep,
deuraanslag rechts
08
Montage buitenkant, zonder paniekgreep,
deuraanslag links
Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in
deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en
dus de conformiteit met de Machinerichtlijn van het volledige
systeem behouden.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
De bediensleutel AZ/AZM 415-B30 wordt in combinatie met de
veiligheidsschakelaar AZ 415 of de veiligheidsvergrendeling AZM 415
bij voorkeur aan draaibare en verplaatsbare beschermvoorzieningen
gebruikt.
Toepassing en gebruik
De veiligheidsschakelaars of veiligheidsvergrendelingen en de
bediensleutels moeten aan de binnen- en buitenkant van een
gevarenzone gemonteerd worden. De beschermvoorziening kan van
buiten af door middel van een draaibeweging geopend en gesloten
worden. De bedieningsgreep arrêteert in 90° positie. De bediensleutel
AZ/AZM 415-B30 kan met een paniekgreep voor het openen van de
beschermvoorziening geleverd worden. Door het bedienen van de
paniekgreep kan de beschermvoorziening vanuit de gevarenzone
geopend worden. Het is niet mogelijk de beschermvoorziening aan
de binnenkant te sluiten. De bediensleutel AZ/AZM 415-B30 kan
met een spertang SZ 415 tegen het onopzettelijk sluiten van de
beschermvoorziening, bijvoorbeeld bij montagewerkzaamheden aan
onoverzichtelijke installaties, geleverd worden. Voor een eenvoudige
montage aan omheiningen kan een montageplaat MP AZ/AZM 415
geleverd worden. De afschuifkrachten aan de bediensleutel bedragen
25000 N.
Bij veiligheidsvergrendelingen AZM 415 in combinatie met
een paniekgreep moet altijd de variante AZM 415-...ZPKT
met paniekontgrendeling gebruikt worden.
2
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
De montage mag uitsluitend door gemachtigd vakpersoneel
uitgevoerd worden.
Ter bevestiging van de bediensleutel AZ/AZM 415-B30 is deze
voorzien van vier boorgaten Ø 6,4 mm. De bediensleutel AZ/AZM
415-B30 moet zodanig gemonteerd worden dat hij gemakkelijk in de
veiligheidsschakelaar ingevoerd kan worden. De veiligheidsschakelaar
of de veiligheidsvergrendeling moet zo gemonteerd worden dat de
zijkant van de behuizing gelijk is met de deurstijl. De vierkante stang
moet uitgelijnd zijn tussen de binnen- en de buitenkant van de
beschermvoorziening.
De lengte van de vierkantstang moet aan de dikte van de
desbetreffende deur, max. 100 mm, aangepast worden (uitvoering met
paniekgreep 82 mm plus deurdikte, uitvoering zonder paniekgreep 69
mm plus deurdikte). In combinatie m de spertang SZ 415-1/-2 moet
de aan te passen lengte van de vierkantstang met 4 mm vermeerderd
worden.
De paniekgreep
moet voor het plaatsen van de vierkante stang in
➀
geopende positie gebracht worden. Voer het vrijgefreesde uiteinde van
de vierkante stang
in de paniekgreep
➂
vierkante stang aan de achterkant van de bedieneenheid
Bij de uitvoering zonder paniekgreep en buiteninbouw is de vierkante
stang vast gemonteerd.
Het mag niet mogelijk zijn, de beschermvoorziening met
behulp van de paniekgreep te sluiten.
Bij de montage moet men er op letten dat de bediensleutel
(bijv. door gebruik van de optionele centreerhulp)
probleemloos in de veiligheidscomponent ingevoerd
kan worden. Het behoud van een opening van 12
mm of een maximale afwijking van ± 3° tussen de
veiligheidsschakelcomponent en de bedieneenheid moet
gegarandeerd zijn.
max. 3°
±
NL
AZ/AZM 415-B30
AZ/AZM 415-B30
➄
in. Het andere einde van de
➀
plaatsen.
➁
-3
Advertenties
Inhoudsopgave
