Download Print deze pagina

schmersal AST LC ST-AS Bedieningshandleiding pagina 3

Advertenties

Bedieningshandleiding
Opto-Tube
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting aan het AS-i systeem mag
uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en
gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden (zie EN 50295).
De aansluiting op het AS-Interface systeem
De aansluiting op het AS-Interface systeem gebeurt via een M12
stekker (ST). Voor de AS-i slave zijn de aansluitconfiguraties als volgt
(volgens EN 50295):
ST
1:
AS-i +
2:
vrij
3:
AS-i -
4:
vrij
Aansluiting van het lichtscherm (ontvanger)
De aansluiting aan het lichtscherm (E) gebeurt via een M12 stekker
(ST2). De aansluitconfiguratie is als volgt:
ST2
1:
+ 24 VDC
2:
OSSD 1
3:
GND
4:
OSSD 2
5:
FE (functionele aarding)
Aansluiting van de 24V spanningstoevoer van het lichtscherm
De 24V spanningstoevoer (gestabiliseerde voeding volgens
IEC 364-4-41) gebeurt via een M12 stekker (ST1).
De aansluitconfiguratie is als volgt:
ST1
1:
+ 24 VDC
2:
vrij
3:
GND
4:
vrij
5:
FE (functionele aarding)
Voor de installatie van de Opto-Tube en een lichtscherm moeten
de volgende randvoorwaarden vervuld zijn:
- de spanningstoevoer van het lichtscherm (E) gebeurt via de
aansluitkabel die uit de schakelkast doorgetrokken wordt
- de randaarde-kabel voor het lichtscherm wordt eveneens
doorgetrokken
- de aansluitkabel tussen de Opto-Tube en het lichtscherm mag
maximaal 5 m lang zijn
- de zender van het lichtscherm (zie beschrijving van het lichtscherm)
moet een aparte spanningstoevoer hebben
5. Configuratie
5.1 Het slave adres programmeren
Het slave adres wordt via de M12 stekker (ST) geprogrammeerd.
Via een AS-i busmaster of handprogrammeertoestel kan een adres
van 1 tot 31 ingesteld worden.
5.2 Configuratie van de veiligheidsmonitor
De Opto-Tube kan in de veiligheidsmonitor ASM afhankelijk van
de toepassing verschillend geconfigureerd worden. Hiertoe kan
de gebruiker uit twee bewakingsmodules kiezen: tweekanalig
gedwongen verbrekend of tweekanalig afhankelijk. Bij gebruik van
de bewakingsmodule tweekanalig afhankelijk met synchronisatietijd
∞ (oneindig) moet bijkomend de aanlooptest geactiveerd worden.
De automatische start is niet toegelaten zonder bijkomende
startvoorwaarde.
De configuratie van de veiligheidsmonitor moet door
een bevoegde veiligheidsexpert / veiligheidsbeambte
gecontroleerd en geaccordeerd worden.
4
3
2
1
3
4
2
5 1
4
3
2
1
5
5.3 Statussignaal "veiligheidsvrijgave"
Het statussignaal "veiligheidsvrijgave" van een Safety at Work slave
kan cyclisch via de AS-i master afgevraagd worden door de besturing.
Daartoe worden de 4 ingangsbits met de wisselende SaW code van
een Safety at Work slave via een OR-koppeling geëvalueerd ten
opzichte van 4 ingangen in de besturing.
Om een correcte werking van de Opto-Tube te garanderen,
moet de parameterpoort volgens de AS-i specificatie op de
standaardwaarde F hex (1111) ingesteld worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Bij een onderbreking van de 0 Volt-kabel voor het
aangesloten lichtscherm of lichtgordijn mag de max.
uitgangsstroom (lekstroom) van de OSSD's (zie technische
gegevens van de BWS) een waarde van 0,5 mA niet
overschrijden. De Opto-Tube heeft een reactietijd van
≤ 20 ms tijdens de veiligheidsuitschakeling. Om de minimale
veiligheidsafstand van de BWS te berekenen moet de totale
reactietijd, bestaande uit de reactietijd van de BWS, de
Opto-Tube, de AS-i veiligheidsmonitor en de stilstandtijd
van de machine, in acht genomen worden
6. Gebruik en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de Opto-Tube AST LC ST-AS moet getest
worden. Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Visuele controle op beschadigingen
2. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen
6.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
1. Visuele controle op beschadigingen
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
7. Demontage en afvalverwijdering
7.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
7.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
AST LC ST-AS
3

Advertenties

loading