Inhoudsopgave
Advertenties
Labkotec SET-2000 Oil/Sludge
Handleiding voor installatie en werking
4. TROUBLE-SHOOTING
Storing:
Mogelijke oorzaak:
Actie:
Storing:
Mogelijke oorzaak:
Actie:
Storing:
Mogelijke oorzaak:
Actie:
Storing:
Mogelijke oorzaak:
Actie:
LED signaallampje VOEDING brandt niet
Voedingsspanning is te laag of de zekering is doorgebrand. Transformator of LED
signaallampje "MAINS" is defect.
1.
Controleer of de werkschakelaar "UIT" staat
2.
Controleer de zekering.
3.
Meet de spanning tussen N en L1. Moet 230 VAC ± 10 % zijn.
Geen alarm als sensor SET DM/3 in olie of lucht is, of alarm schakelt niet uit
Onjuiste instelling van "SENSITIVITY" in de Controle unit (zie Afb. 4), of vervuilde
sensor.
1.
Reinig de sensor en houdt deze in lucht of ondergedompeld in olie
2.
Draai de "SENSITIVITY" potentiometer langzaam linksom totdat de sensor
een alarm geeft.
3.
Dompel de sensor onder in water en wacht tot het alarm afgaat. Als dit niet
gebeurt, de potentiometer langzaam rechtsom draaien tot het alarm afgaat.
4.
Houdt de sensor nu in lucht of olie. De sensor moet wederom alarm geven.
Geen alarm als sensor SET/S in slib of lucht is, of alarm schakelt niet uit
Onjuiste instelling van "SENSITIVITY" in de Controle unit (zie Afb. 4), of vervuilde
sensor.
1.
Houdt de sensor 50 sec. in lucht of ondergedompeld in slib
2.
Draai de "SENSITIVITY" potentiometer langzaam linksom totdat de sensor
een alarm geeft.
3.
Dompel de sensor onder in water en wacht 25 sec. tot het alarm afgaat.
Als dit niet gebeurt, de potentiometer langzaam rechtsom draaien tot het
alarm wel afgaat.
4.
Houdt de sensor weer in lucht of slib. De sensor moet nu alarm geven.
LED signaallampje "FAULT" brandt
Stroom in sensor circuit is te laag (kabelbreuk) of te hoog (kortsluiting).
Ook kan de sensor defect zijn.
1.
Controleer of de sensorkabel correct op de SET-2000 Controle unit is
aangesloten. Zie ook bij de instructies van de sensor.
2.
Meet de spanning tussen klemmen 10 en 11 en tussen 13 en 14.
Het voltage moet tussen 10,3 en 11,8 Volt liggen.
3.
Als het voltage in orde is, moet per kanaal de sensorstroom gemeten
worden. Dit gaat als volgt:
3.1 Neem de [+] ader van de sensorklem los (klem 10 en 13).
3.2 Meet de kortsluitstroom tussen [+] en [-] pool.
3.3 Verbind een mA-meter als aangegeven in Afb. 5.
Vergelijk de meetwaarden met Tabel 1.
3.4 Verbind de ader weer aan de Controle unit.
Neem contact op met de leverancier, wanneer met bovenstaande aanwijzingen het
probleem niet opgelost kan worden.
LET OP! Als de sensor zich in een explosiegevaarlijke omgeving bevindt, moet een
Exi goedgekeurde multimeter gebruikt worden.
Labkotec Oy
9(11)
.
Wij behouden ons het recht voor wijzigingen door te voeren
D15259_nl
.
.
Advertenties
Inhoudsopgave
