1
Werking van bedieningsorganen – Verklaard
Rolbeugel neerklappen en omhoogzetten
• Vóór neerklappen, zwaailicht afnemen.
• Lunspennen verwijderen en beugelborgpennen uittrekken.
• Beugel neerklappen en borgpennen en lunzen op nieuwe plaats zetten.
• Handelingen in omgekeerde volgorde uitvoeren om beugel omhoog te zetten.
• Controleren dat alle pennen vast zitten alvorens te gaan rijden.
Zwaailicht bergplaats
• Stekker uittrekken en zwaailicht afnemen.
• Zwaailicht op beugel onder motorkap vastzetten
Zwaailicht schakelaar/Knipperlichten schakelaar*
• Onderste schakelaar indrukken om zwaailicht in te schakelen.
• Bovenste schakelaar om zwaailicht uit te schakelen
*Facultatief
Accu scheidingsschakelaar (onder motorkap)
• Sleutel linksom draaien om accuvoeding uit te schakelen.
• Sleutel rechtsom draaien om accuvoeding in te schakelen.
Alvorens motor te starten, controles in sectie
uitvoeren