28
nl | Installatie van hardware
4.8
I/O-aansluiting voor extern alarm
Alarmingangen en -uitgangen zijn voorzien van schroef aansluitklemmen. De schroef
aansluitklemmen worden met het apparaat meegeleverd.
De ingangen aansluiten
Elke (alarm)ingangslijn kan worden geschakeld door een relaiscontact van een extern
apparaat tussen een genummerde invoer en aarding (G). Sluit ze aan als normaal open (N.O.)
of normaal gesloten (N.C.). Configureer de alarmingangen als N/O of N/C in het menusysteem.
De standaardinstelling is N/O.
Specificaties
Impedantie van alarmingang: interne pull-up 10 KOhm tot +5 V
Ingangsspanningsbereik: -2 VDC minimaal tot 15 VDC maximaal
Drempel ingangsspanning: laagspanning 0,5 V maximaal, hoge spanning 2,0 V minimaal
Kabeldwarsdoorsnede: AWG 26-16 (0,13-1,5 mm2)
De alarmuitgangen aansluiten
De vier alarmuitgangsrelais reageren op de ingangsalarmen en triggers. Configureer de
alarmuitgangen als N/O of N/C in het menusysteem. Sluit alleen ohmse belastingen aan op de
alarmuitgangsrelais. De spanning/stroomsterkte op de contacten van een alarmuitgangsrelais
mag niet hoger zijn dan 30 VAC, 40 VDC, 500 mA (continu), of 10 VA.
GEVAAR!
Elektrische spanning.
Gevaar voor elektrische schok en beschadiging van het apparaat.
De aansluitingen mogen niet worden gebruikt bij AC-netspanning.
Specificaties
Schakelstroom (bestand): max. 500 mA
Schakelspanning (bestand): max. 30 VAC/40 VDC
Kabeldwarsdoorsnede: AWG 26-16 (0,13-1,5 mm2)
Afbeelding 4.9 Alarmingangsconnector voor het model met 16 kanalen
Afbeelding 4.10 Alarmingangsconnector voor het model met 8 kanalen
Afbeelding 4.11 Alarmuitgangsconnector
F.01U.169.663 | v2.0 | 2012.02
Installatie- en bedieningshandleiding
630/650 Serie harddisk-recorder
Bosch Security Systems