NEDERLANDS
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
SIMPELE STANDALONE
U kunt met de DIP-switches (zie vorige hoofdstuk voor het instellen van de DIP-switches) één van de
7 statische kleuren of kleurensprongen/fades met 7 verschillende snelheden selecteren.
Volg deze aanwijzingen op:
• Bereken het totale vermogen van de LED-strip. Het vermogen van LED-strips wordt meestal opgegeven in
watt/meter (W/m).
Voorbeeld: het vermogen of de LED-strip = 9,6 W/m en de lengte = 5 m
Het totale vermogen = 9,6 W/m * 5 m = 48W
• Kies een aangepaste, op de voorgaande berekening gebaseerde voeding. Wij stellen voor om voor
langdurige betrouwbaarheid 20% extra vermogen toe te voegen en de dichtstbijzijnde voeding te kiezen
die deze berekening overtreft.
Voorbeeld: in ons voorbeeld hebben we 48 W nodig. Dus we voegen 20% toe: 48W + 20% = ±58W
De dichtstbijzijnde stroomvoorziening is in dit geval onze voeding van 60 W/24 V.
• Sluit de uitgang van de voeding aan op de voedingsaansluiting van de eenheid. (verwissel de polariteit van
de draden niet!)
• Sluit de LED-strip aan op de uitgang van de eenheid. De rode draad op [R], de groene draad op [G], de
blauwe draad op [B] en de 4
Opmerking: Opmerking: sluit niet meer dan 5 m LED-strip in serie aan; een te hoge stroom
beschadigt de LED-strip. U kunt in plaats daarvan de LED-strips parallel aansluiten.
• Schakel NADAT u alle aansluitingen hebt gecontroleerd de voeding in.
• Schakelaar 10 van de DIP-switches moet in de stand [ON] staan: zet nu de andere schakelaars in de
gewenste stand (zie het vorige hoofdstuk).
DMX-BEDIENING: basisinstellingen voor een reguliere RGB-installatie
Dit bestaat uit twee delen:
• Aansluitingen voor DMX-ingangen (zie onderstaand schema) en DIP-switch configuratie (zie het vorige
hoofdstuk)
• Aansluitingen voor LED-uitgangen (hetzelfde als voor standalone werking)
JB SYSTEMS
®
e
draad op [V+]. (verwissel de polariteit van de draden niet!)
4/6
GEBRUIKSAANWIJZING
LED DMX-CONTROL XLR Mk2