Inhoudsopgave
Advertenties
Selecteer de optie APP. INLEREN" – Zie opmerking [1] Leer het apparaat in of voer
3
het apparaat-ID in
4
Selecteer het gewenste Zonenummer
5
De parameters Locatie, Zone Type en Deurbel configureren
6
De melder configureren
Opmerkingen:
[1] Als de melder reeds ingeleerd is, kunt u zijn parameters instellen via de optie "Wijzig apparaten" – zie stap 2.
[2] Selecteer de optie "Apparaatinstellingen" en raadpleeg sectie 3 voor de configuratie van de parameters van de melder.
3. Temperatuurweergave
Raadpleeg voor instructies over de weergave van de temperatuur van zones op het bedieningspaneel, zoals gemeten door de MP-802 PG2 melders,
de PowerMaster Installatiehandleiding, sectie 4.2 "Een test uitvoeren".
4. De parameters van de melder configureren
Ga in de PowerMaster naar APPARAATINSTELLINGEN en volg de instructies voor de configuratie van de MCP- 802 K9- 85 PG2 melder zoals
beschreven in de volgende tabel.
Optie
Instructies voor de configuratie
Alarm led
Bepaal of de led alarmindicatie wordt ingeschakeld. Optionele instellingen: LED AAN (standaard) en LED UIT.
Bepaal of een alarm wordt geactiveerd bij continue beweging (lage gevoeligheid) of bij een enkele alarmgebeurtenis (hoge
Gevoeligheid
gevoeligheid). Optionele instellingen: LAAG gevoelig (standaard) en HOOG gevoelig.
Bepaal of de vertraging na uitschakeling wel of niet wordt ingesteld. Optionele insellingen: NIET actief (standaard), JA– geen
Bat spaar by uit
vertraging, JA + 5s vertraging, JA + 15s vertraging, JA + 30s vertraging, JA + 1m vertraging, J=A + 2m vertraging, JA + 5m vertraging,
JA + 10m vertraging, JA + 20m vertraging en JA + 60m vertraging.
Bepaal of het bedieningspaneel wel of geen alarm "zeer warm" zal melden als de temperatuur gedurende ten minste 10 minuten
ZEER WARM
boven de 35°C stijgt. Het alarm wordt hersteld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten onder de 34°C daalt. Optionele
> 35°C
instellingen: Uit (standaard) of Aan
Bepaal of het bedieningspaneel wel of geen alarm "koud" zal melden als de temperatuur gedurende ten minste 10 minuten onder de
KOUD 19°C*
19°C stijgt. Het alarm wordt hersteld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten boven de 20°C stijgt. Optionele instellingen: Uit
(standaard) of Aan
Bepaal of het bedieningspaneel wel of geen alarm "vorst" zal melden als de temperatuur gedurende ten minste 10 minuten onder de
VORST < 7°C*
7°C daalt. Het alarm wordt hersteld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten boven de 8°C stijgt. Optionele instellingen: Uit
(standaard) of Aan
Bepaal of het bedieningspaneel wel of geen alarm "diepvriezer" zal melden als de temperatuur gedurende ten minste 30 minuten
DIEPVRIEZER
boven de -10°C stijgt. Het alarm wordt hersteld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten onder de -11°C daalt. Optionele
> -10°C*
instellingen: Uit (standaard) of Aan
Opmerking: De temperatuur moet tijdens de vereiste duur de limiet overschrijden om een alarm of een herstel te verzenden.
Opmerking: De gebruiker kan de installateur toegang op afstand verlenen om de ledverklikker in of uit te schakelen.
5. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST
Opmerking: Voer ten minste eenmaal per jaar een diagnostische test uit om te verzekeren dat de melder correct werkt.
D-306523 MP-802 K9-85 PG2 Installatie-instructies
WIJZIG APPARATEN
NU INLEREN of VOER ID IN:XXX-XXXX
Z14:Bew.melder (met bedieningspanelen PowerG
V19.2 en lager)
ID No. 120-XXXX (met bedieningspanelen PowerG
V19.2 en lager)
Z14:B.melder (met bedieningspanelen PowerG V19.3
en hoger)
ID No. 126-XXXX (met bedieningspanelen PowerG
V19.3 en hoger)
Z14:LOCATIE
Z14:ZONE TYPE
Z14:DEURBEL
Z14: APP. INSTEL
Zie opmerking 2
4
Advertenties
Inhoudsopgave
