Handschoenen vervangen
1.
Richt de handschoenmontage voordat u het in het hoofdgedeelte van de manchet plaatst (zie Afb. 13). Zorg
ervoor dat de handschoenmontage het volgende heeft:
a) de rechter handschoen voor de rechtermouw en de linker handschoen voor de linkermouw
b) juist gerichte handschoen, d.w.z. duimen bovenaan of licht hellend volgens de vereisten van de gebruiker.
NB: Wanneer de handschoenmontage is geplaatst, kan het niet worden geroteerd.
2.
Duw de handschoenmontage in het hoofdgedeelte van de manchet (zie Afb. 14), gebruik uw duimen om te
zorgen voor volledige plaatsing (zie Afb. 15).
3.
Schuif de voorste kraag over de handschoen en op het hoofdgedeelte van de manchet (zie Afb. 10).
4.
Draai de voorste kraag rechtsom (zie Afb. 9) om het vast te zetten. De rode vergrendelpen moet zijn uitgelijnd
met de markering op het hoofdgedeelte van de manchet om te zorgen voor de vergrendelfunctie.
5.
Draai de rode vergrendelpennen naar de stand VERGRENDELEN [
instrument (zie Afb. 8).
6.
Voer voorafgaand aan gebruik een controle uit door te proberen om de voorste kraag te ontgrendelen (d.w.z. het
linksom draaien). Deze snelle test zal bepalen of de manchet wel of niet veilig kan worden gebruikt.
Afb. 13
Afb. 15
] met gebruik van het rode keylock-
5
Afb. 14