WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Bewaar wasmiddelen en nabehandelings-
producten op een droge plaats, buiten het
bereik van kinderen.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpen- tine,
benzine). Was geen stoffen in de was- machine
die behandeld zijn met oplosmid- delen of
ontvlambare vloeistoffen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelings-
producten die bedoeld zijn voor apparaten voor
huishoudelijk gebruik. Volg de wassymbolen op
het etiket op het wasgoed.
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
• de textielsoort
• de kleur;
• de wastemperatuur;
• de hoeveelheid en het soort vuil.
Type wasgoed
Wit bestendig wasgoed
(koud water – 95 °C):
Wit zacht wasgoed
(koud water – 40 °C):
Heldere/pastelkleuren
(koud water – 60 °C):
Intense kleuren
(koud water – 60 °C):
Zwart/donkere kleuren
(koud water – 60 °C):
Voor de was die speciale behandeling vereist
(bijvoorbeeld wol of microvezels) raden wij aan om
speciale beschikbare wasmiddelen, weekmakers en
wasverzachters te gebruiken. Voor andere informatie
zie www.cleanright.eu.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de
hoofdwas wanneer u de functie "Voorwas" heeft
geactiveerd
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel bij het
selecteren van de functie "Uitgestelde start einde"
(afhankelijk van het model).
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
• de hoeveelheid en het soort vuil
• de grootte van de was
- volledige belading: volg de aanwijzingen van de
fabrikant op
- halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een
volledige belading
- kleine belading (ca. 1 kg): 1/2 van de hoeveelheid
voor een volledige belading
Als er geen instructies op de verpakking van het
wasmiddel staan met betrekking tot de belading:
fabrikanten van wasmiddelen houden meestal als
aanbeveling 4,5 kg wasgoed voor normaal wasmiddel
en 2,5 kg wasgoed voor een fijnwasmiddel aan.
• de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het waterleidingbedrijf).
Bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig
dan bij hard water.
Soort reinigingsmiddel
effectief wasmiddel met
bleekmiddel
mild wasmiddel met bleekmid-
del en/of optische witmakers
wasmiddel met bleekmiddel
en/of optische witmakers
wasmiddel voor kleurig
wasgoed zonder bleekmiddel/
optische witmakers
speciale wasmiddelen voor
zwart/donker wasgoed
Opmerking:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor
minder goed gewassen. Als de wasmachine te veel
schuim detecteert, centrifugeert het apparaat mogelijk
niet, of duurt het programma langer en wordt er
meer water gebruikt (zie ook de opmerkingen over
schuimvorming in het hoofdstuk "Het oplossen van
problemen"). Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed
op den duur grauw, en ontstaan er afzettingen op het
verwarmingselement, de trommel en de slangen.
Dosering van wasmiddelen en extra
middelen (afbeelding 2)
Voorwascompartiment
• Wasmiddel voor het voorwassen (alleen bij
activatie van de keuze "Voorwas")
Compartiment voor hoofdwas
• Wasmiddel voor hoofdwas (dient voor alle
programma's toegevoegd worden)
• Vlekkenverwijderaars (optioneel)
• Waterverzachters (optioneel, aangeraden voor
klasse van hardheid 4 of hoger)
Compartiment voor een wasverzachter
• Wasverzachter (optioneel)
• Zetmeel opgelost in water (optioneel)
Bij de dosering van wasmiddelen en aanvullende
middelen kunt u het niveau "MAX" nooit overschrijden.
Indien u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, sluit
de schuifbak onmiddelijk nadat u het vakje met
wasmiddel vult. Voor meer informaties betreffende
het gebruik van wasmiddelen en wasverzachters in
individuele programma's zie toegevoegde tabel van
programma's.
Chloorbleekmiddel gebruiken
• Was uw wasgoed op het gewenste programma
(Katoen, Synthetisch, enz.) met de juiste
hoeveelheid chloorbleekmiddel in het vakje
WASVERZACHTER (doe het klepje goed dicht).
• Start onmiddellijk na het einde van het programma
het programma "Spoelen en centrifugeren" om
een eventuele chloorlucht te verwijderen; u kunt
desgewenst wasverzachter toevoegen.
• Doe nooit chloorbleekmiddel en wasverzachter
tegelijk in het bakje.
• Bij gebruik van bleekmiddelen op basis van zu-
urstof volg de aanbevelingen van hun producent.
Stijfsel gebruiken
• Selecteer het programma "Spoelen en centri-
fugeren" en controleer of de centrifugeersnelheid is
ingesteld op niet meer dan 800 tpm.
• Start het programma, trek het wasmiddelbakje
naar buiten zodat u ongeveer 3 cm van het bakje
voor wasverzachter ziet.
• Giet de stijfseloplossing in het bakje terwijl het
water in de wasmiddellade stroomt.
NL 4