R
PLAATSEN VAN MESSEN 1, 4 EN 6
1. Schroef de borgbout van de meshouder (a) los.
2. Verdraai het meshouderwiel totdat de borgbout van de meshouder
(b) zichtbaar wordt.
3. Draai de borgbout van de meshouder vast.
4. Leg de meter op een vlakke ondergrond met het meshouderwiel
naar beneden gericht.
5. Schroef de borgbout van de meshouder los met de meegeleverde
inbussleutel.
6. Plaats het mes in de meshouder met het referentienummer naar
het meshouderwiel toe. Schuif het mes zo ver mogelijk in de
meshouder. Als het mes correct is geplaatst, zal het eenzelfde
afstand van de basis van de meter uitsteken als de wielen.
7. Draai de borgbout van het mes vast.
8. Herhaal de bovengenoemde stappen voor de overige messen. Vergeet niet dat er reeds een mes is
geplaatst, wees voorzichtig!
EEN ROOSTERKAM PLAATSEN
De roosterkam wordt in de meshouder geplaatst op de plaats waar een X staat afgebeeld.
Om een roosterkam te plaatsen, volgt u de eerder gegeven instructies voor het plaatsen van messen maar
draait u het meshouderwiel tot de stip tussen 6 en X en zet u het vast in deze positie voordat u de
roosterkam plaatst.
22
a
b