•
Als de kap bij lage temperaturen moet worden gebruikt en er condensvorming in het vizier optreedt,
brengt u Respirex FOG OFF aan op de binnen- en buitenkant van het vizier.
•
De Simplair-kap is niet ontworpen om te worden gebruikt voor straalwerkzaamheden of voor
toepassingen met een hoog ontvlambaarheidsrisico. Voor dergelijke toepassingen moeten alternatieve
PBM's die het vereiste beschermingsniveau bieden, worden gebruikt.
•
De Simplair-kap mag niet worden gedragen in werkomgevingen waar bescherming tegen niet-
ioniserende straling noodzakelijk is.
•
Van de materialen die zijn gebruikt bij het maken van de Simplair-kap is niet bekend dat zij bij de
meerderheid van de mensen allergische reacties kunnen veroorzaken. De kap bevat geen componenten
die gemaakt zijn van natuurrubberlatex.
Neem voor meer informatie contact op met de afdeling klantenservice van Respirex op tel.: +44(0)1737 778600
of fax: +44 (0)1737 779441.
Controle vóór gebruik
Conform de Control of Substances Hazardous to Health (COSHH) regelingen 2002 en de regeling
Persoonlijke Beschermingsmiddelen (EG-richtlijn) 1992, is vereist dat een grondig onderzoek van een
ademhalingsbeschermend apparaat (respiratory protection equipment, RPE) wordt uitgevoerd in een schone
ruimte, ten minste eenmaal per maand, als het kledingstuk niet is gebruikt. Respirex adviseert om als de RPE
in gebruik is deze altijd te controleren voorafgaand aan de start van elke ploegendienst. Deze inspecties zijn
vereist om te verzekeren dat de RPE presteert zoals beoogd en vrij is van gebreken.
Elke inspectie moet worden geregistreerd en het volgende moet worden genoteerd: datum, serienummer,
naam van de onderzoeker, conditie van het apparaat en gegevens over eventueel gevonden gebreken. De
inspectiegegevens worden bewaard door de desbetreffende afdelingen veiligheid en gezondheid, gedurende
een periode van tenminste vijf jaar.
1.
Controleer de kap visueel op schade die de goede werking van het kledingstuk kan schaden.
2.
Controleer de juiste luchtstroom in de kap. Op de kap wordt de werkdruk aangegeven die moet
overeenkomen met de luchtdruk zoals aangegeven door de drukmeter op het uitlaatpunt van de
luchtleiding. Zorg ervoor dat de geluiddemper schoon is en geen besmetting van de luchtleiding heeft.
De geluiddemper moet worden vervangen als deze enigszins is vervuild.
3.
De kap is niet verontreinigd, aan de binnen- noch aan de buitenzijde.
4.
Het identificatienummer is duidelijk leesbaar in de kap.
5.
De kap heeft geen scheuren of gaten; let met name op de naden.
6.
De luchtbandbevestiging van de gordel zit goed vast en is niet beschadigd.
7.
Het zicht door het vizier wordt niet belemmerd door grote krassen of tekenen van slijtage. Op kappen die
uitgerust zijn met stijve vizieren kan een verwijderbaar buitenvizier worden gemonteerd dat schade aan
het hoofdvizier voorkomt. Deze kan eenvoudig worden gedaan door hem van de klittenbandsluitingen te
halen en te vervangen door een nieuw buitenvizier.
8.
Geadviseerd wordt om de uitademingskleppen visueel van tevoren te controleren. Als het klepdiafragma
op enige wijze is vervormd of beschadigd, moet het worden vervangen.
9.
Zorg ervoor dat de rubberen nekseal (indien aanwezig) niet gescheurd of beschadigd is en nog steeds
rond de nek afsluit. Als een nekseal met trekkoord is aangebracht, zorg er dan voor dat het koord intact is
en dat de knevel voor een goede afsluiting rond de nek zorgt.
Inspectie van de toevoerslang van perslucht (Compressed Air Supply Tube - CAST), die lucht van
ademhalingskwaliteit levert aan de gebruiker, moet ten minste eenmaal per maand en voorafgaand aan elke
ploegendienst worden uitgevoerd en de resultaten moeten worden geregistreerd.
Tijdens de inspectie moet het volgende worden gecontroleerd:
1.
De CAST is schoon aan de buitenkant
2.
De CAST heeft geen schade (gaten, scheuren, enz.).
3.
Luchtleidingkoppelingsaansluitingen zijn in goede staat, terugslagkleppen werken goed en zijn ook in
goede staat.
Dompel ze in water om eventuele lekken te lokaliseren als schade duidelijk te zien is. Meld eventuele gebreken
aan de supervisor en registreer ze. De CAST mag NIET worden gebruikt totdat het defect is verholpen.
4