Download Print deze pagina

Endress+Hauser RNF22 Handleiding pagina 2

Verberg thumbnails Zie ook voor RNF22:

Advertenties

KA01460K
Montage
Montagevoorwaarden
Afmetingen
Breedte (B) x lengte (L) x hoogte (H) (met klemmen): 17,5 mm (0,69 in) x
116 mm (4,57 in) x 107,5 mm (4,23 in)
Montagelocatie
Het instrument is ontworpen voor installatie op 35 mm (1,38 in) DIN-rails
conform IEC 60715 (TH35).
De behuizing van het instrument voorziet in een basisisolatie ten opzichte van
naastgelegen instrumenten van 300 Veff. Wanneer verschillende instrumenten
naast elkaar worden geïnstalleerd, moet hier rekening mee worden gehouden en
moet extra isolatie worden toegepast indien nodig. Wanneer het naastgelegen
instrument ook een basisisolatie heeft, is extra isolatie niet nodig.
LET OP
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de grenswaarden uit de
certificaten en goedkeuringen worden aangehouden.
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperat
–20 ... 60 °C
uurbereik
(–4 ... 140 °F)
Elektrische aansluiting
Aansluitspecificaties
Een platte schroevendraaier is nodig om de elektrische verbinding met schroef-
of insteekklemmen te maken.
AWG 24-14
0,2 -2,5 mm
5
²
1.
7 mm (0,28")
2.
0,5-0,6 Nm
5-7 lb In
 1
Elektrische aansluiting met schroefklemmen (links) en insteekklemmen (rechts)
VOORZICHTIG
L
Onherstelbare beschadiging van onderdelen van de elektronica
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
of aangesloten.
LET OP
Onherstelbare beschadiging of storing van onderdelen van de elektronica
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen
elektrostatische ontlading.
Speciale aansluitinstructies
• Scheidingseenheden en circuitbeveiligingssystemen met passende AC- of DC-
waarden moeten in de gebouwinstallatie zijn opgenomen.
• De schakelaar/voedingsscheider moet dicht bij de installatie worden
gemonteerd en duidelijk worden gemarkeerd als uitschakelaar voor dit
instrument.
• Een overstroombeveiliging (I≤16 A) moet in de installatie worden
opgenomen.
• De spanningen op de ingang, uitgang en relaisuitgang zijn allemaal extra lage
spanningen (ELV).
Belangrijke aansluitgegevens
Voedingsspanning
Voedingsspanning
Voedingsstroom naar de DIN-railbusconnector
2
Opslagtemperatuur
–40 ... 80 °C
(–40 ... 176 °F)
AWG 24-14
0,2 - ,5 mm
5 2
²
1.
3.
10
mm
(0,39")
1.
2.
24 V
(-20% / +25%)
DC
I
: 3,75 A
OUT
Beschermingsklasse
IP 20
Vervuilingsgraad
2
Hoogte
≤ 2 000 m (6 562 ft)
Montage van de DIN-railbusconnector
Wanneer de DIN-railbusconnector wordt gebruikt voor de
voedingsspanning, moet deze op de DIN-rail worden geklikt VOORDAT
het instrument wordt gemonteerd. Het is daarbij van beland te letten op
de inbouwpositie van de module en de DIN-railbusconnector: de clip moet
aan de onderkant liggen en het connectorstuk links.
Installeren van een DIN-rail instrument
Het instrument kan in elke positie (horizontaal of verticaal) worden
geïnstalleerd op de DIN-rail zonder afstand aan de zijkant tot naastgelegen
instrumenten. Er is geen gereedschap nodig voor de installatie. Gebruik van
beugels (type "WEW 35/1" of gelijkwaardig) op de DIN-rail wordt aanbevolen om
het instrument te fixeren.
Uitgangsspanning voor I
OUT
Maximale stroomverbruik
Beveiliging tegen ompolen en overspanning
Zekering (vervangbaar)
Specificaties relaisuitgang
Contacttype
Contactmateriaal
Maximale schakelspanning
Zie voor gedetailleerde technische gegevens de bedieningshandleiding
Handleiding snelle bedrading
Fault Out
11
12
14
3.1
3.2 3.3
1:PWR redundant
2: LF
 2
RNF22 klembezetting: voedings- en foutmeldingsmodule
Voedingsspanning
De voeding kan worden aangesloten op klemmen 1.1 en 1.2 voor PWR1 of 2.1
en 2.2 voor PWR2.
Overspanningscateg
II
orie
Luchtvochtigheid
5 ... 95 % geen
condensatie
U
: 0,8 V voor 3,75 A
in
3,75 A
Ja, ontkoppeld via diodes
5 A, traag
1 omschakelcontact
Goud (Au)
50 V
(2 A) / 30 V
AC
A) / 50 V
(0,22 A)
DC
PWR2
PWR1
+24V
GND
+24V
GND
2.1 2.2
1.1
1.2
+24V
GND
n.c.
GND
Fault
Faultsignal
single
activated
deactivated
Endress+Hauser
(2
DC

Advertenties

loading