Opbouw en functie
Lastoorts uitrusten
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
•
O-ring in de houder plaatsen en houder met de vlakke zijde op de toorts zetten.
•
Isolator met de vlakke zijde vastschroeven op de toorts.
•
Tapbouten in de houder schroeven en met de moer vastzetten.
•
Gasdiffusor in de toorts steken.
•
Gaskop op de toorts schroeven.
•
Toevoegdraadgeleiding in de tapbouten steken en met de zeskantschroeven vastzetten.
•
Elektrode in de toorts steken en met de toortskap vastzetten.
5.5.2
Geleiding van de draad op maat maken
Afhankelijk van de diameter en het type draadelektrode moet een draadgeleidingsspiraal of
draadgeleidingskern met passende binnendiameter in de lastoorts worden gemonteerd!
Aanbeveling:
•
Gebruik een stalen draadgeleidingsspiraal voor het lassen van harde ongelegeerde draadelektroden
(staal).
•
Gebruik een chroomnikkel draadgeleidingsspiraal voor het lassen van hooggelegeerde draadelektro-
den (CrNi).
•
Gebruik een draadgeleidingskern, bijv. kunststof- of teflonkern, voor het lassen of solderen van zachte
of hooggelegeerde draadelektroden, of aluminium materialen.
Om de draadgeleiding te vervangen moet het slangpakket altijd gestrekt worden neergelegd.
De weergegeven lastoorts is een voorbeeldweergave. Afhankelijk van de uitvoering kunnen de
verschillende toortsen afwijken.
30
0
Toortskap
Inbusbout
Toevoegdraadgeleiding
Zeskantmoer
Bevestigingsplaat – Uitvoering TIG 200 / 450
Tapbout, M4X10 L44MM SW7
Gaskop
Wolfraamelektrode
Gasdiffusor
Bevestigingsplaat - Uitvoering TIG 260
Kunststofisolatie
O-ring
Greep
Toevoegdraadgeleiding - Uitvoering WO
099-500091-EW505
23.02.2023