Lichtmanagement
Sensorafdekking 180° 1,10 m
Helderheidsdrempel instellen
De helderheidsdrempel wordt binnen een bereik van ca. 0 tot 80 Lux en dagmodus 3 traploos
ingesteld. Daarbij staat het symbool 3 voor schakelen onafhankelijk van de helderheid en het
symbool 2 voor schakelen bij donker.
o
Schuifschakelaar (4) afnemen.
o
Insteller (6) op de gewenste positie draaien (afbeelding 6).
i Wanneer de bewegingsmelder in nachtmodus, instelling 2, niet meer op te registreren be-
wegingen reageert, dan moet de insteller weer wat in de richting 3 worden gedraaid.
o
Schuifschakelaar opklikken.
Helderheidsdrempel met teach-functie veranderen.
Met behulp van de teach-functie kan de actuele omgevingshelderheid als helderheidsdrempel
worden opgeslagen. De op de insteller helderheid (6) ingestelde waarde wordt dan niet meer
verwerkt. Iedere volgende keer opslaan overschrijft de voorgaande waarde.
i Een spanningsuitval langer dan 2 seconden of het veranderen van de insteller helderheid
(6) met minimaal een halve slag heeft verlies van de opgeslagen helderheidsdrempel tot
gevolg.
i Wanneer een helderheidswaarde groter dan 80 Lux als helderheidsdrempel wordt opgesla-
gen, dan bevindt de bewegingsmelder zich in de dagmodus en schakelt onafhankelijk van
de helderheid.
32540233
J:0082540233
Afbeelding 6: Insteller onder schuifschakelaar
7/15
26.07.2010