SLDR, SLDG
Gebruiksaanwijzing
Item
J
Offset-inkeping
Schroefdraad verticale
K
stangklemschroef
L
Verticale klemgeleiding
M
LCD-scherm achter
N
Batterijklep
O
Stangklemschroef
P
Uitlijningspunt
Q
Referentie-indicator
R
Knop van klemschroef
Tabel
3
geeft een overzicht van de functies op het bedieningspaneel.
1
7
6
6
4
Tabel 2. Kenmerken (vervolg)
Beschrijving
Tabel 3. Bedieningspaneel
Item
2
3
4
5
Gebruik deze om de referentiemarkeringen over te brengen
naar een punt dat zich op 53,18 mm van de rand van de
detector bevindt.
Geschikt voor de stangklemschroef om de klem verticaal op
de detector aan te sluiten.
Wordt gebruikt om de klem verticaal uit te lijnen.
Werkt hetzelfde als het LCD-scherm vóór. Zie tabel 3.
Beschermt de batterij.
Rechtsom draaien om de klem aan de detector te
bevestigen.
Hiermee wordt de stangklem bevestigd aan de detector en
ten opzichte van de detector uitgelijnd, in horizontale of
verticale positie.
Wordt gebruikt voor uitlijning met de hellingsmarkeringen
op de detector voor meetwaarden van de meetstok.
Hiermee wordt de klem aan de meetstok of -staf bevestigd.
Gemiddelde detectienauwkeurigheid (1,75 mm)
Fijne detectienauwkeurigheid (0,75 mm)
Detector is te hoog gericht.
D
Detector is te laag gericht.
E
Status pieper aan/uit
F
Batterijstatus
G
Laserstraalpositie
Functie
Beschrijving