Routerconfiguratie
Internetverbinding instellen
1.
Typ http://www.routerlogin.net in de adresbalk van uw browser en druk op
Enter. Voer als gebruikersnaam admin en als wachtwoord password in.
2.
De installatiewizard detecteert uw type internetverbinding. Volg de aanwijzingen
op het scherm om het instellen van de internetverbinding van de router te
voltooien.
Draadloze beveiliging instellen
1.
Standaard is de WAN (internet)-
instelling voor uw router ingesteld op
DHCP. Als uw internetverbinding
DHCP is, selecteer dan Yes (Ja) op
het scherm van de installatiewizard
en klik daarna op Next (Volgende).
Als uw internetverbinding iets anders
dan DHCP is (bijvoorbeeld PPPoE),
selecteer dan No (Nee) op het
scherm van de installatiewizard en
klik op Next (Volgende). U kunt de
internetpoort handmatig configureren
of op Setup Wizard (Installatiewizard)
op het NETGEAR Smart Wizard-
scherm klikken om de internetpoort
via de wizard te configureren.
2.
De Smart Wizard detecteert uw
verbinding en geeft deze weer. Klik
op Next (Volgende).
3.
Voer op het scherm Static IP Address
(Statisch IP-adres) een accountnaam
in en klik op Apply (Toepassen).
4.
Controleer uw netwerkinstellingen op
de overzichtspagina. Mogelijk wilt u
deze afdrukken voor uw administratie.
Klik op Next (Volgende) om alle
instellingen toe te passen en volg
ook de aanwijzingen in het volgende gedeelte op.
Draadloze apparaten aansluiten op uw router
1.
Open de software waarmee u de draadloze verbindingen beheert op het
apparaat dat u op de router wilt aansluiten. (In Windows XP gaat u bijvoorbeeld
naar Configuratiescherm > Netwerkverbindingen. Vervolgens klikt u met de
rechtermuisknop op het draadloze apparaat en selecteert u Beschikbare
draadloze netwerken weergeven).
2.
De draadloze software zoekt alle draadloze netwerken in uw omgeving. Zoek
en selecteer de netwerknaam die u bij de installatie van de router hebt gekozen.
3.
Als uw netwerk is beveiligd, wordt de passphrase of netwerksleutel gevraagd.
Voer de gekozen passphrase in en klik op Connect (Verbinding maken). De
installatie is nu voltooid.
Opmerking: als uw draadloze apparaat WPS (Wi-Fi Protected Setup)
ondersteunt (NETGEAR noemt deze methode 'Push 'N' Connect'), kan het zijn
dat u wordt gevraagd de WPS-knop van de router in te drukken in plaats van
een passphrase op te geven. Als dit het geval is, gaat u naar stap 4.
4.
Druk op de WPS-knop op de router. Deze lijkt op
5.
U hebt vervolgens twee minuten de tijd om de instructies van de software op
uw draadloze apparaat op te volgen en het WPS-proces te voltooien. Het
apparaat wordt nu verbonden met uw router. Herhaal deze procedure om
andere draadloze apparaten toe te voegen.
Opmerking: uw netwerknaam, beveiligingsmethode en passphrase moeten
hetzelfde zijn op alle draadloze apparaten die u op de router aansluit.
Voer hier uw draadloze informatie in:
Naam draadloos netwerk (SSID) ________________________________
Passphrase draadloze beveiliging ______________________________
Als u uw passphrase bent vergeten, sluit de router dan via een Ethernet-kabel
aan op een computer en meld u aan bij
standaardgebruikersnaam (admin) en het standaardwachtwoord (password).
Fabrieksinstellingen herstellen: mogelijk moet u bij bepaalde routers eerst
de fabrieksinstellingen van het apparaat herstellen voordat u uw passphrase
opnieuw kunt configureren. Als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen, drukt
u met een paperclip op de verzonken knop voor het herstellen van de
fabrieksinstellingen aan de achterzijde tot het netvoedings-/testlampje gaat
knipperen. Dit duurt ongeveer 10 seconden. Laat de knop los en wacht totdat
de router opnieuw is opgestart. Meld u aan met de standaardgebruikersnaam
(admin) en het standaardwachtwoord (password). Opmerking: wanneer u de
fabrieksinstellingen herstelt, gaan eventuele aanpassingen en configuraties
die u op het apparaat hebt opgeslagen, verloren!
Dit symbool is gebruikt in overeenstemming met richtlijn 2002/96 van de Europese Unie betreffende
February 2012
Februari 2012
het afvoeren van elektrische en elektronische apparatuur (de WEEE-richtlijn). Als dit product in de
Europese Unie wordt afgevoerd, moet het worden behandeld en gerecycled in overeenstemming
met de wetten voor het implementeren van de WEEE-richtlijn in uw rechtsgebied.
Activiteit
Onderdeel
Netvoeding/
test
Draadloos
Internet
(Blauwe
RJ-45-
aansluiting)
of
.
LAN-poorten
(Gele RJ-45-
aansluitingen)
Technische ondersteuning
Bedankt dat u voor NETGEAR-producten hebt gekozen.
http://www.routerlogin.net
met de
Nadat u de installatie en configuratie hebt voltooid, registreert u uw product op
http://www.NETGEAR.com/register. U dient het product te registreren voordat u
gebruik kunt maken van onze telefonische ondersteuningsdienst.
WAARSCHUWING!
NETGEAR, het NETGEAR-logo en Connect with Innovation zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
NETGEAR, Inc. en/of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Informatie kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars. © 2012 door NETGEAR, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Beschrijving
• Knippert groen: de router voert de zelfdiagnostische opstarttest uit.
• Brandt groen: de router is gereed.
• Brandt groen: de draadloze verbinding wordt tot stand gebracht.
• Knippert groen: er worden gegevens verzonden.
• Uit: De draadloze interface is uitgeschakeld.
• Brandt groen: de router heeft een geldige verbinding met de internet-
of WAN-poort.
• Knippert groen: er worden gegevens verzonden.
• Uit: de Ethernet-kabel is niet op de modem aangesloten.
Als een LAN-lampje niet brandt, controleer dan of de Ethernet-kabel aan
beide uiteinden goed is aangesloten en of de computer is ingeschakeld.
• Brandt groen: de lokale poort is aangesloten op een 10 Mbps- of
een 100 Mbps-apparaat.
• Knippert groen: gegevensoverdracht vindt plaats met 10 of 100 Mbps.
plaats dit apparaat niet op andere elektrische apparatuur en
plaats ook geen andere apparatuur op dit apparaat. Stel dit
apparaat niet bloot aan warmtebronnen zoals direct zonlicht,
verwarmingen, radiatoren en andere audio/video-
ontvangers of apparaten die warmte uitstralen.