NL
NL
NL
6.3 Controle rookgas afvoersysteem
1. Laat de haard op volstand branden.
2. Controleer het vlammenbeeld. Indien niet goed, controleer dan de
houtsetopstelling.
3. Controleer na 10 minuten of de vlammen helder geel branden. Bij
blauwe vlammen, donkergele roetende vlammen en of
uitschakelen, controleer:
- de verbindingen van de buizen (geen lekkage);
- de montage van de uitlaat. Bij muurdoorvoer juiste kant
boven. Bij dakdoorvoer juiste type en plaats (zie ook
hoofdstuk 3);
- of de maximum lengte van de rookgasafvoer niet is
overschreden;
- de juiste stuw gemonteerd is;
- het toestel de juiste instelling heeft. Controleer kenplaat
op gassoort en land van bestemming.
NL 18
6.4
Controle van Voordruk en branderdruk
L L e e t t o o p p : : n n a a c c o o n n t t r r o o l l e e v v a a n n d d e e v v o o o o r r - - o o f f b b r r a a n n d d e e r r d d r r u u k k a a l l t t i i j j d d d d e e
d d r r u u k k m m e e e e t t n n i i p p p p e e l l d d i i c c h h t t d d r r a a a a i i e e n n e e n n o o p p d d i i c c h h t t h h e e i i d d c c o o n n t t r r o o l l e e r r e e n n . .
Het toestel is ingesteld op de juiste branderdruk. Instelling van de
branderdruk is niet noodzakelijk.
Omdat de voordruk in de huisinstallatie niet altijd correct is, is het
verstandig om de voordruk na installatie en bij reparatie te
controleren.
Meten voordruk
1. Draai de toestelkraan dicht.
2. Draai de meetnippel C (fig. 12) enige slagen open en sluit een
meetslang aan.
3. Controleer of de gemeten druk overeenkomt met de vermelde
druk op de kenplaat.
4. Doe deze meting bij volstand van de haard en als de haard op
waakvlam staat.
5. Indien de druk te laag is controleer dan of de leidingen van
voldoende diameter zijn.
6. Bij een te hoge druk (meer dan 5mbar hoger), sluit u het toestel
niet aan en moet u contact op te nemen met het energiebedrijf.
Controle van de branderdruk alleen bij juiste voordruk uitvoeren. De
branderdruk kunt u meten op meetnippel D. De druk moet overeen
komen met de waarde vermeld op de kenplaat. Bij afwijking contact
opnemen met de leverancier.
D C
D
C
B
A
fig. 12
NL
NL
NL
NL 19