Gebruiksaanwijzing voor aftakaspomp
3.4. Montagehandleiding en inbedrijfstelling
Controleer na het openen van de verpakking of alle onderdelen compleet en zonder schade aanwezig
zijn. Wanneer onderdelen ontbreken of defect zijn, neemt u zo snel mogelijk contact op met uw
leverancier. Gebruik het apparaat pas na toestemming van de leverancier.
Dat geldt ook voor de aansluitpunten op de tractor en voor de bedrijfsveilige toestand van de
aansluitleidingen.
Controleer voor de montage ook de compatibiliteit van de aansluitpunten en zorg ervoor dat er geen
afsluitdoppen meer in openingen steken.
LET OP: Defecte en niet-compatibele aansluitpunten kunnen gevaar opleveren voor het
veilige gebruik en leiden tot schade aan voorwerpen en tot ernstig persoonlijk letsel.
OPMERKING: Controleer voor de montage aan de tractor of de rotor vrij kan lopen. Wanneer
deze is geblokkeerd, kan dat tot schade aan voorwerpen leiden.
LET OP: Steek nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de zuig- of drukzijde van de pomp.
Amputatie en schade aan voorwerpen zijn het gevolg.
De aftakas en de aandrijfmotor moeten bij werkzaamheden aan de aftakaspomp en de
toevoerleidingen worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen. Beveilig
hiertoe het voertuig tegen wegrollen en starten.
Trek de contactsleutel eruit en beveilig het voertuig met de parkeerrem en onderlegwiggen onder de
achterwielen.
Voor alle werkzaamheden aan en met de aftakaspomp moet de bedieningsinrichting van de
hefarmbesturing in positie worden gebracht en zo worden vergrendeld dat onbedoeld heffen of
neerlaten uitgesloten is.
LET OP: Rondom de aandrijving van de aftakas en de driepuntsophanging bestaat verhoogd
gevaar op letsel door kwets- en schaafplekken en door bewegende onderdelen.
Let er bij het aansluiten van de zuig- en drukslangen op dat zowel diameter en doorsnede als de
eigenschappen van de slang voldoen aan de gegevens van de leverancier. Zorg ervoor dat de slangen
niet worden verwisseld.
De pomp kan zowel links- als rechtsdraaiend worden gebruikt. De zuigslang moet bij rechtsdraaiende
looprichting op de daarvoor bestemde aansluitstompen worden aangesloten, deze zijn met 'A'
aangeduid.
De slangen moeten regelmatig gecontroleerd worden op beschadigingen. Bij beschadiging is gebruik
niet toegestaan. De beschadigde slangen moeten op basis van de technische vereisten van de
leverancier van de aftakaspomp worden vervangen.
De toelaatbare bedrijfsdruk mag nooit worden overschreden, zelfs niet kortstondig.
LET OP: Defecten en onvoldoende stevige slangen kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. Er
bestaat gevaar op ernstige verwondingen. Dat geldt ook voor ontoereikende montage en
overbelasting.
OPMERKING: Aan het einde van de zuigslang moet een filter zijn gemonteerd dat
verontreinigingen en deeltjes buiten de aftakaspomp houdt. De filtercapaciteit moet
Pagina 6 van 12