3.
Laat de joystick los. Het heffen van het platform
moet stoppen.
4.
Houd de deblokkeertoets van de joystick ingedrukt
en beweeg de joystick achteruit om de functie
neerlaten van het platform te activeren. Het
platform moet omlaag gaan en het alarm moet
klinken.
Aantekening: De hefsnelheid is evenredig met de
uitslag van de joystick.
Rij- en remfuncties
1.
Druk op de functietoets rijden/sturen. De knop
moet oplichten.
2.
Houd de deblokkeertoets van de joystick ingedrukt
en beweeg de joystick langzaam vooruit totdat de
machine vooruit begint te rijden en zet de joystick
daarna weer in de middelste stand. De machine
moet vertragen en dan stoppen.
3.
Houd de deblokkeertoets van de joystick ingedrukt
en beweeg de joystick langzaam achteruit totdat
de machine achteruit begint te rijden en zet de
joystick daarna weer in de middelste stand. De
machine moet vertragen en dan stoppen.
Aantekening: De rijsnelheid is evenredig met de uitslag
van de joystick.
BELANGRIJK
De rem moet de machine kunnen tegenhouden op elke
helling die de machine kan klimmen.
Stuurfunctie
Links
1.
Druk op de functietoets rijden/sturen. De knop
moet oplichten.
2.
Houd de deblokkeertoets op de joystick ingedrukt
en druk op de linkerkant van de
duimtuimelschakelaar voor de functie links sturen,
de machine moet naar links sturen.
3.
Houd de deblokkeertoets op de joystick ingedrukt
en druk op de rechterkant van de
duimtuimelschakelaar voor de functie rechts
Gebruiksaanwijzing GTJZ0608SE&0608ME
Keuzeknop voor hoge/lage rijsnelheid
Vooruit
Achteruit
1.
2.
TESTEN VAN DE
RIJSNELHEID
Een redelijke rijsnelheid is essentieel voor veilige
bediening van de machine. De rijfunctie moet snel en
soepel reageren op de bediening door de bedienaar. De
Rechts
machine mag binnen het regelbare snelheidsbereik niet
schudden, schokken of ongewone geluiden maken.
1.
2.
Testen lage snelheid:
3.
4.
6-7
FUNCTIETEST VÓÓR HET GEBRUIK
sturen; de machine moet naar rechts sturen.
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR KANTELEN
Selecteer de modus voor lage
rijsnelheid als de machine helt.
Als het kantelalarm klinkt, stop dan
alle functionele handelingen, behalve
neerlaten en ga niet verder met de
werkzaamheden, tenzij de factor die
het kantelen veroorzaakt is
weggenomen.
Druk bij ingeklapte machine op de keuzeknop
rijden met hoge/lage rijsnelheid; de knop moet
oplichten en de machine moet rijden met lage
snelheid.
Druk nogmaals op de knop; het indicatielampje
van de knop moet uit gaan en de machine moet
rijden op hoge snelheid.
Trek de noodstopknoppen op de grond- en
platformbedieningen uit naar de stand AAN.
Draai de sleutelschakelaar op de grondbediening
naar de stand platformbediening.
- SINOBOOM-systeem: Beweeg de
deblokkeertoets voor de heffunctie op de
platformbediening omhoog, het indicatielampje
moet aan zijn.
- DTC-systeem: Druk op de deblokkeertoets voor
de heffunctie; de toets moet oplichten.
Houd de deblokkeertoets op de joystick ingedrukt
© Jan 2022