Externe voedingen
gebruiken
Wanneer een externe voeding wordt
gebruikt, dient de eindspanning ingesteld
te worden.
De eindspanning verwijst naar het
voltage wanneer het voltage niet meer
geleverd kan worden, omdat de capaciteit
van de externe voeding gereduceerd
is en het voltage afneemt naarmate
elektriciteit wordt verbruikt. Als de
eindspanning van de externe voeding
niet correct wordt ingesteld, kan de
weergave voor de resterende voeding
niet worden weergegeven. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de
externe voeding voor de waarde van de
eindspanning.
Bovendien, als de 'Battery Low' boodschap
wordt weergegeven, stopt de opname
automatisch, en wordt de stroom
automatisch uitgezet. Zet de R-26 uit en
verander de externe voedingsbron.
* Als een externe voeding wordt gebruikt,
en de stroom automatisch wordt
uitgeschakeld, start de R-26 opnieuw
op, binnen 30 seconden nadat de
stroom weer is aangezet. Tijdens deze
periode kunnen de instellingen voor de
eindspanning worden veranderd.
* Lees het volgende om de eindspanning
van de R-26 in te stellen.
MEMO
Raadpleeg de gebruikershandleiding van
de externe voeding wanneer een externe
stroombron wordt gebruikt.
De eindspanning instellen
1.
Kies [MENU]
<SYSTEM SETUP>.
2.
Raak <EXT-POWER> aan.
'EXT-POWER' bevindt zich op pagina 3/3.
Raak
aan om naar 3/3 te gaan.
3.
Raak de waarde van de eindspanning
die u wilt specifi ceren aan.
Instelling
Adapter, 9.0 V, 9.5 V, 10.0 V, 10.5 V, 11.0 V, 11.5
V, 12.0 V
4.
Raak <BACK> aan om naar het
menuscherm terug te keren (p.16).
Voorbereidingen
23