Start de motor door de volgende stappen uit te voeren. Als
u problemen ondervindt, dient u contact op te nemen met uw
Hustler
-dealer.
®
Zorg ervoor dat de stuurbedieningshendels zich in de
1.
parkeerstand bevinden en de dekkoppelingsschake-
laar is uitgeschakeld. Start de motor alleen vanuit de
bestuurderspositie.
2. Gebruik de choke, indien aanwezig, wanneer de motor
koud is of als de warme motor niet binnen 5 seconden
na het aanslingeren start. Voorkom dat de motor "ver-
zuipt" door de motor zo snel mogelijk zonder choke te
gebruiken.
3. Trap het gaspedaal ongeveer half in.
4. Steek de sleutel in de contactschakelaar en draai hem
volledig naar rechts om de startmotor in te schakelen.
Laat de sleutel los wanneer de motor start.
BELANGRIJK: De startmotor mag niet langer dan 30
seconden per keer worden gebruikt. Er moet ten min-
ste twee minuten worden gewacht tussen deze
aanslingerperioden om de startmotor tegen oververhit-
ting en verzuipen te beschermen.
5. Controleer zodra de motor begint te draaien of het
oliewaarschuwingslampje uit is. Zo niet, stop dan
onmiddellijk de motor en zoek de oorzaak.
6. Voer de test uit die wordt weergegeven in het gedeelte
over het veiligheidsstartvergrendelingsysteem om te
controleren of het veiligheidsstartvergrendelingsys-
teem goed werkt.
7. Laat de motor twee minuten stationair draaien voordat
u het gaspedaal intrapt en/of de dekkoppeling
activeert.
De motor afzettene
Gebruik de volgende procedure om de motor uit te schake-
len.
1. Zet beide stuurbedieningshendels in de parkeerstand.
2. Stel met het gaspedaal een laag toerental in, schakel
vervolgens de dekkoppeling uit. Raadpleeg het hoofd-
stuk
Bediening van maaidek
3. Laat de motor gedurende een paar minuten op een
laag toerental lopen.
4. Draai de contactsleutel naar links naar de OFF-stand.
Verwijder de sleutel uit de schakelaar voordat u de
maaier verlaat.
605596CE
voor meer informatie.
De maaier verplaatsen met afgeslagen motor
De ontlastkleppen op de aandrijfassen maken het mogelijk
de maaier te verplaatsen als de motor niet meer werkt.
Laat het uitlaatspruitstuk van de motor afkoelen
voordat u de ontlastkleppen in- of uitschakelt. De
ontlastklepstangen bevinden zich dicht bij het uit-
laatsysteem.
Trek voordat u de eenheid verplaatst de ontlastklepstang
(Afbeelding 3-5) uit tot de inkeping in de stang over de rand
van de gleuf haakt. Dit plaatst de ontlastklep in de uitge-
schakelde stand.
Plaats de stuurbedieningshendels in de neutrale stand om
de parkeerremmen vrij te geven zodat de maaier kan worden
verplaatst.
Sleep de machine niet weg. Verplaats deze met de hand of
gebruik een lier om de machine op een aanhangwagen te
brengen voor transport.
Zet de maaier goed vast, terwijl deze naar voren is gericht,
bij transport op een ander voertuig. Bind de maaier stevig
vast met banden, kettingen, kabels of touwen. Zowel de ban-
den aan de voorkant als die aan de achterkant moeten naar
beneden zijn gericht, bij de machine vandaan.
BELANGRIJK: Zorg er altijd voor dat de twee ontlastklep-
pen worden teruggezet naar hun bedrijfsstand voordat u de
maaier gebruikt na reparatie.
B
A. Ontlastklepstang
ROPS (Roll Over Protective Structure)
Een ROPS (Roll Over Protective Structure) en
veiligheidsriem worden bij het apparaat geleverd. Verwijder
de ROPS en veiligheidsriem niet.
3-3
A
B. Aandrijfas
Afbeelding 3-5
REV B