Leidingen installeren
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De aftapklep wordt geïnstalleerd op de retourleiding
van het verwarmingssysteem (XL9).
Het systeem waarin de UKV 20-500 is geïnstalleerd, moet
worden voorzien van een veiligheidsklep van max. 6 bar
(0,6 MPa) en het systeem waarin de UKV 20-750 of de
UKV 20-1000 is geïnstalleerd, moet worden voorzien
van een veiligheidsklep van max. 3 bar (0,3 MPa). De af-
voerleiding moet dezelfde diameter hebben als de vei-
ligheidsklep. Fixeer de afvoerleiding vanaf de veiligheids-
klep over de gehele lengte schuin omlaag en zorg ervoor
dat deze vorstbestendig is. De uitstroomopening van de
afvoerleiding moet zichtbaar zijn en mag niet te dicht
bij elektrische componenten worden geplaatst.
Vullen
Vul het buffervat als volgt:
1. Open de ontluchter (QM25) aan de bovenkant van
het buffervat.
2. Vul het vat via de aftapklep.
3. Wanneer er uitsluitend water uit de ontluchter komt
(in het begin komt er een mengsel van lucht en wa-
ter uit de ontluchter), kan de ontluchter worden
gesloten en is het buffervat gevuld.
NIBE UKV 20
Elektrische installatie
Voorzichtig!
Elektrische installaties en onderhoud moeten
worden verricht onder toezicht van een erken-
de elektricien volgens de geldende regelgeving
op het gebied van elektrische veiligheid.
UKV 20-750 en UKV 20-1000 kunnen worden uitgerust
met een elektrisch verwarmingselement en de UKV 20-
500 kan worden uitgerust met twee elektrische verwar-
mingselementen.
Elk elektrisch verwarmingselement wordt aangevuld
met een aansluitdoos van type K11 (2-polige thermo-
staat, 3-polige temperatuurbegrenzer). Niet aanpassen
of opnieuw aansluiten! Er wordt een aparte voeding van
de groepscentrale naar elk elektrisch verwarmingsele-
ment geleid.
Voorzichtig!
Het buffervat moet volledig met water worden
gevuld voordat dit op de elektrische kant kan
worden aangesloten.
Hoofdstuk 3 |
Voor de installateur
13