3
Inbouw en installatie
3.1
Eisen aan de tractor
Controleer vóór de inbouw van de machinebesturing of uw tractor aan de volgen-
de eisen voldoet:
min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als er
meerdere verbruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, licht).
olietoevoer: max. 210 bar, enkelvoudig of dubbel functionerend ventiel
(naargelang de uitrusting)
Hydraulisch vermogen AXIS H 30 EMC: 45 l/min, continustroom- of load-
sensing systeem,
Hydraulisch vermogen AXIS H 50 EMC: 65 l/min, continustroom- of load-
sensing systeem,
Vrije retourleiding min. NW 18 mm,
9-polige contactdoos (ISO 11783) aan de achterzijde van de tractor voor ver-
binding van de machinebesturing met de ISOBUS,
9-polige terminalstekker (ISO 11783) voor verbinding van een ISOBUS-ter-
minal met de ISOBUS.
Indien de trekker geen 9-polige contactdoos aan de achterzijde bezit, kunnen
bijkomend een tractorinbouwset met 9-polige contactdoos voor de tractor (ISO
11783) en een rijsnelheidssensor als speciale uitrusting aangeschaft worden.
3.2
Aansluitingen, contactdozen
3.2.1
Voeding
De voeding van de machinebesturing geschiedt via de 9-polige contactdoos aan
de achterzijde van de tractor.
3.3
Machinebesturing aansluiten
Afhankelijk van de uitvoering kan de machinebesturing op verschillende manie-
ren op de schotelstrooier voor minerale mest worden aangesloten. Meer informa-
tie vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw machinebesturing.
Inbouw en installatie
LET OP
3
23