Apparaat-instellingen
nl
Haal alle vreemde voorwerpen uit de
■
trommel en van de rubberen
afdichting af – roestgevaar.
Veeg de rubberen afdichting droog.
■
Laat de deur en wasmiddellade
■
open, zodat eventueel resterend
water kan verdampen.
Wacht altijd tot het programma is
■
afgelopen. Het apparaat kan nog
vergrendeld zijn. Schakel dan het
apparaat in en wacht tot het
ontgrendelt.
Q
Apparaat-instellingen
U kunt de volgende instellingen
A p p a r a a t - i n s t e l l i n g e n
wijzigen:
Het volume van het eindsignaal.
■
Het volume van het toetssignaal.
■
Het informatiesignaal voor de
■
trommelverzorging in-/uitschakelen.
U moet de instelmodus activeren om
deze instellingen te kunnen wijzigen.
1/2/3/4...
standen op de
programmakiezer
44
Instelmodus activeren:
Zet de programmakiezer op stand 1.
1.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Raak de 0 Spin (Centrifugeren)
2.
knop aan, houd hem ingedrukt en
draai tegelijkertijd de
programmakiezer rechtsom naar
stand 2. Laat de 0 Spin
(Centrifugeren) knop los.
De instelmodus wordt geactiveerd en
de voorinstelling verschijnt op het
displaypaneel.
Volume en
trommelverzorgingsinformatie
wijzigen
Gebruik de ñ Finished in/Time Dry
(Klaar in/Droogtetijd) knop om de
volgende instellingen bij de
corresponderende
programmakiezerstanden te wijzigen:
2: Het volume van het eindsignaal.
■
3: Het volume van de knopsignalen.
■
0 = uit, 1 = stil,
2 = gemiddeld, 3 = luid,
4 = zeer luid
4: Het informatiesignaal voor de
■
trommelverzorging in-/uitschakelen.
Ž
aan
Œ uit
Instelmodus verlaten
U kunt het proces nu beëindigen en de
programmakiezer in de Off (Uit) stand
zetten.De instellingen worden
opgeslagen.