J: Als 'FUEL' indicatie
brandt, ziet u in het
informatiedisplay voor
hoeveel minuten u nog
brandstof hebt.
K: Als de 'VENT' indicatie
knippert, is dat een
teken dat u extra moet
ventileren.
L
Brandstof-
zeefje
M
K
DE 'FUEL' INDICATIE
Als de FUEL indicator verschijnt, heeft u nog voor 10 minuten brandstof. Deze res-
terende tijd ziet u verstrijken in het informatiedisplay
twee mogelijkheden ter beschikking:
u verwijdert de wisseltank uit de kachel en vult deze, buiten de woonruimte,
met nieuwe brandstof (zie hoofdstuk B)
u drukt de knop EXTENSION
de brandtijd. De kachel schakelt dan namelijk automatisch naar zijn laagste
verwarmingsstand. In het display verschijnt de resterende tijd in minuten, die
zal teruglopen naar 10. Bij het bereiken van het getal 10, volgt om de twee
minuten een waarschuwingssignaal, ten teken dat u de wisseltank moet
bijvullen. Reageert u niet, dan gaat de kachel vanzelf uit. Ook dan klinkt een
waarschuwingssignaal. De FUEL indicator knippert nu en in het
informatiedisplay knipperen vier streepjes (--:--) U kunt dit stoppen door
éénmaal op de
Als de kachel helemaal leeggebrand is geweest, moet u na het bijvullen even
geduld hebben voordat de kachel weer gebruiksklaar is.
L
DE 'VENT' INDICATIE
Wanneer de ruimte onvoldoende geventileerd wordt, dan zal een intermitterende
pieptoon te horen zijn (ca. één keer per 30 seconden) en de "VENT" indicatie zal
in het informatiedisplay verschijnen. Zodra dit signaal gegeven wordt dient meer
geventileerd te worden om te voorkomen dat de kachel uitschakelt (bv. door een
deur of raam iets verder te openen). Wanneer de ventilatie verbeterd is zullen de
"VENT" indicatie en de pieptoon niet meer geactiveerd worden. Indien er echter
nog steeds onvoldoende geventileerd wordt, dan zal de kachel automatisch uit-
schakelen. Wanneer dit gebeurt, dan zal e -1 1 in het informatiedisplay verschijnen
en de "VENT" indicatie knippert. Na het verbeteren van de ventilatie (b.v. door
een deur of raam iets verder te openen) kan de kachel weer ingeschakeld worden
door de
-toets
M
ONDERHOUD
Voordat u onderhoud pleegt, dient u de kachel uit te zetten en te laten afkoelen.
Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact. Uw kachel vergt weinig onder-
houd. Wel dient u elke week even het luchtfilter ¾ en het ventilatorfilter µ te rei-
nigen met een stofzuiger. Het rooster
het luchtfilter er nu en dan even af (fig. L), om het te reinigen met een sopje. Zorg
dat het luchtfilter goed droog is, voordat u het terug plaatst.
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje:
1
Haal de wisseltank
Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
2
Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het
vuil te verwijderen. (Nooit reinigen met water!)
3
Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
We raden u verder aan om stof en vlekken bijtijds af te nemen met een vochtige
doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ontstaan.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele
reparatie altijd contact op met uw dealer.
Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is, mag alleen een erkend installateur
dit vervangen door het type H05 VV-F.
in. Door deze knop in te drukken verlengt u
-toets
te drukken.
nogmaals in te drukken.
reinigt u met een vochtige doek. Neem
uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. M).
(fig. K). Er staan u nu
1
69