11.1 Gaan zitten
Alvorens neer te zitten in de stoel, wees zeker dat de stoel goed
ingesteld is en niet kan wegschuiven (zie: 11.9) of omkippen. Zorg
ook dat de douche / toiletzitting juist is gemonteerd en dat de voet-
steunen weggeplooid staan naar buiten of opgeplooid.
1
1. De patiënt dient zo dicht mogelijk naast
de stoel te staan. Vervolgens dient hij / zij
zich langzaam te laten zakken, gebruik
makend van beide armsteunen.
Indien dit niet mogelijk is vanwege fysieke
beperkingen, dan dient een zorgdeskun-
dige te helpen. Als het nodig is kan ook
een patiëntenlift gebruikt worden.
2
Opgelet - valgevaar!
Om te voorkomen dat de patiënt uit zijn/
haar stoel zou vallen wees zeker dat deze
volledig in de stoel zit, en niet zomaar op
de hoek.
Om de patiënt te transporteren, wees er
zeker van dat deze naar achteren leunt,
tegen de rug van de stoel en dat de voe-
ten op de voetsteunen staan.
11. 2. Rechtop staan
Alvorens op te staan, wees zeker dat de stoel stabiel en veilig staat
en niet kan wegslippen (zie 11.9) of omkantelen. Dat de armsteu-
nen in gesloten positie, en de voetsteunen op- of weggeplooid zijn.
De patiënt zou dan het lichaam naar voren kunnen bewegen totdat
de voeten plat op de grond raken.
3
De patiënt moet dan beide handen op
de armsteunen zetten, om also zichzelf
langzaam op te lichten.
De patiënt mag niet te fel naar voren
leunen, dit om het vallen te voorkomen.
Hij / zij zou hulp van een zorgdeskundige
kunnen gebruiken.
4
11.3. Neerklappen van de armsteunen
Door de slotjes uit te trekken is het mechanisme open en kunnen
de armsteunen naar achteren gedraaid worden. Wanneer men de
armsteunen terug naar voren draait, wees er zeker van dat ze vast-
geklikt zitten in het systeem van de stoelrug en vastgezet door de
slotjes. Controleer de vergrendeling op regelmatige basis voor even-
tueel verminderde functie die kan voortvloeien door kalkaanslag.
11.4. Aanpassen van de voetsteunhoogte
De voetsteunen zijn trapsgewijs in de hoogte verstelbaar. Om dit te
doen, draai de schroeven van de voetsteunen los met een inbussleu-
tel. Kies de juiste hoogte en draai de schroeven van de voetsteun
vast. Wees zeker dat de schroef veilig is vastgezet.
11.5. Wegdraaien van de voetsteunen
Draai de voetplaten omhoog en til de voetsteunen op.
De voetsteunen kunnen nu terug naar de kant worden gedraaid.
11.6 Afnemen van de voetsteunen
Hef de voetsteun ongeveer 10 cm en draai deze dan 90° naar bui-
ten. Dan kan de voetsteun helemaal naar boven worden geschoven
en vervolgens afgenomen worden.
11.7 Afnemen van de zitting
Dit zitvlak kan voor reiniging of vervanging eenvoudig uit het frame
van de stoel worden geheven.
11.8 Afnemen van het rugkussen
Het rugkussen is aan het rugframe met noppen bevestigd. Indien u
tegen de noppen drukt, zal het rugkussen los komen.
11.9 Bediening van de remmen
Druk met uw voet de remmen naar beneden.
De wielen zijn nu geremd en geblokkeerd. Het ontgrendelen van de
wielen gebeurt door met de voet de klep omhoog te duwen.
6
Opgelet: valgevaar
De patiënt mag bij het opstaan uit de
stoel niet op de voetsteunen gaan staan.
Hierdoor kan de stoel omkantelen.
NL