Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verhelpen Van Storingen - Renkforce 2302384 Gebruiksaanwijzing

Vuilwaterpomp
Inhoudsopgave

Advertenties

11. Verhelpen van storingen

Met de vuilwaterpomp heeft u een product aangeschaft dat volgens de laatste stand van de techniek werd gebouwd
en veilig in gebruik is. Desondanks is het mogelijk dat er zich problemen en storingen voordoen. Hieronder vindt u
enige informatie over hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen.
De vuilwaterpomp zuigt niet
• Open een mogelijk bestaande afsluitklep aan de drukzijde, omdat de lucht in de slang of in de pomp niet kan
ontsnappen. Beweeg de pomp een beetje heen en weer. Vul de pomp of de slang eventueel met water. Haal de
netstekker kort uit het stopcontact en steek hem er dan weer in.
• Reinig de aanzuigopeningen (ontkoppel de vuilwaterpomp eerst van de netspanning!).
• Het waterniveau is te laag, er wordt alleen lucht aangezogen.
• De vuilwaterpomp werkt niet of stopt tijdens het gebruik
• Controleer de stroomvoorziening resp. de stroomkringzekering en de aardlekschakelaar. Als de FI-aardlekscha-
kelaar wordt geactiveerd dient u de vuilwaterpomp van de netspanning los te koppelen en op beschadiging te
controleren (bijv. netsnoer).
• Het pompwiel binnenin de vuilwaterpomp is door vuil geblokkeerd. Koppel de vuilwaterpomp los van de netspan-
ning, verwijder de slang en spoel de binnenkant van de vuilwaterpomp met water uit.
• De vlotterschakelaar is niet juist gepositioneerd.
• De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. Ontkoppel de vuilwaterpomp van de netspanning en laat de vuilwa-
terpomp afkoelen (minimaal 30 minuten). Elimineer de oorzaak van de activering (bijv. watertemperatuur te hoog,
droogloop te lang of vergelijkbaar).
De hoeveelheid gepompt water is te gering of werd minder
• Controleer de aanzuigopening op verontreinigingen.
• De vuilwaterpomp zuigt lucht aan, aangezien de aanzuigopening zich niet meer volledig onder water bevindt.
• Controleer de aansluiting van de slang op de vuilwaterpomp.
• Controleer de slang op lekkage of knikken.
• De opgepompte hoeveelheid neemt in principe af naarmate de oppomphoogte groter is.
• De slangdiameter is te klein; de slang is door vuil verstopt.
Vlotterschakelaar schakelt niet in of uit
• De vlotterschakelaar is niet juist gepositioneerd.
• Bevestig de kabel naar de vlotterschakelaar aan de zijkant van de kabelhouder, zodat deze bij het bereiken van een
lage waterstand in bijv. een onderaardse regenbak juist uitschakelt.
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2302385

Inhoudsopgave