Meterbeschrijving
1.
LED scherm voor Luchtsnelheid, Luchtstroom,
Sondetemperatuur en oppervlaktetemperatuur
op afstand. Meeteenheden en
gebruikerssignalen worden ook weergegeven op
de LCD.
2.
Schoepsensor. Houd de sensor in de
luchtstroom om een meting uit te voeren.
3.
IR sensor: Non-contacttemperatuurmeting voor
oppervlakken op afstand.
4.
Laserpointer: Helpt de gebruiker met het richten
van de IR-sensor.
5.
Batterijtoegang: Deksel op het achterste paneel
6.
PC interface contactbus: Gebruik de
bijgevoegde kabel om de meter aan een PC te
verbinden
7.
Bovenste Toetsenpaneel (korte beschrijvingen
hieronder):
IRT: Druk en houd vast om de oppervlaktetemperatuur op afstand te meten. Laat
los om de temperatuurwaarde op het scherm te houden.
MAX/MIN (voor luchttemperatuurmetingen): Gebruikt om de hoogste en laagste
opnames voor temperatuurmetingen gemaakt met de schoepsonde te registreren
en te bewaren.
AVG: Gebruikt om het Gemiddelde te verkrijgen voor multi-puntmetingen in zowel
de FLOW als de VELOCITY-modus. Het gemiddelde kan berekend worden voor
maximum twintig (20) punten.
HOLD
(voor luchttemperatuurmetingen): Druk om de weergegeven
temperatuuropname gemeten door de sonde vast te zetten. Druk opnieuw om de
weergave te ontsluiten. Druk en houd voor 2 seconden vast om het LCD
achtergrondlicht te activeren. Druk en houd opnieuw voor 2 seconden vast om het
LCD achtergrondlicht uit te schakelen.
8.
Onderste Toetsenpaneel
Aan/Uit knop
: Druk om de meter AAN of UIT te zetten.
MAX/MIN
(voor luchtsnelheid en luchtstroom): Druk om de hoogste, laagste
en continu bewegende gemiddelde opnames voor enkele puntmetingen te
registreren en te bewaren. Deze knop dient ook als decimale
positioneringsinstrument in de AREA modus.
C-F EENHEDEN
In FLOW modus geeft de meter het luchtvolume weer. In VELOCITY modus geeft
de meter de luchtsnelheid weer. Deze knop dient ook als de pijl OMHOOG knop in
de AREA modus.
AREA / NEXT: Druk en houd vast om de AREA modus te openen. De NEXT functie
laat de gebruiker toe om AREA waarden te bewaren in een van de acht
geheugenplaatsen. Deze knop wordt ook gebruikt om de bewaarde metingen in de
MAX/MIN/AVG modussen te verwijderen.
HOLD
(voor luchtsnelheid- en luchtstroommetingen)
Achtergrondverlichting: Druk om de weergegeven luchtsnelheid- of
luchtstroommeting vast te zetten. Druk opnieuw om de weergave te ontsluiten.
Deze knop dient ook als de rechtse pijl knop in de AREA modus.
OPMERKING: Het Batterijcompartiment en Statiefring bevinden zich op de achterkant van de
meter.
6
1
7
5
8
: Druk om de werkingsmodus en de meeteenheid te selecteren.
3
3
4
2
HD300-EU V2.0 4/08