4. Installatie
50
°C
20
4
3
2
26
100
120
bar
0
1
R000440-A
Tzerra M 24c CW3 Tzerra M 28c CW4 Tzerra M 39c CW5
Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie
4 Verwijder slijk uit de installatie met een reinigingsmiddel.
4 Spoel de installatie door.
4 Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het
afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad,
soldeersel).
4 Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
4.6.2.
Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de ketel begrenst het maximale
temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van het water en de
maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur. Hierdoor worden
voor de ketel geen eisen gesteld aan een minimum debiet.
Bij een combiketel in een installatie waarbij de aanvoer
geheel van de retour kan worden afgesloten (bijvoorbeeld
bij toepassing van thermostaatkranen), dient of een by-
pass leiding gemonteerd te worden of het expansievat in
de aanvoer CV-leiding geplaatst te worden.
4.6.3.
Aansluiten van het verwarmingscircuit
1. Monteer de ingaande leiding voor cv-water op de aansluiting
retour cv z .
2. Monteer voor het vullen en het aftappen van de ketel een vul- en
aftapkraan in de installatie.
3. Monteer de uitgaande leiding voor cv-water op de aansluiting
aanvoer cv { .
4. Monteer de meegeleverde thermo-manometer op de aansluiting
aanvoer cv. Plaats de thermo-manometer op een maximale
afstand van 0,5 m van de ketel.
Een veiligheidsventiel zit standaard in de ketel op de
aanvoerzijde gemonteerd.
Voor het uitvoeren van servicewerkzaamheden is het
raadzaam om zowel in de aanvoer cv-leiding als de retour
cv-leiding een serviceafsluiter te monteren.
240513 - 7600997-05