Controleer de testkabels op beschadigde isloatie of blootgesteld
metaal. Controleer de continuïteit van de testkabels. Vervang
beschadigde kabels. Gebruik de faserotatie-indicator niet als
deze is beschadigd.
Wees voorzichtig wanneer u met spanningen hoger dan 30V ac
rms, 42V ac piek en 60V dc werkt. Dergelijke spanningen
kunnen een gevaar voor elektrische schokken met zich
meebrengen
Houd uw vingers uit de buurt van de sondecontacten als u de
sondes gebruikt. Houd uw vingers achter de vingerbeschermers
op de sondes.
Metingen kunnen nadelig worden beïnvloed door impedanties
van bijkomende stuurstroomcircuits die in parallel aangesloten
zijn of door overgangsstromen.
Controleer de werking voordat u gevaarlijke spanningen meet
(spanningen hoger dan 30V ac rms, 42V ac piek en 60V dc).
Gebruik de faserotatie-indicator niet als er een onderdeel
ontbreekt.
Gebruik de faserotatie-indicator niet in de buurt van explosieve
gassen, damp of stof.
Gebruik de meter niet in een vochtige omgeving.
3
480400-EU V3.0 5/09