INSTRUCTIES VOOR INSTALLATEUR
Gasaansluiting
Zich ervan vergewissen dat het toestel geschikt is voor het beschikbare type gas; om dat te weten kijk
naar het etiket onder het toestel.
Handel overeenkomstig de instructies vermeld in de paragraaf „gastransformaties en instellingen"
voor de eventuele aanpassing aan verschillende gassen. Het toestel moet aangesloten worden op de
gasinstallatie met behulp van onbuigzame metalen buizen of van stalen flexibele leidingen met continue
wand conform de geldende normen.
De gasingang-aansluiting van het toestel is van schroefdraad voorzien: ½" gas cilindervorming mannelijk
(figuur 7). De aansluiting mag de gasinlaatbuis niet belasten. Eens de installatie voltooid, controleer de
dichtheid van de verbindingen met een zeepoplossing.
Elektrische aansluiting
De aansluiting op het elektrische net moet uitgevoerd worden door geschoold personeel overeenkomstig
de geldende normen.
De spanning van de elektrische installatie moet overeenstemmen met die vermeld op het etiket dat
zich onderaan op het toestel bevindt. Controleren of de installatie uitgerust is met een doeltreffende
massa-aansluiting ("terre") overeenkomstig de normen en wettelijke bepalingen. De massaaansluiting is
verplicht.
Als het toestel geen stekker heeft, op de voedingskabel een genormaliseerde stekker aanbrengen.
Het is mogelijk de aansluiting op het elektrische net rechtstreeks uit te voeren door de tussenplaatsing
van een omnipolaire schakelaar met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm.
GASTRANSFORMATIES EN INSTELLINGEN
De buisjes van de branders A-SR-R vervangen
Indien het toestel voorzien is voor een gastype dat verschilt van het beschikbare, moet men de buisjes
van de branders vervangen.
De keuze van de te vervangen buisjes moet gebeuren volgens de tabel met technische kenmerken.
Daarna te werk gaan op de volgende manier:
-
de roosters en de branders verwijderen;
-
met een rechtse sleutel (L), het buisje (U) (figuur 7) losschroeven en vervangen door het gepaste buisje;
-
het buisje krachtig blokkeren.
De buisjes van de brander met dubbele kroon vervangen
Om de buisjes te vervangen, moet het blad van glaskeramiek worden verwijderd:
-
Vervang buisje U1 (middelste brander) door de steun van de buisjes uit de plaats van de brander te
nemen (fig. 7/A).
-
Vervang buisje U2 (buitenste brander) (fig. 7/B) direct vanaf de plaats van de buisjeshouder.
Instelling van de branders
De instelling van het minimum moet altijd juist zijn en de vlam moet altijd aan blijven, zelfs in geval van
een snelle overgang van de maximumpositie naar de minimumpositie.
Als dat niet het geval is, moet men het minimum op de volgende manier regelen:
-
de brander aansteken;
-
de kraan draaien tot in de minimumpositie (kleine vlam);
-
de knop van de stang van de kraan verwijderen;
-
een schroevendraaier met platte punt (C) in gat (F) van de kraan (figuur 8) steken en de bypass schroef
draaien tot de correcte instelling van het minimum.
Voor de branders die werken met gas G30, moet de bypass schroef volledig vastgeschroefd
worden.
6