Inhoudsopgave
Advertenties
6. Installatie van de warmtepomp
6.4
Aandachtspunten bij het aansluiten van het waterzijdige deel.
1
Leg niet teveel bochten in waterleidingen etc. Dit verhoogt onnodig de weerstand in de leiding.
2
Let goed op dat de leiding die gebruikt wordt niet verstopt is en controleer op eventuele lekken
bij soldeer verbindingen. De heet water leiding dient geïsoleerd te worden om verbranding te
voorkomen.
3
Installeer de verplichte inlaatcombinatie in de koudwater toevoer.
4
De benodigde diameter van de waterleiding dient door een daartoe bevoegde installateur
bepaald te worden. De normaal gebruikte diameters zijn 15mm en 22mm.
5
De waterleiding mag zowel van metaal of een flexibel materiaal zijn zolang als de veiligheid en
de plaatselijke voorschriften maar gerespecteerd worden.
6
Als het leidingwerk wordt geïnstalleerd moet er goed worden opgelet dat er geen vervuiling in
het leidingwerk en aansluitingen van de warmtepomp komt.
7
Bij de inlaat combinatie en de P&T veiligheidsklep kan er water druppelen.
Dit water moet naar het drainage putje worden geleid.
8
Als u een warmtepomp installeert met een solar wisselaar kan het water in de buffertank
zeer heet worden. U dient de warm water uitloop te mengen met koud water via een thermostaat
mengkraan. Het niet naleven van bovenstaande regel kan ernstige verwondingen en zelfs de dood
tot gevolg hebben door het zeer hete uitstromende water.
Zeer gevaarlijk voor kinderen, bejaarden en mensen met een handicap.
Deze regel moet altijd in acht worden genomen.
6.5
Aandachtspunten bij het aansluiten van het elektrotechnische deel.
1
De minimale diameter van de voedingskabel is 3 x 1,5mm
2
Er moet altijd een Electro schakelaar worden gemonteerd om de warmtepomp van het stroomnet
te kunnen afsluiten.
3
Als de voedingskabel beschadigd is moet de warmtepomp niet worden aangesloten en dient er
een nieuwe voedingskabel door een erkende installateur te worden aangebracht.
6.5
Inspectie van de warmtepomp alvorens proef te draaien
1
Controleer of het buffervat vol met water is alvorens verder te gaan. U kunt dit controleren door
de warm water open te draaien en te zien of er water zonder luchtbellen uitkomt.
2
Controleer nogmaals de elektrische aansluitingen en of er spanning aanwezig is.
6.5
Proefdraaien van de warmtepomp
1
Gebruik het touchscreen display om de warmtepomp op te starten.
2
Luister of de warmtepomp een normaal geluid maakt. Hoort u iets vreemds of twijfelt u
sluit de warmtepomp dan onmiddellijk af van de elektriciteit.
3
Inspecteer na een tijdje of de watertemperatuur in het buffervat ook stijgt. En zie erop toe dat er
geen waterlekken rondom de warmtepomp zichtbaar zijn.
4
Indien er speciale gebruikersparameters dienen te worden ingesteld dient dit te gebeuren door
uw installateur. Vraag duidelijke uitleg aan uw installateur nadat de warmtepomp is geïnstalleerd.
pagina 16
Advertenties
Inhoudsopgave
