3.2 Waarschuwingen voor veilig gebruik
Waarschuwingen:
Gebruik de rollator niet op straten of autowegen;
Gebruik de rollator niet in het zand, ruig terrein, natte en gladde oppervlaktes en oppervlakte met weinig grip;
Rij niet tegen stoepranden op;
Bevestig niets aan de wielen;
Zet de rollator op de parkeerrem wanneer u de rollator in een lift gebruikt of op een roltrap gebruikt;
Het maximaal gebruikersgewicht is weergegeven op het framelabel;
Niet-gemachtigde wijziging of het gebruik van vervangingsonderdelen die niet van Van Os Medical B.V. zijn kunnen de
structuur van de rollator veranderen, gevaarlijke situaties creëren en de garantie ongedaan maken;
Duw uw rollator niet te ver voor uit, dit kan tot vallen leiden en incorrecte posities als gevolg hebben;
Voordat u gaat rijden, controleer altijd eerst of de remmen correct werken;
Wanneer u de rollator uitvouwt, controleer dan of het vergrendelingmechanisme van het frame vast geklikt is;
Gebruik de parkeerremmen als u stopt of de rollator parkeert;
Zorg ervoor dat de rollator op de juiste hoogte ingesteld is om incorrecte houdingen te voorkomen;
Let bij het in en uitvouwen van de rollator altijd op kledingstukken of lichaamsdelen die bekneld kunnen raken;
Gebruik de rollator niet om zware voorwerpen of personen te transporteren
Laat kinderen niet spelen met of op uw rollator;
De rollator hoort niet voortbewogen te worden terwijl u van de zitting gebruik maakt;
Alle wielen moeten te allen tijde de grond raken tijdens het gebruik. Hierdoor is de rollator in correcte balans;
Zet de rolstoel op de rem voor uw gaat zitten;
Gebruik de rollator niet wanneer deze kapot is of een defect onderdeel heeft.
4
GEBRUIKSINTRUCTIES
Personen met verminderde loopafstand, met balans storingen of met andere lichaamsbeperkingen die een normale staande en
lopende houden niet toestaan, kunnen met behulp van deze rollator hun mobiliteit verbeteren.
4.1 Lopen met uw rollator
Als u loopt met uw rollator zorg er dan voor dat u rechtop loopt, met de rollator dichtbij u lichaam (zie figuur 1). Dit is voor de
beste ondersteuning en de veiligste bewegingen. Als u deze houding aanhoudt met uw rollator zal u de correcte lichaamshouding
aanhouden.
4.2 Het nemen van stoepen en ongelijke oppervlaktes
Waarschuwing:
Rij niet tegen de stoepranden op!
Let bij het afgaan van een stoeprand altijd op oneffenheden in de weg, zoals gaten of oneffen oppervlaktes voordat u
verder loopt.
Opgaan van de stoep:
Indien u een stoep opgaat, dient u de volgende manier te gebruiken;
Zet uw voet op de trapdop, zie paragraaf 5.8, om de voorwielen omhoog te kantelen;
Duw uw rollator vooruit;
Als de voorwielen zich boven de stoep bevinden kunt u de rollator op de stoep plaatsen;
U kunt nu de rollator naar voren voortbewegen en de achterwielen op de stoep plaatsen.
Afgaan van de stoep:
Zet uw voet op de trapdop om de voorwielen omhoog te kantelen;
Rol de rollator voorzichtig vooruit;
Als de voorwielen van de stoep af zijn kunt u de rollator voorzichtig op de grond plaatsen;
U kunt nu de rollator vooruit duwen en de achterwielen terug op de grond plaatsen.
~ 5 ~
Figuur 1
Gebruikershandleiding